Selecteer een pagina

Raadgevingen aan Christenen 4 

>>PDF<<

HOOFDSTUK 4  

Raadgevingen aan bekeerden

Het gedeelte, dat ik op mijn hart heb om daarover enkele woorden van raad en lering te spreken, vooral tot de jongere broeders en zusters in Christus, zult u vinden in Efeziërs 6:10-18.

“Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte Zijner macht. Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereld­beheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het Woord van God. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen.”

Ik heb er al op gewezen, dat het van groot belang is om nooit te vertrouwen op onze eigen kracht en energie.  Ook nooit op onze ervaring uit het verleden, of op iets dat wij zelf tot stand denken te kunnen brengen in onze dienst aan God. We moeten tot aan het einde van onze aardse pelgrimsreis eerder onszelf wantrouwen en alleen maar vertrouwen op de kracht en de wijsheid van God Zelf, zodat wij in Zijn kracht en macht mogen voortgaan in de strijd.

We moeten de  gehele wapenrusting van God aandoen. We hebben het grote belang van het aandoen van de gehele wapenrusting van God opgemerkt.  Elk deel van de wapenrusting, waarvan God Zelf het goed dacht om daarin te voorzien ten behoeve van Zijn kinderen, is absoluut vereist om volledig toegerust te zijn voor de strijd.

De wapenrusting is gegeven met als doel, dat we in staat mogen zijn stand te houden tegen de listen van de duivel. Onze tegenstander is erg subtiel en geslepen. Hij is steeds alert om een overwinning op ons te behalen. Om hier een nog grotere nadruk op te leggen gaat de apostel onder de leiding van de Heilige Geest verder met te zeggen: “Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees.” De strijd is er niet één van leger tegen leger of van man tegen man, zoals in deze wereld, maar “tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten.”

Hier in het bijzonder zie ik het grote belang ervan ons altijd voor ogen te houden, dat wij heel reëel  hebben te vechten tegen de  machten der duisternis. En als op enig moment iemand van ons door de geslepenheid van satan in de verleiding zou komen te denken, dat er  niet zo’n wezen als een echte duivel, die een persoon is, bestaat, laat zo iemand er zich dan van bewust zijn, dat dit één van satans belangrijkste middelen is om een kind van God uit zijn waakzaam­heid te halen en om het zo gemakkelijker te maken macht over  hem te krijgen.

Werkelijk, er bestaat zo’n wezen als de duivel. Hij is machtig en heeft ervaring. Maar laten we tot onze troost ook dit onthouden, dat Hij, Die voor ons is, meerder is dan alles wat tegen ons kan zijn.

Daarom mogen we moedig voorwaarts gaan in de strijd tegen de machten der duisternis en de boze geesten in de hemelse gewesten. Zolang wij onze eigen zwakheid en onmacht erkennen en afhankelijk zijn van God, zullen we ook geholpen worden, zelfs tegen deze machten.

“Neemt daarom”. Daarom, dat wil zeggen, omdat de confrontatie is zoals ze is, omdat we niet vechten tegen mensen of tegen vlees en bloed, maar tegen de machten der duisternis en tegen de boze geesten. “Neemt daarom de gehele wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag, en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden.” Dit is het doel, waarvoor ons de wapenrusting is gegeven: dat we in staat mogen zijn weerstand te bieden en uiteindelijk te overwinnen.

Laat nu geen enkel geliefd kind van God veronderstellen – hoewel dat gevaar van die veronderstelling soms aanwezig is – dat het helemaal geen zin heeft om te proberen te vechten  tegen de machten der duisternis, omdat het conflict is zoals het is, omdat het geestelijk is en omdat onze vijanden met zo velen zijn en zo machtig zijn en dat het daarom totaal nutteloos is te proberen te vechten tegen de machten der duisternis. In tegendeel! Laten we vol moed optrekken tot de strijd. Het is de wil van God dat wij vol moed zijn.  Onder wat voor omstandigheden van gevaar of beproeving een kind van God ook maar geplaatst kan worden, laat hem altijd vol goede moed zijn. Wie zal ons kwaad doen als God vóór ons is? Als Hij aan onze kant is, wie zal ons dan kunnen weerstaan?

Maar laten we nooit op onszelf vertrouwen, want anders zullen we spoedig ontdekken hoe zwak we zijn. En laten we vooral nooit in discussie gaan met de duivel. Hij is te groot voor ons.

Het is de wil van God dat wij nooit, nooit, nooit, onder welke omstandigheid ook, met de verleider in gesprek gaan. Wie begint te redeneren, zal zeker vallen, omdat we altijd moeten onthouden wie de duivel is en wat voor macht hij heeft. Daarom, als we beginnen met redeneren, zullen we zeker overwonnen worden.

