Vijftig jaar in de kerk van Rome 11
>>PDF<<
HOOFDSTUK XI
Protestantse kinderen op de kloosterscholen van Rome.
We lezen in de geschiedenis van het heidendom dat in die duistere tijden ouders vaak hun kinderen slachtten op de altaren van hun goden om hun toorn tot bedaren te brengen of hun hulp te verkrijgen. Maar nu zien we iets wat nog vreemder is. Christenouders, die hun kinderen dwingen de tempels van Rome binnen te gaan, naar de voeten van de afgoden, met de misleidende veronderstelling dat zij hen zo onderwijs laten volgen! Terwijl de heidense ouder alleen het tijdelijke leven van zijn kind verwoestte, verwoest de Christenouder voor het grootste gedeelte zijn eeuwige leven. De heiden was consequent: hij geloofde in de almachtige kracht en heiligheid van zijn goden; hij dacht oprecht dat zij de wereld beheersten en dat zij zowel de slachtoffers als degenen die hen offerden, zegenden. Maar waar is de consequentheid van de protestant die zijn kind meesleept en hem aanbiedt als een offer op het altaar van de paus?! Gelooft hij in zijn heiligheid of in zijn verheven onfeilbare macht om het verstand te regeren? Waarom gaat hij zichzelf dan niet aan zijn voeten werpen om het aantal van zijn discipelen te laten groeien? De protestanten die schuldig zijn aan dit grote kwaad, zijn gewoon te zeggen als verontschuldiging dat de directeuren van de colleges en de kloosterscholen hen hebben verzekerd dat hun godsdienstige overtuiging zou worden gerespecteerd en dat er niets gezegd of gedaan zou worden om de godsdienst van hun kinderen af te nemen of zelfs maar te doen wankelen.
Onze eerste ouders werden niet wreder bedrogen door de verleidende woorden van de slang dan de protestanten vandaag de dag door de bedrieglijke beloften van de priesters en nonnen van Rome.
Ik was zelf getuige geweest van de belofte welke door onze directeur werd gegeven aan een rechter van de staat New York, toen een paar dagen later diezelfde directeur, eerw. meneer Leprohon, tegen me zei: “Je kent wat Engels en deze jongeman kent genoeg Frans om jullie in staat te stellen elkaar te begrijpen. Probeer zijn vriend te worden en hem over te halen tot onze heilige godsdienst. Zijn vader is een zeer invloedrijk man in de Verenigde Staten en zijn enige zoon is de erfgenaam van een enorm groot fortuin. Op zijn bekering zouden er grote resultaten kunnen volgen voor de toekomst van de kerk in de naburige republiek.”
Ik antwoordde: “Bent u de belofte vergeten die u hebt gegeven aan zijn vader dat u nooit iets zou zeggen of doen om de godsdienst van de jongeman te doen wankelen of weg te nemen?”
Mijn directeur glimlachte om mijn eenvoud en zei: “Wanneer je theologie gestudeerd zult hebben zul je weten dat het protestantisme geen godsdienst is, maar dat het de ontkenning van godsdienst is. Protesteren kan niet de basis zijn van welke leer dan ook. Toen ik dus rechter Pike beloofde dat de godsdienstige overtuigingen van zijn kind zouden worden gerespecteerd en dat ik niets zou doen om zijn geloof te veranderen beloofde ik de gemakkelijkste zaak ter wereld, aangezien ik beloofde mij niet te mengen in dat wat niet bestaat.”
Overtuigd, of liever verblind door de redenering van mijn superieur, wat de redenering is van elke directeur van een college of een nonnenschool, ging ik vanaf dat ogenblik aan het werk om van die jonge vriend een goeie Rooms-katholiek te maken en waarschijnlijk zou ik daarin geslaagd zijn als niet een ernstige ziekte hem een paar maanden later had gedwongen naar huis te gaan, waar hij stierf.
