Twee wachters, bidden en waken
>>PDF<<
Een toespraak bedoeld om te lezen op zondag 1 mei 1892, gehouden door C.H. Spurgeon op donderdagavond 24 juli 1890.
De tekst is Nehemia 4:9
“Doch wij baden tot onze God en vanwege hun houding zetten wij dag en nacht een wacht tegen hen uit.”
NEHEMIA en de Joden, die bij hem waren, herbouwden de muren van Jeruzalem aan het herbouwen. Sanballat en anderen waren boos op hem en probeerden het werk te stoppen. Ze besloten het volk onverhoeds aan te vallen en hen te doden, om zo een einde te maken aan wat ze aan het doen waren. Onze tekst vertelt ons, wat Nehemia en zijn metgezellen deden in deze noodsituatie: “Doch wij baden tot onze God en vanwege hun houding zetten we dag en nacht een wacht tegen hen uit.”
Dit volk moest niet alleen de muur van Jeruzalem bouwen, maar ook terzelfder tijd waken tegen hun vijanden. Hun situatie en onze situatie zijn gelijk. Wij moeten werken voor Christus. Ik hoop dat een ieder van ons, die hem liefheeft, probeert te doen, wat hij kan om Zijn Koninkrijk te bouwen, maar wij moeten ook waken tegen dodelijke vijanden. Als zij ons kunnen vernietigen, zullen ze natuurlijk ook ons werk vernietigen. Ze zullen beide doen, als ze kunnen. De machten van het kwaad zijn razend op het volk van God. Als ze ons op de één of andere manier kunnen verwonden of hinderen, dan kunt u er gerust van uit gaan, dat ze dat zullen doen. Ze zullen geen steen onomgekeerd laten liggen als het hun doel kan dienen. Geen pijlen zullen achter blijven in de pijlkokers van de hel, als er nog gelovige mannen en vrouwen zijn, op wie ze gericht kunnen worden. Satan en zijn bondgenoten zullen elke giftige pijl, die ze hebben, op ons hart richten.
Nehemia was gewaarschuwd voor de aanval die zou plaatsvinden op de stad. De Joden, die dichtbij deze Samaritanen woonden, hadden hun gepraat gehoord over wat ze van plan waren te doen en ze kwamen Nehemia vertellen van de samenzwering van de tegenstanders. Wij zijn ook gewaarschuwd. Zoals onze Here tot Petrus zei: “Simon, Simon, de satan heeft verlangd u te ziften als de tarwe,” zo heeft Jezus ons in Zijn Woord verteld, dat er een grote en vreselijke boze macht is, die onze vernietiging zoekt. Als satan het doen kan, zal hij ons niet allen ziften als de tarwe, maar hij zal ons in het vuur werpen opdat we vernietigd worden. Broeders, “we zijn niet onwetend wat betreft zijn plannen.” U bent niet in het paradijs van een dwaas achtergelaten om te dromen over het veilig zijn in beproeving en u in te beelden dat u onbereikbaar bent voor verzoekingen.
Het was ook goed voor deze mensen dat, nu ze in gevaar waren en zich bewust waren van de kwaadaardigheid van hun vijanden, ze een grootse leider hadden, die hen aanspoorde de juiste koers te volgen. Nehemia was zeer geschikt voor zijn werk. Hij gaf de Joden een erg schrander, verstandig en toch geestelijk advies en dit was een grote hulp voor hen in hun uur van nood. Geliefden, wij hebben een betere leider dan Nehemia, wij hebben onze Here Jezus Christus Zelf en we hebben Zijn Heilige Geest, Die in ons woont en met ons zal zijn. Ik vraag u naar Zijn wijs en goed advies te luisteren. Ik denk, dat Hij het u zal geven door onze uitleg van de tekst. Hij zal tot u zeggen, wat Nehemia in feite tot deze mensen zei: “Waakt en bidt.” Hoewel de tegenstanders van de Joden een samenzwering beraamden en kwamen op te vechten tegen Jeruzalem en het werk van de herbouw van de muren te hinderen, zegt Nehemia: “Doch wij baden tot onze God en vanwege hun houding zetten we dag en nacht een wacht tegen hen uit.”
In de tekst zie ik twee wachters; ten eerste gebed: “Wij baden tot onze God.” De tweede wachter is waakzaamheid: “Wij zetten een wacht uit.” Wanneer ik over deze twee onderwerpen gesproken heb, zal ik als mijn derde punt nemen, de twee wachters samen. “Wij baden en we zetten een wacht uit.” We hebben ze allebei nodig als we de vijand willen verslaan.
