Vragen
>>PDF<<
“Vraag, wat zal Ik u geven.” – 2 Kronieken 1:7
Het was een plechtige dag geweest in Israël. De jonge koning Salomo had tot heel het volk, tot al de belangrijke mensen, aanvoerders en vorsten gesproken en ze waren hem gevolgd naar de Tabernakel van de Here. Hij was naar het koperen altaar gegaan, dat Bezaleël bijna vijfhonderd jaar eerder had gemaakt en hij had daar duizend brandoffers gebracht. “In die nacht”, toen alles voorbij was en Salomo rustig en alleen was, “verscheen God aan Salomo en zei tot hem: “Vraag, wat zal Ik u geven.”” Salomo nam God op Zijn Woord en vroeg Hem meteen om datgene waarvan hij merkte dat hij dat ’t meeste nodig had. En God hield Zijn Woord en gaf hem meteen wat hij vroeg en beloofde hem bovendien nog veel meer.
Dit is de boodschap voor jou vanavond: “Vraag, wat zal Ik je geven.”
Bedenk wat je het meest nodig hebt en vraag daar om, ter wille van Jezus Christus. Je hoeft niet, net als Salomo, maar één ding te vragen; je hebt vele dingen nodig en je mag om die alle vragen. En God zal geven – Hij geeft altijd aan de echte vragers – meer dan je vraagt, meer dan je ooit dacht te vragen.
Misschien zeg je: “Ik weet niet wat ik moet vragen.” Begin dan Hem te vragen jou door Zijn Heilige Geest te laten zien, wat je echt nodig hebt en hoe te leren erom te vragen.
Dan zeg je: “Zal Hij mij geven, wat ik ook vraag?” Wel, als je om iets vraagt wat niet goed voor je is, dan houdt Hij teveel van jou om jou dat te geven! Maar Hij zal je iets beters geven. Maar als je vraagt om iets dat Hij beloofd heeft te geven, mag je er helemaal zeker van zijn, dat Hij het jou zal geven. Herinner je Hemelse Vader aan Zijn beloften, zoals Salomo deed (vers 9). Je mag vragen en meteen het antwoord verwachten, zoals Salomo, die zei: “Laat nu, o Here God!” en “Geef mij nu!”
Luister dan naar Gods boodschap en vraag Hem nu deze avond, om een paar van Zijn beloofde gaven. Wanneer je gaat liggen, probeer dan te denken aan de verschillende dingen, die Hij heeft beloofd en die je nodig hebt en verander elke gedachte in het gebed: “Geef mij nu – om Jezus Christus’ wil.”
“U gaat nu naar een Koning,
Neem grote smeekbeden met u mee;
Want Zijn genade en kracht zijn zo groot,
Dat niemand ooit teveel kan vragen.”