Protestanten die deze regels lezen, zullen misschien verontwaardigd zijn over het bedrog en de schurkenstreek van de directeur van het college van Nicolet. Maar ik wil tegen die protestanten zeggen: U moet niet over die man, maar over uzelf uw minachting uitstorten. De eerw. meneer Leprohon was eerlijk. Hij handelde in overeenstemming met de principes die hij goed en wettig vond en waarvoor hij blij de laatste druppel van zijn bloed gegeven zou hebben. Hij geloofde oprecht dat uw protestantisme slechts een ontkenning is van alle godsdienst en de minachting van elk waar Christen waardig. Het was niet de priester van Rome die verachtelijk, oneerlijk en een verrader van zijn principes was, maar het was de protestant die ontrouw was aan zijn Evangelie en aan zijn eigen geweten door zijn kind te laten onderwijzen door de dienstknechten van de paus. Bovendien, kunnen we niet naar waarheid zeggen dat de protestant die wenst zijn kinderen te laten opvoeden en onderwijzen door een jezuïet of een non, een man zonder godsdienst is en dat er niets belachelijker is dan zo ‘n man te horen verzoeken om respect voor zijn godsdienstige principes?! De vurige wens van een man dat zijn godsdienstige overtuigingen gerespecteerd worden, komt het best tot uiting door zijn eigen respect ervoor.
De protestant die zijn kinderen naar de voeten van de priesters van Rome sleept, is òf een vermomde ongelovige òf een huichelaar. Het is eenvoudig belachelijk van zo’n man om te spreken over zijn godsdienstige overtuigingen of om er respect voor te vragen. Alleen al zijn nederige positie aan de voeten van een jezuïet of een non en het vragen om respect voor zijn geloof is een vast bewijs dat hij niets te verliezen heeft. Als hij een geloof had, zou hij daar niet zijn als een nederige en verachtelijke smekeling. Hij zou ervoor zorgen daar te zijn waar er geen gevaar kon bestaan voor de onsterfelijke ziel van zijn geliefd kind.
Toen ik in de kerk van Rome was, spraken we vaak over de noodzaak om bovenmenselijke inspanningen te verrichten ten einde jonge protestanten binnen onze colleges en nonnenscholen te halen als het snelste en enige middel om weldra over de wereld te heersen. En aangezien de moeder, nog meer dan de vader, het lot van het gezin en van de wereld in haar handen heeft, waren we vastbesloten alles op te offeren om over het hele land nonnenscholen te bouwen waar de jonge meisjes, de toekomstige moeders van ons land, in onze handen gevormd zouden worden en opgeleid overeenkomstig onze denkbeelden.
Niemand kan loochenen dat dit de hoogste wijsheid is. Wie zal niet de enorme offers bewonderen die door Roomse mensen gebracht zijn om de nonnenscholen met zoveel bezienswaardigheden te omgeven dat het moeilijk is ze de voorkeur te weigeren boven alle andere schoolvestigingen voor meisjes? Men voelt zich zo prettig in de schaduw van deze prachtige bomen tijdens de hete dagen van de zomer! Het is zo plezierig om dicht bij dit stuk water te wonen, of de snelle stroom van die betoverende rivier, of om voortdurend het sublieme schouwspel van de zee voor ogen te hebben! Wat een fijne geur verspreiden de bloemen van die parterre rond dat aardige en vredige klooster! En bovendien, wie kan de bijna engelachtige charme weerstaan van de moeder-overste! Hoe goed doet het iemand om temidden van die heilige nonnen te zijn, wier bescheidenheid, bevallige verschijning en liefdevolle glimlach zo’n mooi schouwspel bieden dat iemand zou denken bij de poort van de hemel te zijn eerder dan in een wereld van verdorvenheid en zonde.
O dwaze mens! U bent altijd dezelfde – altijd ervoor klaar om misleid te worden door schitterende verschijningen – altijd ervoor klaar om de stem van uw geweten te onderdrukken bij het eerste zien van een verleidend voorwerp!