I. Ten eerste dan, geliefde vrienden, denk aan DE EERSTE WACHTER: “Wij baden tot onze God.”
Als ik over dit gebed spreek, wil ik het als een voorbeeld naar voren brengen voor onze gebeden in een zelfde toestand. Het was een gebed, dat bedoeld was om zaken te doen. Wanneer wij bidden, ben ik soms bang dat we geen zaken aan het doen zijn bij de troon der genade, maar Nehemia was even praktisch in zijn gebed als in het uitzetten van de wacht. Sommige broeders gaan in onze bidstonden staan en zeggen een paar erg goede dingen, maar waar ze werkelijk om vragen weet ik echt niet. Ik heb gebeden gehoord, waarvan ik heb gezegd, toen ze voorbij waren: “Wel, als God dat gebed beantwoordt, dan heb ik er niet het flauwste idee van wat Hij ons zal geven.” Het was een heel mooi gebed en er zat ook heel veel uitleg van leer en ervaring in, maar ik denk niet dat God wil, dat leer en ervaring aan Hem worden uitgelegd. De fout van het gebed was, dat er helemaal niets in werd gevraagd. Ik vind het fijn, wanneer broeders aan het bidden zijn, dat ze even zakelijk zijn als een goede timmerman, die aan het werk is. Het heeft geen zin om een hamer te hebben met een ivoren handvat, tenzij u op de spijker mikt, die u op de kop wilt slaan en als dat uw doel is, dan zal een gewone hamer even goed zijn als een mooie, misschien zelfs beter. Nu, de gebeden van Nehemia en van de Joden waren smeekbeden om Goddelijke bescherming. Ze wisten, wat ze nodig hadden en ze vroegen er heel duidelijk om. O, dat er toch maar meer duidelijkheid in het gebed mag zijn! Ik ben bang dat onze gebeden vaak wolken zijn en dat we mist als antwoord krijgen. Nehemia’s gebeden waren bedoeld om zaken te doen. Ik wens, dat we altijd op die manier konden bidden. Wanneer ik bid, dan vind ik het fijn om naar God te gaan, zoals ik naar een bank ga, wanneer ik een cheque heb, die geïnd moet worden. Ik loop naar binnen, leg de cheque op de toonbank en de bankbediende geeft mij mijn geld, ik pak het op en ga weer naar mijn zaken. Ik weet niet, of ik ooit vijf minuten in de bank ben blijven staan om met de bankbedienden te praten; wanneer ik mijn geld heb ontvangen, ga ik weg en houd me met andere zaken bezig. Dat is hoe ik graag wil bidden, maar er is een manier van bidden, die lijkt op het rondhangen bij de genadetroon, alsof iemand geen speciale reden had om daar aanwezig te zijn. Laat het zo niet met u zijn, broeders. Pleit op de belofte, geloof die, ontvang de zegen die God bereid is en klaar staat u te geven en ga aan uw zaken. Het gebed van Nehemia en zijn metgezellen was bedoeld om zaken te doen.
Vervolgens was het een gebed dat moeilijkheden overwon. De tekst begint met het woord “nevertheless” wat in de Nederlandse Bijbel met “doch” wordt vertaald. Als we “nevertheless” in stukjes knippen, krijgen we drie woorden, never the less, niet te min. Wanneer er bepaalde dingen gebeuren, zullen we niet minder bidden, in tegendeel, we zullen des te meer roepen tot onze God. Sanballat spotte, maar wij baden niet minder, maar des te meer vanwege zijn spottende beschimpingen. Wanneer mensen uw godsdienst bespottelijk maken, bid er niet minder om. Als ze naar u toe zelfs wreed en gewelddadig worden, bid niet minder, niet te min, geen woord minder, geen lettergreep minder, geen verlangen minder en geen geloof minder. Wat zijn uw moeilijkheden, geliefde vriend, om naar de genadetroon te gaan? Welke hindernis ligt u in de weg? Laat niets u tegenhouden bij uw gaan naar de troon der genade. Maak van alle struikelblokken stapstenen en kom met heilige vrijmoedigheid en zeg, ondanks alle tegenstand: “Niet te min, wij baden tot onze God.”
Nehemia’s gebed was bedoeld om zaken te doen en het overwon de moeilijkheden.