We weten niet hoelang de overste van de boze geesten al bestaat. We weten dat hij bestond bij de schepping van de wereld en dat hij de oorsprong van het kwaad is. Vanaf de tijd, dat hij onze eerste ouders misleidde, heeft hij met heel veel mensen gediscussieerd en  zo heeft hij een enorme ervaring verkregen. Denk aan die enorme ervaring en aan al de listen die hij heeft geleerd en u zult zien hoe absurd het is te proberen met satan te redeneren.

Gods heerlijke Woord is voldoende en het enige, waartegen hij niet bestand is. Maar als u begint met redeneren, is het zeker dat u geen stand kunt houden.

Probeer het daarom nooit. Vooral u, mijn jongere broeders en zusters in Christus. Leer vanaf het begin van uw leven als gelovige, dat u niet moet redeneren. Wanneer u dat wel doet, zult u vallen. Als u verzocht wordt, neem dan dit gezegende Boek en zeg: “Mijn Here zegt dit en ik geloof het.” Vertrouw hierop in kinderlijke eenvoud. Satan is daar niet tegen bestand.

“Neemt daarom de gehele wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden”. Let op het woord ‘de boze dag’.

Wat vooral bedoeld wordt met de boze dag, is de dag waarop we verzocht worden en ons geloof beproefd wordt. Op die dag moeten we troost zoeken in de wetenschap, dat God onze Helper is. Maar in zekere zin is dit hele leven een boze dag,  vanwege de macht van satan en vanwege de wereld, die ons omgeeft. De duivel is altijd erop gespitst om ons aan te vallen en daarom is in zekere zin de hele tijd die we in ons lichaam zijn, een boze dag. De wapenrusting van God wordt ons gegeven, niet om alleen maar op een speciale dag gebruikt te worden, maar om tijdens de  hele pelgrimsreis van ons leven gedragen te worden. We hebben misschien een tijdlang met veel succes gevochten. Toch moeten we hem aanhouden.

U weet allen hoe het is in de legers van deze wereld. Veldslag na veldslag wordt geleverd en er wordt succes behaald. Wat dan? De wapenrusting wordt uitgetrokken en de soldaten rusten. Zo is het niet met de wapenrusting van God. De hele pelgrimsreis is een tijd van oorlog. De strijd houdt niet op, doch moet  het hele leven door gevoerd worden.

Maar tot u, die geestelijk niet in leven bent, die dood bent in overtredingen en zonden en geen strijd hebt, tot u zeg ik vanuit mijn hart: “Het is de sluimering van de dood die over u is. Aan het leven, dat u nu leeft, zal een einde worden gemaakt, tenzij u uit de eeuwige geestelijke dood ontwaakt.”  Daarom, als u niet ontwaakt, tracht dan met uw hele inzet te weten te komen hoe uw toestand is en zoek het leven door Jezus Christus.

Het evangelie wordt u nog gepredikt; de deur van de genade is nog wijd open. Juist het feit, dat u hier vandaag bent, laat zien dat de deur van het evangelie nog open is. O, ga binnen door die deur, geloof het evangelie, gehoorzaam het bevel om het evangelie te ontvangen en ver­trouw op de Here Jezus Christus, op Hem alleen, voor de redding van uw ziel!

Als u dat doet, zult u door de rijkdom van Gods genade vergeving van uw zonden ontvangen. U zult wedergeboren worden. Hoewel u dood was in overtredingen en zonden zult u op hetzelfde moment tot een kind van God worden gemaakt, een erfgenaam van God en een mede-erfgenaam van Christus. U zult op de weg naar de hemel worden gebracht en u zult het schitterende en gezegende vooruitzicht van een eeuwig leven voor u hebben. Dan, en slechts dan, zult u iets te weten komen over de praktijk en de ervaringen van de strijd tegen de machten der duisternis.

Tot diegenen, die geloven en die weten wat de strijd inhoudt, spreek ik vanavond. Tot u, geliefde broeders en zusters, maar vooral tot u,  jongere broeders en zusters, zeg ik: “Sta uzelf nooit toe rust te nemen met betrekking tot de strijd..”

“Om alles volbracht hebbende, stand te houden.” O, hoe enorm belangrijk is het op te merken, dat we er op voorbereid moeten zijn om stand te houden. Steeds weer opnieuw zien wij een kind van God, dat goed begonnen is, dat een tijdlang goed gelopen heeft,  dat de wereld met haar gewoonten en doelstellingen heeft opgegeven,  dit alles heeft prijsgegeven en dat het hart van de Here Jezus Christus en ook het hart van Gods kinderen heeft verheugd. En dat zo’n  kind van God dan een jaar of twee verder, weer naar de wereld is gaan verlangen. Na een paar jaar begon hij rust te nemen in de strijd en hij zit weer net zo erg in de wereld als ooit tevoren.

