Selecteer een pagina

Raadgevingen aan Christenen 5

>>PDF<<

HOOFDSTUK 5

Het vastleggen van antwoorden op gebed

Ik wens, mijn geliefde christenvrienden, uw aandacht te bepalen bij twee gedeelten die gaan over het gebed. Het eerste vindt u in het begin van Psalm 116: “Ik heb de Here lief, want Hij hoort mijn stem en mijn smekingen. Want Hij heeft Zijn oor tot mij geneigd, daarom zal ik mijn leven lang tot Hem roepen.”

De Psalmist zegt dat hij de Here liefheeft, omdat Hij zijn stem en zijn smekingen gehoord heeft. Nu kan dit niet het geval zijn bij ons, behalve dan, wanneer wij de hand van God opmerken, dat Hij onze smekingen heeft gehoord en dat Hij onze gebeden heeft beantwoord. De Psalmist merkte de hand van God op en zei: “Ik heb de Here lief omdat Hij mijn stem heeft gehoord.”

Erg weinig van Gods geliefde kinderen zijn zich ervan bewust, hoezeer dit opmerken van de hand van God met betrekking tot de antwoorden op gebed te maken heeft met de toegenomen liefde tot hun hemelse Vader. We zijn zo geneigd om niet te letten op de hand van God en voorbij te gaan aan wat God in antwoord op ons gebed in Zijn welbehagen heeft gedaan.

Daarom wil ik allen, maar vooral de jonge gelovigen, aanraden een klein boekje te gebruiken waarin ze aan de ene kant de verzoeken, die ze voor Gods aangezicht brengen, kunnen opschrijven. Er zijn bepaalde dingen die God op ons hart heeft gelegd en wij moeten die opschrijven. Het is ook handig voor ons om op te schrijven, wanneer ik voor iets bepaalds begon te bidden en verder voortging met het bidden voor deze zaak. Als we dat doen, zullen we vroeg of laat ontdekken, dat het gebed beantwoord zal worden. Laat ons dan aan de andere kant van dat boekje opschrijven, dat op een bepaalde tijd het God heeft behaagd dat gebed te beantwoorden.

Het opnieuw bekijken van beantwoorde gebeden

Lees dan na een poosje uw boekje door en u zult ontdekken hoe God het steeds weer behaagd heeft uw gebeden te beantwoorden, misschien wel met betrekking tot zaken, waar u weinig verwachting van had, dat er een antwoord op zou komen. Spoedig zult u het wonderlijke effect hiervan bemerken in uw hart; uw liefde en dankbaarheid ten opzichte van uw hemelse Vader zullen groeien. Hoe zorgvuldiger u bent in het vastleggen van wat u hebt gevraagd en wat God u heeft gegeven, hoe nauwkeuriger u steeds weer zult kunnen nagaan hoe het God steeds weer behaagde uw gebeden te beantwoorden. En wat meer is, u zult tot God getrokken worden in liefde en dankbaarheid. U zult precies hetzelfde ontdekken als de Psalmist, toen hij zei: “Ik heb de Here lief omdat Hij mijn stem en mijn smekingen heeft gehoord.”

Wij dienen God lief te hebben, al hebben we geen antwoorden op onze gebeden. Maar dit alles zal onze liefde tot Hem enorm doen toenemen. Als we de hand van God opmerken, zullen we spoedig ontdekken, dat wij tientallen en honderden antwoorden op het gebed hebben. En zo zullen we ertoe gebracht worden om Hem meer en meer lief te hebben om al datgene wat Hij heeft gedaan. En als we opmerken hoe we geholpen zijn, hoe genadig en overvloedig onze Vader is geweest en hoe Hij er een behagen in heeft om te luisteren naar de smekingen van Zijn kinderen, dan zal ons hart steeds meer vervuld worden met liefde en dankbaarheid voor Hem.

Een ander gevolg van dit alles op de Psalmist vinden we in het tweede vers: “Want Hij heeft Zijn oor tot mij geneigd, daarom zal ik mijn leven lang tot Hem roepen.” Hoe meer bewijzen we hebben van Zijn macht en Zijn bereidheid om ons te helpen, hoe meer ons hart vastbesloten zal zijn om de Here aan te roepen. Hoe meer onze gebeden beantwoord zijn, hoe meer we worden aangemoedigd om met een nieuwe vastbeslotenheid nog grotere dingen te vragen. We dienen aangemoedigd te worden om steeds weer te komen, opdat Hij Zijn oor tot ons zal neigen.

Is dit, mijn geliefde vrienden, het geval bij ons? Worden deze twee punten in ons gevonden en kunnen we met de Psalmist zeggen: “Ik heb de Here lief omdat Hij mijn stem en mijn smekingen heeft gehoord?” En zegt ons hart: “Omdat Hij Zijn oor tot mij geneigd heeft, daarom zal ik Hem aanroepen zolang ik leef?” Waarlijk, als wij gelovigen zijn, dan dient het zo bij ons te zijn.