Merk vervolgens op, dat het een gebed was dat op de eerste plaats kwam, voor al het andere. Het zegt niet dat Nehemia een wachtpost uitzette en dan bad, maar “niettemin baden wij tot onze God en zetten een wacht uit.” Gebed moet altijd het voorste paard zijn van het span. Doe verder wat wijs is, maar niet voordat u hebt gebeden. Stuur een boodschap naar de dokter als u ziek bent, maar bidt eerst. Neem het medicijn, als u het geloof hebt dat het u goed zal doen, maar bidt eerst. Ga met de man praten die u heeft belasterd, als u denkt dat u dat moet doen, maar bidt eerst. “Wel, ik ben van plan om dat te doen,” zegt iemand, “en ik zal later om een zegen bidden.” Begin er niet aan, totdat u hebt gebeden. Begin, ga door en beëindig alles met gebed, maar vooral, begin met gebed. Sommige mensen zouden nooit beginnen met wat ze van plan zijn te doen, als ze er eerst voor gebeden hadden, want dan konden ze er Gods zegen niet op vragen. Is er iemand hier die vanuit deze tabernakel naar een plaats gaat, waar hij niet hoort te komen? Zal hij eerst bidden? Hij weet dat hij niet om een zegen ervoor kan vragen en daarom dient hij er niet heen te gaan. Dit zou vaak een goede gids zijn in uw keuze waar u heen moet gaan. Nehemia bad eerst en zette toen een wacht uit.
Nogmaals, het was een gebed, dat werd voortgezet. Als ik het gedeelte juist lees, “We baden tot onze God en zetten dag en nacht een wacht tegen hen uit,” dan betekent het, dat, zolang als zij waakten, ze ook baden. Zij baden niet hun gebed en hielden er toen mee op en gingen weg, als ondeugende jongens, wanneer ze ergens op een bel drukken en dan wegrennen. Nadat ze begonnen waren te bidden, gingen ze door met bidden. Zolang als er nog vijanden in de buurt waren, werd er niet gestopt met het gebed en het waken. Ze bleven doorgaan met het roepen tot Hem Die Israël bewaart, zolang als zij de wachtpost ‘s nachts uitzetten om hen te waarschuwen voor de vijand.
Wanneer zullen wij ophouden met bidden, broeders en zusters? Wel, ze zeggen, dat we dat doen, wanneer we naar de hemel gaan. Ik ben daar niet zeker van. Ik geloof niet in de voorbede van heiligen voor ons, maar ik herinner me, dat er geschreven staat in het boek Openbaring, dat de zielen onder het altaar riepen: “Hoe lang, o Here?” Deze zielen wachten op de opstanding, wachten op de komst van Christus, wachten op de overwinning van Zijn Koninkrijk en ik kan hun wachten daar niet begrijpen zonder te roepen: “O Here, hoe lang? Gedenk Uw Zoon, verheerlijk Zijn naam, voltooi het getal van Uw uitverkorenen.” Maar zeker is, dat, zolang als wij hier zijn, we moeten bidden. Een dame, die beleed, dat ze al lang volmaakt was, zei dat haar denken in zo’n volledige gelijkvormigheid was met het denken van God, dat ze niet langer hoefde te bidden. Arm schepsel! Wat voor verstand had ze van deze zaak? Ze had het nodig te beginnen met de eerste letter van het alfabet van de redding en bidden: “God wees mij zondaar genadig!” Wanneer mensen zich inbeelden dat ze niet hoeven te bidden, moge de Here hen dan genadig zijn!
“Laten christenen bidden zolang zij leven,
want slechts als zij bidden, leven zij.”
Het gebed dat Nehemia opzond was vervolgens, een gebed dat hij zelf had gemaakt. Misschien zijn er sommigen van u, die ervan houden dat er gebeden voor u worden gemaakt en het kan zijn, dat, als allen in de samenkomst zich in de smeking moeten voegen en elke stem moet spreken, het gebed moet worden voorbereid, alsof het een gezang is, maar die klaargemaakte gebeden lijken me te veel op confectiekleding; ze zijn ervoor bedoeld om iedereen te passen en het is maar zelden, dat ze iemand passen. Geef me voor echte zaken bij de genadetroon een eigengemaakt gebed, een gebed dat komt uit de diepten van mijn hart, niet omdat ik dat zelf uitgevonden heb, maar omdat God de Heilige Geest dat erin legde en het zo’n levende kracht gaf, dat ik er niets aan kon doen om dat gebed eruit te laten komen. Hoewel uw woorden gebroken zijn en uw zinnen onsamenhangend; als uw verlangens vurig zijn, als ze zijn als het houtskool van de jeneverbes, dat brandt met een felle vlam, dan geeft God er niet om hoe ze tot uitdrukking komen. Wanneer u geen woorden hebt, dan kunt u misschien beter zonder woorden dan met woorden bidden. Er zijn gebeden, die woorden doen stokken; ze zijn te moeilijk om in menselijke taal uit te drukken.