Op een dag was ik aan boord gegaan van de boot van een visser aan de kust van één van die mooie eilanden welke de hand van God heeft geplaatst bij de monding van de Golf van St. Laurens. In een paar minuten had het witte zeil, bol door de ochtendbries, ons bijna een mijl van de kust gebracht. Daar lieten we ons anker vallen en al spoedig boden onze vislijnen, meegevoerd door de stroom, het verraderlijke aas de vissen aan. Maar geen één wilde er komen. Men zou geneigd zijn te denken dat de kwieke bewoners van deze heldere wateren in overleg hadden gehandeld om ons te bespotten. Tevergeefs bewogen wij onze lijnen heen en weer om de aandacht van de vissen te trekken; geen één wilde er komen! We waren moe. We betreurden het vooruitzicht van onze tijd te verspillen en uitgelachen te worden door onze vrienden op de kust, die wachtten op het resultaat van onze vispartij om te kunnen eten. Bijna een uur was er op die manier doorgebracht toen de kapitein zei: “Wel, ik zal de vissen laten komen.”
Hij deed een doos open en pakte handenvol kleine stukjes fijngesneden vis en gooide die breed uit op het water.
Ik keek nieuwsgierig naar hem en met een gevoel van ongeloof ontving ik de belofte dat ik over een paar ogenblikken meer makreel te zien zou krijgen dan ik kon oppakken. Deze stukjes vis die op het water vielen, verspreidden zich op duizend verschillende manieren. De stralen van de zon die zich vertoonden tussen deze talloze deeltjes en duizenden schubben gaven hen een merkwaardige witte kleur en schittering. Zij leken wel duizend diamanten, vol beweging en leven, die speelden en zich rolden en naar elkaar toe renden, terwijl ze schommelden op de golven.
Terwijl deze talloze kleine voorwerpen bij ons vandaan dreven, leken ze als de Melkweg aan het firmament. De stralen van de zon bleven weerspiegeld op de schubben van de vissen in het water en bleven hen veranderen in evenveel parels, waarvan het wit en de glans een mooi contrast vormden met de diepgroene kleur van de zee.
Terwijl ik naar het schouwspel keek dat zo nieuw was voor mij, voelde ik dat mijn vislijn uit mijn handen werd gerukt en al gauw had ik het genoegen om een prachtige makreel aan mijn voeten te zien liggen. Mijn metgezellen hadden net zoveel geluk als ik. Het aas dat was zo mild was gestrooid, was er helemaal in geslaagd om ons niet slechts honderden maar duizenden vissen te brengen en wij vingen er zoveel van als de boot kon vervoeren.
De jezuïeten en de nonnen zijn de knapste vissers van de paus en de protestanten zijn de makrelen die worden gevangen aan hun haken met lokaas. Geen visser weet beter het verraderlijke aas klaar te maken dan de nonnen en de jezuïeten en nooit werden domme vissen gemakkelijker gevangen dan over het algemeen de protestanten.
De priesters van Rome beroemen zich erop dat meer dan de helft van de leerlingen van de nonnen kinderen van protestanten zijn en dat 70% van die protestantse kinderen vroeg of laat de standvastigste discipelen en ware pilaren van het pausdom in de Verenigde Staten worden. Het is met dat publieke en onloochenbare feit voor zich dat de jezuïeten hebben geprofeteerd dat binnen 25 jaar de paus zal heersen over die grote republiek; als er niet een onmiddellijke verandering plaatsvindt dan zal die profetie waarschijnlijk uitkomen.
“Maar”, zeggen veel protestanten, “waar kunnen we een veiliger zekerheid krijgen dat het moraal van onze meisjes beschermd zal worden dan in die kloosterscholen? Het gezicht van die goeie nonnen, hun engelachtige glimlach, zelfs hun lippen, waar een parfum uit de hemel vandaan lijkt te stromen – zijn dit niet de onfeilbare tekenen dat niets het hart van onze geliefde kinderen zal bevlekken, wanneer ze onder de zorg van die heilige nonnen zijn?”