Vrij van zorgen

Het tweede gedeelte, waar ik uw aandacht graag bij wil bepalen, vindt u in de brief aan de Filippenzen, hoofdstuk 4:6 en 7. “Weest in geen ding bezorgd; maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking, met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en gedachten behoeden door Christus Jezus.”

“Weest in geen ding bezorgd.” Dit betekent helemaal niet, dat we zorgeloos of nonchalant over alles kunnen zijn. Dat is niet de betekenis. De betekenis is niet bezorgd te zijn over iets. Dit is één van de voorrechten van de kinderen van God. Het wordt hun toegestaan, niet alleen toegestaan, maar ze worden ertoe uitgenodigd, ze worden niet alleen uitgenodigd, maar het wordt hen bevolen om al hun zorgen, verdriet, beproevingen en noden bij hun Hemelse Vader te brengen. Ze moeten heel hun last op God wentelen en al hun zorgen op Hem werpen.

En omdat ze dat mogen doen, ja omdat hen bevolen wordt dat te doen, hoeven zij zich nergens zorgen om te maken. Hoeveel of hoe gevarieerd onze moeilijkheden of onze noden ook mogen zijn, we moeten ze alle in gelovig gebed aan God opdragen. We moeten niet bezorgd zijn. En waarom niet? Omdat het onmogelijk is bezorgd te zijn zonder God te onteren.

Als de mensen van de wereld zien, dat wij christenen net zoals zij bezorgd zijn, dan hebben ze reden om te zeggen dat onze belijdenis, dat wij een Almachtige Vriend en Helper in de hemel hebben, alleen maar een belijdenis is. Daarom onteren wij God door niet op Hem te vertrouwen in het uur van de nood.

Wij hebben echter zo’n Vriend. Hij is bereid en in staat om ons te helpen en om ons te verlossen op Zijn eigen tijd en wijze. Dat is juist de reden waarom we niet bezorgd hoeven te zijn over iets.

“Maar,” zegt u, “hoe kan ik, een vrouw, met een man die een dronkaard is, niet bezorgd zijn?” Nee, ik zeg u, mijn zuster in Christus, u moet voor uw man bidden. U moet zeer vurig voor die man bidden.

Maar denk eraan uit te kijken naar een antwoord op uw gebed. Het is de wil van uw Hemelse Vader, dat u zelfs in zulke omstandigheden niet bezorgd bent. U bidt ernstig, dat hij bekeerd wordt. Dat is goed en juist. Maar wees niet bezorgd, zelfs niet in zulke omstandigheden. Als u de last op God wentelt en al uw zorg op Hem gooit, dan zult u vrij zijn van zorg, zelfs onder deze omstandigheden.

En dat geldt ook voor elke zaak met onze kinderen, bijvoorbeeld met de kinderen die onbekeerd zijn. We moeten hen met zorg opvoeden in de vreze des Heren en hun een heilig, godvruchtig voorbeeld geven. We moeten veel voor ze bidden en op geschikte momenten hen de waarheid vertellen. Maar zelfs met betrekking tot hen moeten wij niet bezorgd zijn. We moeten de last, de hele last, op God wentelen. Hij zal de last voor ons dragen.

Wij moeten dus de belofte letterlijk nemen, “Weest in geen ding bezorgd.” Dan zullen wij in heilig vertrouwen wandelen. Vertrouw op uw  Hemelse Vader, zie op naar Hem, geef u over aan Hem en weet, dat Hij zal helpen op Zijn eigen tijd en wijze.

Maar, terwijl het bevel is niet bezorgd te zijn over iets, worden we tegelijkertijd aangespoord om alles voor Gods aangezicht te brengen. Dit heeft niet tot doel ons zorgeloos te maken, maar ons wordt geleerd om alleen op Hem te leunen.

We worden hier aangespoord om de zaak bij God te brengen. “Maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking, met dankzegging bekend worden bij God.” Let vooral op het woord “alles”. Het zijn niet alleen de grote zaken, die wij bij God moeten brengen, niet alleen de kleine, maar “alles”. Laten we daarom al onze zaken, de tijdelijke en de geestelijke, bij God brengen. En dit om de eenvoudige reden, dat het leven bestaat uit kleine dingen. Als we proberen onder kleine beproevingen in onze eigen kracht stand te houden, dan zullen we ontdekken dat ze te zwaar voor ons zijn; we zullen vallen en dat is tot oneer van God.