Dit gebed dan, wat het ook moge zijn geweest wat betreft de woorden, was een gebed dat door de pleiters zelf werd gemaakt: “Wij baden tot onze God.”
Het is echter erg belangrijk op te merken, dat het een gebed was, dat ging naar de woning van het gebed: “Wij baden tot onze God.” U hebt gehoord van de man die bad te Boston, “het centrum van het heelal” en de volgende morgen stond er het verslag in de krant, dat dominee doctor die-en-die het mooiste gebed bad, dat ooit tot een Bostons gehoor werd gesproken. Ik ben bang, dat er van dat soort gebeden bestaan, die worden gebeden tot een samenkomst. Dat is niet het soort gebed waar God van houdt. Vergeet dat er iemand aanwezig is, vergeet dat een menselijk oor naar uw accent luistert en laat er van uw gebed gezegd worden: “Doch wij baden tot onze God.”
Het is volkomen normaal om op te merken dat het gebed naar God moet gaan, wil het enige zin hebben, maar het is er noodzakelijk deze opmerking te maken. Wanneer het gebed niet naar God gaat, wat voor nut heeft het dan? Wanneer u uit uw binnenkamer komt en ervaart, dat u alleen maar een formulier hebt gevolgd, wat brengt het u dan voor voordeel? Spreek uw gebed uit tot uw God. Spreek in Zijn oor en weet dat Hij er is en ga dan heen en weet dat Hij u geantwoord heeft, dat Hij het licht van Zijn aanschijn over u heeft doen lichten. Dat is het soort gebed, dat we nodig hebben voor onze bescherming tegen onze vijanden, dag en nacht.
Nog eenmaal over dit eerste punt. Ik maak op uit de woorden hier voor me, dat het een gebed was, dat doortrokken was van geloof. “Wij baden tot … God”? Nee, “tot onze God.” Ze hadden Jehova als hun God genomen en ze baden tot Hem als hun God. Ze hadden de volle zekerheid dat, ofschoon Hij de God van de hele aarde was, Hij toch speciaal hun God was en dus baden zijn hun gebed tot de God, Die Zichzelf aan hen had gegeven en tot wie zij behoorden door de relatie van het verbond. “Wij baden ons gebed tot onze God.” Deze twee kleine woorden hebben een enorm gewicht aan betekenis in zich. De deur van het gebed lijkt op deze twee gouden scharnieren te draaien, – “onze God.” Als u en ik verlost moeten worden van de boze, die in de wereld is, als we door moeten gaan met het bouwen van de gemeente van God, dan moeten we een machtig gelovig gebed als onze eerste wachtpost hebben, zoals Nehemia en zijn Joodse vrienden dit gebed tot de Here baden.
II. Nu moet ik met u spreken over DE TWEEDE WACHTPOST: “Wij zetten dag en nacht een wacht tegen hen uit.” Dit uitzetten van de wacht was een opgedragen werk. “Wij zetten een wacht uit.” Nehemia zei niet: “Nu kerels, een paar van jullie gaan wacht lopen,” zo de post van de wachters open latend voor ieder, die er voor koos die te nemen, maar zij “zetten een wacht uit.” Een bepaald aantal van de mannen moest op een bepaald punt en op een bepaald uur zijn plicht vervullen en moest daar een bepaald tijd blijven en op wacht staan om de tegenstander in de gaten te houden. “Wij zetten een wacht uit.” Broeders, als we over onszelf moeten waken en dat moeten we, dan moeten we het doen met een duidelijk omschreven doel. We moeten niet zeggen: “Ik moet proberen waakzaam te zijn.” Nee, nee, u moet waakzaam zijn en uw waakzaamheid moet even beslist en duidelijk een daad zijn als uw gebed. “Wij zetten een wacht uit.” Sommigen van u hebben gezien dat de wacht bij de kazerne werd afgelost; er is een speciale tijd voor elke compagnie om wacht te lopen. Wanneer u ‘s avonds naar bed gaat, bid dan tot de Here om u tijdens de duisternis te behoeden. Zet ‘s morgens een wacht uit, wanneer u naar uw zaken gaat. Zet een wacht uit, wanneer u naar de eettafel gaat, zet een wacht uit, wanneer u thuiskomt. O, hoe spoedig kunnen we verleid worden tot het kwaad, als we niet een wacht uitzetten!