Engelachtige glimlachen! Lippen waarvan een parfum uit de hemel vloeit! Uitdrukkingen van vrede en heiligheid van de goede nonnen! Misleidende lokmiddelen! Wrede bedriegerijen! Karikatuur van de komedie! Ja, al deze engelachtige glimlachen, al deze uitdrukkingen van vreugde en geluk zijn slechts lokmiddelen om eerlijke mensen die te goed van vertrouwen zijn, te bedriegen.
Ik geloofde zelf een tijdlang dat er iets waars was in al dat vertoon van vrede en geluk dat ik weerspiegeld zag op het gelaat van een groot aantal nonnen. Maar hoe spoedig gingen mijn misvattingen voorbij, toen ik met mijn eigen ogen in een boek over de geheime regels van het klooster las dat het één van hun regels is dat zij altijd, en speciaal in de tegenwoordigheid van vreemden, een uiterlijk van blijdschap en geluk moeten hebben, zelfs wanneer de ziel overweldigd wordt door leed en verdriet. De motieven die aan de nonnen werden gegeven om zo een voortdurend masker te dragen, is om de achting en het respect van de mensen te verwerven en om op een meer betrouwbare wijze de jongedames voor het klooster te winnen!
Allen kennen het droevige levenseinde van één van de meest gevierde vrouwelijke komedianten van het Amerikaanse theater. Zij had ’s avonds haar rol gespeeld met volmaakt succes. Ze zag er zo mooi en gelukkig uit op het podium! Haar stem had zo’n volmaakte harmonie; haar zingen was zo vrolijk, levendig en opgewekt! Twee uur later was zij een lijk! Ze had zichzelf vergiftigd bij het verlaten van het theater. Een tijdlang was haar hart gebroken geweest van een verdriet dat zij niet kon dragen.
Zo is het met de non in haar cel! Zij wordt gedwongen om een heiligschennende komedie op te voeren teneinde de wereld te bedriegen en nieuwe rekruten naar het klooster te brengen. En de protestanten, de discipelen van het Evangelie, de kinderen van het licht, staan toe dat zij bedrogen worden door deze goddeloze komedie.
Het hart van de arme non is vaak vol verdriet en haar ziel gaat ten onder in een zee van verlatenheid, maar ze is onder ede verplicht altijd vrolijk te lijken! Ongelukkig slachtoffer van het meest wrede bedrog dat ooit is uitgevonden, die arme dochter van Eva, beroofd van al het geluk dat de hemel heeft gegeven, dag en nacht gemarteld door eerlijke ambities die, zo wordt haar verteld, onvergeeflijke zonden zijn, zij moet niet slechts in haarzelf de paar kiemen van geluk onderdrukken, die God nog in haar ziel heeft overgelaten, maar wat nog wreder is, ze wordt gedwongen gelukkig te lijken, terwijl haar ziel gekweld wordt door schande en door bedrog.
Ach! Als de protestanten wisten, zoals ik, hoezeer het hart van deze nonnen bloedt, hoezeer deze arme slachtoffers van de paus zich dodelijk verwond voelen, hoe bijna ieder van hen op jonge leeftijd sterft met een gebroken hart, dan zouden zij, in plaats van te spreken over hun geluk en heiligheid, huilen om hun verborgen ellende. In plaats van satan te helpen die droevige kerkers op te bouwen en te onderhouden door zowel hun goud als hun kinderen te geven, zouden zij ze tot stof laten vergaan en zo de stortvloed van stille, maar bittere tranen tegenhouden welke die cellen verbergen voor onze ogen.
Ik reisde in 1851 over de uitgestrekte prairie van Illinois op zoek naar een plek die voor ons het meest geschikt zou zijn voor de kolonie die ik op het punt stond te stichten. Op een dag waren mijn metgezellen en ik zo vermoeid door de hitte dat we besloten te wachten op de koele nacht in de schaduw van een paar bomen rondom een beek. De nacht was rustig; er waren geen wolken aan de lucht en de maan was prachtig. Zoals een zeeman op zee hadden we niets dan ons kompas om onze koers te bepalen op die mooie en uitgestrekte prairies. Maar geen pen kan de emoties beschrijven die ik ervaarde, toen ik keek naar die mooie lucht en die schitterende woestijnen die openlagen voor onze ogen.