De dwaasheid van het negeren van deze aansporing

Wanneer een christen probeert de kleine lasten in z’n eigen kracht te dragen, dan weet ik, dat hij spoedig God zal onteren. We hebben niet het kleinste deeltje kracht om überhaupt welke kleine of grote last ook te dragen. Daarom moeten we ze alle bij God brengen. En als wij proberen ze te dragen, zullen we ontdekken dat ze toenemen in gewicht.

Om het op de manier van mensen te zeggen: God plaatst een gewicht van een pond aan verzoeking op ons en als we die opnemen en die op de schouders van onze Hemelse Vader leggen, dan is het verdwenen. Maar als we aan de andere kant proberen het zelf te dragen, wat zal dan het gevolg zijn? Het zal spoedig groeien tot tien pond. En als we nog steeds proberen het te dragen dan zal het honderd pond worden. Als we doorgaan met te proberen het op te tillen in onze eigen kracht, dan zal het steeds verder groeien om ons te leren, dat wij het op God moeten werpen.

Het is juist onze wijsheid om, wanneer we kleine lasten hebben, die allemaal aan onze hemelse Vader te vertellen: “Ik heb niet de kracht voor dit gewicht, ik kan de last niet dragen.” Wel, onze Hemelse Vader staat klaar om dit voor ons te doen. Hij heeft ons bevolen al onze zorgen op Hem te wentelen en niet te proberen ze in onze eigen kracht te dragen. Laten we dan al onze zorgen en lasten op God wentelen en Hij zal ze voor ons dragen.

Daarom is het zo enorm belangrijk om “in alles, door gebed en smeking, onze wensen bekend te maken bij God.” Met gebed en niet alleen met gebed, maar ook met smeking, met ijver en met vurigheid. Wij gedragen ons soms net als bedelaars. Ze vragen om een aalmoes en u lijkt niet te luisteren  en loopt door. Maar ze gaan achter u aan, misschien twintig stappen, misschien zelfs wel honderd meter of nog meer. Ze blijven u volgen en vragen, totdat zij de aalmoes krijgen, die ze verlangen.

Nu, dit is wat wij hebben te doen. Niet alleen maar ons verzoek vermelden bij God, maar blijven vragen, steeds vragen met vurig gebed en smeking, totdat wij het ontvangen. Vragen net als een bedelaar dat zou doen. Zal onze Hemelse Vader het ons niet geven als we zien, dat Hij ons Zijn grootste gave, Zijn Zoon, heeft geschonken?

Dankzegging

Verder moeten we er speciaal op letten dat gebed en smeking vergezeld gaat van dankzegging. Dat betekent, als ik het zo mag zeggen, dat wij het fundament moeten leggen door de dankzegging en dat we daarop het bouwwerk plaatsen van gebed en smeking. We dienen de Here te prijzen voor wat Hij ons reeds heeft gegeven, wanneer we Hem vragen om meer zegen.

Hierin zijn we dikwijls erg nalatig. We vergeten God te eren voor de genade, die we reeds van Hem ontvangen hebben. Dit moet niet zo zijn.

Het zekere gevolg van dit alles

In het volgende vers vinden we het kostbare resultaat van dit alles. “De vrede Gods” is het kostbare resultaat van zo’n wijze van handelen. Onze harten hebben vrede in plaats van dat we ons her en der haasten als mensen, die buiten zichzelf zijn. In plaats van grote opwinding zal ons hart vrede kennen als gevolg van gebed en lofprijs.

We zullen de vrede hebben, die alle verstand te boven gaat. De vredige kalmte die zo kostbaar is en die met geen woorden beschreven kan worden, die zal in onze harten zijn. “De vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden door Christus Jezus.”

Uw hart behoeden

In het woord “behoeden” zit de gedachte van een garnizoen. Het betekent dat ons hart bewaakt zal worden door de vrede van God, zoals een garnizoen een fort behoedt en bewaart.

Er zit veel rijkdom in deze teksten. Terwijl de mensen van de wereld en zelfs sommige kinderen van God, die deze waarheden niet kennen en niet om deze vrede vragen, er beroerd aan toe zijn, bezorgd zijn en zich druk maken als ontredderde mensen, wanneer er grote moeilijkheden komen, kunnen wij, de kinderen van God, die deze kostbare waarheden kennen, kalm blijven en rustig op de Here wachten en onszelf overgeven in de handen van God. Zo zal de vrede, die het verstand te boven gaat in ons hart en in onze gedachten heersen. Dat zal ons niet alleen hulp geven, maar ons ook bewaren voor verkeerde wegen. Het zal eer aan God brengen voor het oog van de wereld. Het zal de kinderen van God troosten en lofprijs, eer en heerlijkheid brengen aan Hem. Deze vrede van God, die zo verkregen wordt en voortduurt, zal ons hart en gedachten bewaren in Christus Jezus en ons op de juiste weg houden.