Het was een werk, dat zorgvuldig werd gedaan: want Nehemia zegt: “We zetten dag en nacht een wacht tegen hen uit.” Deze laatste drie woorden betekenen: “tegen hen uit”; dat is, waar er ook maar een vijand was, daar zette hij een wacht tegen uit. Ze komen waarschijnlijk langs deze weg. Heel goed, zet er een wacht neer. Misschien veranderen ze van richting en komen ze langs die kant. Heel goed, zet er een wacht neer. Misschien komen ze hier in het voorste gedeelte over de muur klimmen. Wel, zet er een wacht neer. “Wij zetten een wacht tegen hen uit.” Een broeder is erg heetgebakerd. Broeder, zet daar een wacht uit. Iemand anders is erg geneigd tot lichtzinnigheid. Broeder, zet daar een wacht tegen uit. Een ander is thuis erg nors, kritisch en zit steeds op anderen te vitten. Broeder, zet daar een wacht uit. Een vriend heeft neiging om trots te zijn, een ander om ongelovig te zijn. Zet een wacht uit, waar de vijand waarschijnlijk langs komt. “We baden tot onze God en zetten een wacht tegen hen uit.”
Het was een werk, dat doorging; Nehemia zegt: “We zetten dag en nacht een wacht tegen hen uit.” Wat! Moet er iemand de hele nacht opzitten? Natuurlijk gebeurt dat. Als Sanballat hen had verteld, wanneer hij van plan was hen aan te vallen, dan zouden ze op andere momenten kunnen gaan slapen, maar omdat hij hen die informatie niet gaf, moesten ze “dag en nacht” een wacht uitzetten. De duivel zal u geen bericht sturen, wanneer hij u gaat verzoeken; hij houdt er van om mensen bij verrassing te nemen en daarom: zet dag en nacht een wacht uit.
Het was een werk dat aangemoedigd werd door de kennis van de feiten. Zij wisten, dat Sanballat als hij kon zou komen, dus zetten zij een wacht uit. Hoe meer u weet van de pest van uw eigen hart, hoe meer u er een wacht tegen uit kunt zetten. Hoe meer u weet van de verzoekingen, die door de begeerte in de wereld zijn, hoe meer u een wacht dient uit te zetten. Hoe ouder u bent, hoe meer u op wacht staat. “O,” zegt een bejaarde vriend, ” dat moet u niet zeggen; het zijn de jongelui, die het verkeerde pad op gaan.” Is dat zo? Kunt u in het Oude of in het Nieuwe Testament een voorbeeld vinden van een jonge gelovige die de verkeerde kant opging? De Bijbel vertelt ons van veel ouderen, die door de satan werden gevangen, toen ze niet op wacht waren, dus hebt u het nodig een wacht uit te zetten, zelfs wanneer uw haar grijs wordt, want u zult niet buiten het bereik van de pijlen van de duivel zijn, totdat u door de paarlen poort bent gegaan en in de gouden straten van het Nieuwe Jeruzalem bent.
U en ik, geliefde vrienden, hebben het nodig een wacht uit te zetten tegen de vijanden van ons heilig geloof. Sommige mensen vragen me: “Waarom praat u zoveel over de “Down-grade”?[1] Laat de mensen toch geloven, wat ze fijn vinden. Ga door met uw werk voor God en bid tot Hem dat Hij ze terecht wijst.” Ik geloof in bidden en het uitzetten van een wacht. Wij moeten met jaloerse ijver waken voor “het geloof dat eenmaal de heiligen is overgeleverd.” Wanneer u merkt, zoals u dat nu ziet, dat belijdende christenen en belijdende christelijke dienaren des Woords elk geloofsartikel loochenen, of dat ze een andere betekenis aan al de woorden hechten dan dat ze eigenlijk begrepen moeten worden en leugens prediken in de naam van de Allerhoogste, dan is het tijd dat iemand een wacht tegen hen uitzet. Het werk van een nachtwaker is geen gemakkelijk baantje, maar ik ben bereid die post op me te nemen voor de zaak van mijn Gezegende Meester. Die zogenaamde knechten van Christus, die een onheilig verbond met mensen zijn aangegaan, die het geloof loochenen, zullen hiervan rekenschap moeten afleggen op de laatste grote dag. Wat ons betreft broeders, laat onze Here, wanneer Hij komt, ons wakende en biddende vinden.