We kwamen vaak bij poelen waarvan we dachten dat ze dieper waren dan ze werkelijk waren. We bleven dicht bij de kant uit angst dat onze paarden zouden verdrinken. Menigmaal stapte ik uit het rijtuig en bleef staan om de wonderen te bekijken, welke die vijvers ons lieten zien.
Al de pracht van de lucht leek in deze reine en heldere wateren neergelegd te zijn. De maan en de sterren leken hun plek aan het firmament verlaten te hebben om zich te baden in die heerlijke meertjes. Al de reinste, de mooiste dingen van de hemel leken naar beneden te komen om zich te verbergen in die rustige wateren, alsof ze op zoek waren naar meer vrede en reinheid.
Een paar dagen later keerde ik op mijn schreden terug. Het was overdag en we volgden dezelfde route en ik verlangde mijn bekoorlijke kleine meren te bereiken. Maar tijdens de tussenliggende periode was de hitte enorm geweest, de zon was erg heet en mijn mooie watervlaktes waren opgedroogd. Mijn geliefde meertjes waren nergens meer te zien.
En wat vond ik daarvoor in de plaats? Talloze reptielen met de meest afschuwelijke vormen en vuile kleuren! Geen briljante sterren en geen heldere maan waren daar nog langer om mijn ogen te bekoren. Er was niets anders over dan duizenden kleine padjes en slangen, bij het zien waarvan ik werd vervuld met afschuw en schrik!
Protestanten! Wanneer u op uw levensweg wordt verzocht de glimlachende lippen en de onbevlekte gezichten van de pauselijke nonnen te bewonderen, denk dan alstublieft aan die bekoorlijke meren die ik zag op de prairies van Illinois en denk aan de talloze reptielen en padden die rondzwermen op de bodem van die bedrieglijke wateren.
Wanneer protestanten bij het licht van de Goddelijke waarheid achter deze perfecte schijnvertoningen kijken, waarmee de non met zoveel zorg de afschuwelijke ellende verbergt die haar hart verteert, dan zullen zij de dwaasheid begrijpen dat ze ooit zelf zo gemakkelijk hebben toegelaten bedrogen te worden door schijn. Dan zullen ze bitter huilen, omdat ze aan dat moderne heidendom het toekomstige welzijn van hun kinderen, van hun gezinnen en van hun land hebben geofferd!
“Maar”, zegt iemand, “de opleiding is zo goedkoop in het nonnenklooster.” Ik antwoord: “De opleiding in kloosters zou, al was die twee keer zo goedkoop als nu, nog steeds twee keer te veel kosten bij wat het waard is. In deze situatie kunnen wij het oude spreekwoord herhalen en toepassen: “Goedkope dingen worden altijd te duur betaald.”
In de eerste plaats is de intellectuele opleiding in het nonnenklooster volkomen waardeloos. Het grote doel van de paus en de nonnen is het verstand gevangen te nemen en te verwoesten.
De morele opleiding is ook onbeduidend, want wat voor soort moraal kan een jong meisje krijgen van een non die gelooft dat zij, zolang als ze daar zin in heeft, kan leven zoals zij wil – dat niets kwaads haar kan overkomen, niet in dit leven nog in de toekomstige, slechts vooropgesteld dat ze toegewijd is aan de maagd Maria?
Laten de protestanten de “Glories of Mary”geschreven door St. Liguori lezen, een boek dat in handen is van elke non en elke priester, en ze zullen begrijpen wat voor soort moraal er wordt uitgeoefend en geleerd binnen de muren van de kerk van Rome. Ja, laten ze de geschiedenis van die dame lezen, die thuis zo goed werd vertegenwoordigd door de heilige Maagd dat haar man niet in de gaten had, dat ze afwezig was geweest, en dan zullen ze er enig idee van hebben wat hun kinderen kunnen leren in een klooster.