Wat een triest, triest, triest geval is dit. Maar hoe vaak zien we dat niet gebeuren. Om dit te voorkomen zeg ik tot de geliefde kinderen van God:  Stel u niet tevreden met iets wat minder is dan het vaste besluit voor God, zoals u dat in het begin nam. Blijf de wapenrus­ting van God aanhouden en zeg: “Door Zijn genade zal ik standhouden.”

Laat er nooit van u gezegd worden: “Die mens begon goed, maar is niet goed doorgegaan.” Laat het zo zijn dat een ieder die ons kende in 1830 en die ons nu ziet in 1875, kan zeggen dat na 45 jaar die mens nog even vastbesloten is.

Ik stel mijzelf de vraag voor Gods aangezicht en ik vraag u, mijn broeders, ook het antwoord voor Gods aangezicht te geven: “Hoe is het met ons? Bent u even vastbesloten als in het begin?” Als dat niet zo is, dan is er iets mis. Een beslissing voor God genomen te hebben is niet genoeg. We moeten voortdurend de machten der duisternis en de boze geesten in de hemelse gewesten weerstaan.

Laat ons dan nooit op ons gemak erbij gaan zitten om van de overwinning te genieten. Dat mag in deze wereld nooit het geval zijn. Er is hier geen voortdurende overwinning. Die is ver weg in die wereld daarginds, in de schitterende, gezegende eeuwigheid die ons wacht. Daar zullen we de overwinning en de rust hebben, maar hier in dit leven hebben we te strijden. Blijf doorvech­ten in de strijd van het leven.

“Uw lendenen omgord met de waarheid.” Aan de meeste van u, mijn geliefde christenvrien­den, hoef ik nauwelijks te vertellen, dat wij ons hier niet de gewone Engelse soldaat moeten voorstellen met zijn vuurwapens en moderne uitrusting, maar soldaten zoals die er in die tijd waren, met name de Romeinse soldaten. We moeten hun wapenrusting en wijze van oorlogvoe­ring in gedachten nemen.

In die tijd was het voor de soldaten van groot belang om een gordel te hebben om zich daarmee te omgorden. Door middel van deze gordel bereidde de soldaat zich voor op de mars en de strijd. De kleren werden zo dicht tegen het lichaam gebonden, zodat de soldaat er niet door gehinderd werd bij zijn marcheren en strijden. Het strijden bestond vaak uit een man-tegen-man-gevecht.

Wat voor gordel hebben wij in de geestelijke strijd? Het is de waarheid van God. Dat verwijst naar het feit, dat in die mate, waarin de heerlijke waarheden van Gods Woord ons eigendom zijn, in die mate en slechts in die mate, wij klaar zijn voor de strijd.

Elke minuscule dwaling hindert ons in onze geestelijke strijd. We worden geholpen in die mate, waarin we de waarheid van God vasthouden. Een jonge discipel kan in de verleiding komen om te zeggen: “Ik weet dat ik een kind van God ben en dat Jezus Christus mij heeft gered. Daarom maakt het niet uit of ik deze of die speciale waarheid of die speciale leer wel of niet begrijp.” Toch is dit een zaak van groot belang, omdat in die mate, waarin wij de waarheid begrijpen, wij ook in staat zullen zijn stand te houden in het uur van de strijd en we des te minder gehinderd zullen worden in ons gevecht.

We moeten de waarheid vasthouden in al haar delen, elk deeltje van de waarheid, dat ons is geopenbaard. We moeten niet onze favoriete onderwerpen hebben of speciale delen van Gods Woord, waar we extra aandacht aan besteden, terwijl we andere gedeelten, die net zo belang­rijk zijn, verwaarlozen. En juist in die mate, waarin wij proberen de hele geopenbaarde waar­heid te kennen, zullen we kracht ontvangen voor de strijd, als met een gordel.

Het pantser der gerechtigheid

Dit deel van de wapenrusting van een Romeins soldaat werd over het algemeen gemaakt van een stuk ijzer of koper. Het bedekte speciaal de vitale delen, zoals het hart, de longen en de lever. Het pantser van een stuk ijzer of koper, dat de vitale delen van de Romeins soldaat bedekte, was dus erg belangrijk. In verband hiermee moeten we ons afvragen wat dit voor ons betekent. Wat hebben wij als pantser om ons te beschermen?

Een willekeurig iemand zou kunnen zeggen dat wij een rechtvaardig leven moeten leiden. Het is waar, dat we moeten proberen een rechtvaardig leven te leiden. Maar dat is hier niet het punt. De betekenis is, dat wij voortdurend als zwakke zondaren trachten onszelf te verbergen in de gerech­tigheid van de Here Jezus Christus.