Maar, geliefde vrienden, om bij onszelf te blijven, wij moeten een wacht uitzetten tegen onze eigen persoonlijke tegenstanders. Ik hoop, dat in een bepaalde betekenis, u geen persoonlijke vijanden hebt; dat niemand wrok tegen u koestert, maar dat u in vrede en liefde leeft met alle mensen. Maar er zijn hier christenen, die naar hun huis zullen gaan, waar iedereen in het huis tegen hen is. Menig gelovige vrouw gaat van het heiligdom naar een dronken echtgenoot; veel kinderen die tot God zijn bekeerd, zien alles behalve fijne dingen bij hen thuis. Wat moeten ze in zulke omstandigheden doen? Zet een wacht uit. Geliefde vrouw, hoe weet u, dat u het instrument zult zijn om uw onbekende man te redden? Als dat zo is, moet u een wacht uitzetten; ga niet tegen hem te keer; op die manier zult u hem niet bekeren. En u, geliefde kinderen, die tot Christus gekomen bent en zich bij de gemeente hebt gevoegd, let er op dat u plichtsgetrouw en gehoorzaam bent, want anders zult u alle hoop vernietigen om uw ouders tot de Heiland te brengen. Zet een wacht uit, zet een wacht uit. “O!” zegt u, “als ik maar iets verkeerd doe, dikken zij het aan.” Ik weet dat ze dat doen, zet daarom een wacht uit; wees voorzichtiger. Zet een wacht uit tegen uw humeur, zet een wacht uit tegen uw tong, zet een wacht uit tegen uw daden. Wees geduldig, wees vriendelijk, wees vol liefde. Moge de Geest van God dit alles in u bewerken!
Maar er is een ander stel vijanden, die veel vreselijker zijn dan deze tegenstanders die buiten ons zijn, namelijk de vijanden van binnen, de slechte neigingen van onze verdorven natuur, waartegen we altijd een wacht moeten uitzetten. Misschien zegt u: “Hoe kan ik dit doen?” Wel, ten eerste, weet wat ze zijn. Mensen, die nog niet lang christen zijn, moeten proberen erachter te komen wat hun zwakke punten zijn. Het zou me niet verbazen, geliefde vriend, als uw zwakke punten dáár liggen, waar u denkt, dat u sterk bent. Wanneer u denkt: “O, ik zal daar nooit verkeerd gaan!” dan is dat juist de plaats waar u waarschijnlijk zult vallen. Zet een wacht uit waar één of andere zwakte aan het licht gekomen is en als u in het verleden in uw leven als christen de Heilige Geest hebt bedroefd met iets verkeerds, zet daar dan een dubbele wacht neer. Waar u één keer gestruikeld bent, kunt u nog een keer struikelen, want u bent nog dezelfde mens. Zet ook een wacht uit, geliefde vriend, wanneer u zich niet helemaal zeker voelt. Steeds wanneer u zich zeker voelt, dat u niet verzocht kunt worden in een bepaald opzicht, is dat het bewijs, dat u reeds zo trots bent als Lucifer. Zet een wacht uit, zet een wacht uit, zet een wacht uit. Vermijdt elke gelegenheid van zonde. Als een bepaalde keuze in het gedrag u tot zonde zou leiden, ga dan niet in die richting. Ik hoorde een man zeggen als excuus voor het drinken: “Ziet u, steeds wanneer ik een glas bier neem, lijkt het alsof ik mezelf verlies en dan moet ik er nog twee of drie hebben.” Wel dan, als dat het geval met u is, neem dan geen glas bier. “Maar,” zegt iemand, “als ik in gezelschap ben, vergeet ik mezelf.” Ga dan niet in dat gezelschap. Je kunt beter als kluizenaar naar de hemel gaan, dan met een menigte naar de hel. Ruk uw rechteroog uit en hak uw rechterhand af, eerder dan dat deze er de oorzaak van zouden zijn, dat u in zonde valt. Ga niet daarheen waar u waarschijnlijk verzocht zult worden. “Wel,” zegt iemand, “maar mijn zaken roepen me om te midden van verzoekingen te zijn.” Ik weet dat uw zaken u kunnen dwingen daarheen te gaan waar ongelovige mensen zijn, want hoe zouden sommigen überhaupt kunnen leven, als ze niet in contact kwamen met ongelovigen? Ze zouden dan wel uit de wereld moeten gaan. Wel dan, als dat uw geval is, doe dan de gehele wapenrusting Gods aan en ga niet zonder erop voorbereid te zijn de goede strijd des geloofs te strijden. Zet een wacht uit, zet een wacht uit, zet een wacht uit.
Wees waakzaam wat betreft het begin van de zonde. Bedenk dat satan nooit begint waar hij er mee ophoudt; hij begint met een kleine zonde en hij gaat verder met een grotere. Wanneer hij eerst mensen verzoekt, dan richt hij zich niet op alles wat hij hoopt voor elkaar te krijgen, maar hij probeert ze beetje bij beetje te trekken en hij gaat stap voor stap in de richting van de grotere zonde, die hij hen graag wil laten bedrijven. Ik geloof niet dat tegenwoordig een christen te nauwkeurig kan zijn. We dienen een erg nauwkeurige God: “de Here, uw God, is een naijverig God.” Blijf bij veel dingen vandaan, waaraan naamchristenen zich thans overgeven. De vraag is of ze wel christen zijn. Als we hen niet moeten oordelen, laten we dan in elk geval onszelf oordelen en eens en voor altijd vaststellen, dat we niet daarheen durven gaan waar zij heen gaan; inderdaad, wij willen dat ook niet.
Let op datgene,wat God u heeft te zeggen. Als bij het lezen van de Bijbel de Heilige Geest een tekst met speciale kracht tot u laat doordringen, beschouw het dan als een hint van uw Hemelse Vader, dat daar voor u een les in ligt. Ik ben vaak verbaasd over de manier waarop de morgentekst dikwijls de hele dag door onderricht. Mensen, die naar het gepredikte woord van God komen horen, merken vaak dat er binnen twee of drie dagen een reden is, waarom de prediker die speciale preek hield en een reden, waarom zij werden geleid om die te horen.
Steeds wanneer u een naamchristen van de weg der heiligheid ziet afdwalen, praat er dan niet over om zo het kwaad erger te maken. “Het is een slechte vogel die zijn eigen nest bevuild.” Zet een wacht uit voor uzelf in plaats van te spreken over de val van een ander en zeg: “Waar hij is uitgegleden, daar kan ik ook struikelen, als de genade van God mij niet bewaart. Denk aan de woorden van onze Heiland tot de drie discipelen die bij Hem waren in Gethsemane: “Waakt en bidt opdat gij niet in verzoeking valt.”
III. Ik sluit af met de TWEE WACHTERS SAMEN TE NEMEN. “We baden tot onze God en zetten een wacht tegen hen uit”
Geliefde vrienden, afzonderlijk zijn deze beide wachters niet voldoende. Gebed alleen zal geen nut hebben. Bidden en niet waken is arrogantie. U doet net, alsof u op God vertrouwt en toch stort u uzelf in gevaar, zoals de duivel graag Christus wilde laten doen, toen hij Hem verzocht Zichzelf van de rand van de tempel af te werpen. Als u bidt om bewaard te blijven, wees dan waakzaam.
Bidden zonder waakzaamheid is huichelachtigheid. Een man bidt om bewaard te blijven voor de zonden en begeeft zich daarna in verzoekingen; zijn gebed is klaarblijkelijk louter een staaltje van spotternij, want hij voert het in de praktijk niet uit.
Soms kan echter onwetendheid leiden tot gebed zonder waakzaamheid. Er zijn andere dingen die niet weggelaten moeten worden. Laat me u een eenvoudig verhaal vertellen. Er was een schoolmeisje, dat haar les vaak niet kende en er was een ander meisje, dat naast haar zat en dat altijd haar les correct opzei. Haar vriendin zei tegen haar: “Jane, hoe komt het dat jij altijd je les kent?” Jane antwoordde: “Ik bid tot God om mij te helpen en dan ken ik de les.” De volgende dag stond het andere meisje op, maar ze kende haar les niet en later zei ze tegen haar vriendin: “Ik bad tot God voor mijn les, maar ik kende die niet beter dan gisteren.” Jane zei: “Maar heb je ook geprobeerd de les te leren?” “Nee,” zei ze, “ik bad ervoor en dacht, dat dat voldoende was.” Natuurlijk kende ze haar les niet zonder die te leren. Op dezelfde manier moet u zowel waken als bidden. Er moet dagelijks een wacht uitgezet worden tegen de tong en de gedachte en de hand, anders zal het gebed tevergeefs zijn.
Ik ken een paar mensen, die grote risico’s lopen en toch zeggen, dat ze tot God gebeden hebben om hen te bewaren. Ik heb tientallen malen deze woorden gehoord: “Ik heb er een gebedszaak van gemaakt,” en dan stond ik op het punt om boos te worden op de man, die ze uitsprak. Hij heeft iets verkeerds gedaan en heeft zichzelf verontschuldigd, omdat hij zegt, dat hij er een gebedszaak van had gemaakt. Een jongeman trouwde met een ongelovige jonge vrouw en toch zei hij, dat hij er een gebedszaak van had gemaakt! Een christenvrouw trouwde een ongelovige man en toen iemand haar ervan beschuldigde, dat ze ongehoorzaam was aan het Woord van God, zei ze, dat ze er een gebedszaak van had gemaakt! Als u echt Goddelijke leiding had gezocht, zou u het niet aangedurfd hebben om datgene te doen, wat de Bijbel een kind van God nadrukkelijk verbiedt. Gebed zonder te waken is niet voldoende om ons voor het kwaad te bewaren.
Geliefde vrienden, aan de ander kant is het waken zonder bidden even nutteloos. Om te zeggen: “Ik zal mijzelf rein bewaren,” en daarnaast nooit tot God te bidden om u te bewaren, is arrogantie, die moet leiden tot iets kwaads. Als u probeert te waken en u bidt niet, dan zult u gaan slapen en dat zal dan het einde van uw waken zijn. Het is slechts door te bidden en te waken, dat u in staat zult zijn op uw hoede te blijven. Bovendien wordt het waken zonder gebed vermoeiend en geven we het spoedig op, tenzij we een fijne gebedspauze hebben om ons rust te geven en om ons te helpen door te gaan met waken.
Ik zal u niet langer ophouden, wanneer ik dit heb gezegd, neem de twee samen, “Waakt en bidt,” of zoals het in mijn tekst staan, “Bidt en waakt.” Het ene zal het ander helpen. Het gebed zal de wachter doen uitrukken, het gebed zal hem aansporen om zijn ogen open te houden, het gebed zal het voedsel zijn om hem de gehele nacht door te ondersteunen, het gebed zal het vuur zijn om hem te verwarmen. Aan de andere kant zal het waken het gebed helpen, want waken bewijst dat het gebed echt is. Waken wekt het gebed op, want elke vijand, die we zien, zal ons ertoe bewegen om vuriger te bidden. Bovendien, waken is bidden. Als er echt waken is, dan is het waken zelf een gebed. De twee gaan in elkaar over. Geliefde vrienden, ik zend u heen, terwijl mijn tekst in uw oren weerklinkt: “We baden tot onze God en we zetten dag en nacht een wacht tegen hen uit.”
Maar ik heb niet gesproken tot allen die hier zijn. Sommigen van u bidden niet, sommigen van u kunnen niet een wacht uitzetten. De boodschap voor u is: “Gij moet wederom geboren worden.” U kunt niet proberen aan christelijke plichten te voldoen, totdat u eerst het leven van een christen hebt en de enige manier om het leven van een christen te krijgen, is door het geloof in de Here Jezus Christus te hebben. Kom tot de bron, die Hij heeft gevuld met Zijn kostbaar bloed; wast u daar en weest rein en zet dan, levend gemaakt door Zijn Geest, een wacht uit. Ik zie er naar uit, dat in deze dienst een aantal zielen tot Christus worden gebracht, want hoewel ik tot Gods volk heb gepredikt, zal er, als zij voor u hebben gewaakt en voor u hebben gebeden, een zegen voor u komen door hun waken en hun bidden. De Here geve, dat het tot velen van u mag komen! “Zoek de Here, terwijl Hij Zich laat vinden, roep Hem aan, terwijl Hij nabij is.” Mogen velen vanavond de Here zoeken en vinden en mogen velen Hem in waarheid aanroepen! “Al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden.” God geve dat het zo moge zijn voor een ieder, die hier is, om Jezus wil! Amen.
[1] D.i. het ‘afglijden’ van veel predikanten en kerkleden in de richting van vrijzinnigheid en werelds vermaak.