In deze geestelijke strijd is er niets zo belangrijk als het feit, dat we vanaf het begin van onze geestelijke loop beginnen als ellendige zondaren, die alleen vertrouwen op de gerechtigheid van Christus; de gerechtigheid, die de Gezegende tot stand heeft gebracht voor zondaren; de gerechtigheid,  die ons enige vertrouwen is voor Gods aangezicht.

Dit is de enige grond waarop we kunnen verwachten dat God ons helpt, onze gebeden beantwoordt en ons verlost uit de moeilijkheden, die we in onze geestelijke strijd tegenkomen.

De gerechtigheid van Christus

Het is daarom enorm belangrijk om in te zien, dat we zondaren zijn, ellendig en zwak van onszelf, maar dat Jezus ons al in al is. Niet alleen bij het begin, maar zo moeten we doorgaan. Niet slechts twee of drie jaar, of vijf, tien of twintig jaar, om daarna op onze eigen verdiensten te vertrouwen,  maar zolang als we leven moeten we volharden in het alleen maar afhankelijk zijn van de gerechtigheid van Christus. Het is niet alleen belangrijk bij onze bekering, wanneer we tot nieuwe schepselen worden gemaakt en aan deze oorlog beginnen. Het is even belangrijk op alle momenten van ons geestelijke leven.

Wanneer de duivel zegt – en dat zal hij doen – : “Verwacht jij, ellendige zondaar, in de hemel te komen? Jij verdient het niet. Kijk eens naar wat je hebt gedaan. Zoiets bestaat niet.. Dat hoef je niet meer te verwachten. Je zult er niet komen.” Wanneer hij dat zegt, wat zal dan uw antwoord zijn? “Het is waar, dat ik gezondigd heb. Maar ter wille van Christus Jezus zal ik, ellendige zondaar die ik ben, door Zijn gerechtigheid toch in de hemel komen.” En wat is het gevolg? U staat op!

De duivel lijkt u tegen de grond te hebben gewerkt en hij probeert u de nekslag te geven. Toch staat u op! Hij schijnt de baas over u te zijn geworden, maar toch staat u op, omdat u vertrouwt op de Here Jezus Christus en niet op uzelf. U staat niet voor Gods aangezicht in naam van uzelf maar u bent in Christus. En hoewel u een ellendige zondaar bent, weet u toch, dat u door Jezus, Die u reinigt in Zijn bloed, uiteindelijk in de hemel zult komen.

Wanneer u zo tot Christus gaat en schuilt in Zijn gerechtigheid, is de duivel verrast. Denk er daarom vooral aan om dit pantser aan te doen.

Als de Romeinse soldaat zijn pantser niet had aangedaan en zijn  borst dus niet beschermd was, zou hij heel gemakkelijk verslagen kunnen worden. Zo is het ook met ons. Het is belangrijk, dat wij ‘het pantser der gerechtigheid’ aandoen.

“De  voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes.”

Wat is de betekenis hiervan? Afgelopen dinsdagavond nodigde ik u uit om over deze verzen na te denken. Misschien hebt u erover nagedacht, maar denk er nu opnieuw over na met mij. Wat is de betekenis van “de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes”?

Deze soldaten over wie we spraken, trokken niet barrevoets ten strijde. Als ze dat zouden doen en het kwam tot een man-tegen-man-gevecht, zouden ze gemakkelijk kunnen uitglijden en vallen tijdens het vechten. Ook hadden ze geen sandalen aan. Die zouden de voeten niet volledig beschermen. In de regel droegen deze soldaten sterke laarzen.

Vele van mijn vrienden herinneren zich misschien de naam van één van de Romeinse keizers, Caligula, wat betekent ‘laarsje’. Hij werd zo genoemd, omdat hij soldaat  werd toen hij nog erg jong was. Zijn voeten waren zo klein, dat een gewone soldatenlaars hem niet paste. Ik herinner u hier alleen maar even aan om te laten zien, dat het gewoon was voor de soldaten om laarzen te dragen, omdat ze daar meer aan hadden bij hun oorlogsvoering.

Laarzen waren vooral ook van belang bij het marcheren. De wegen in die tijd waren ruw en oneffen en zo waren deze laarzen een grote hulp, wanneer ze in slagorde tegen de vijand moesten optrekken. Onze geestelijke laarzen beschermen ons op de ruwe mars van dit leven, alsmede in het uur van de strijd. Wij, die kinderen van God zijn, worden zo in dit opzicht voortgeholpen. God heeft ons voorzien van het evangelie des vredes, opdat wij in staat zouden zijn naar huis te marcheren over de ruwe paden van het leven en tevens zouden kunnen standhouden in het uur van de strijd.

Wat is deze bereidvaardigheid van het evangelie des vredes? Het betekent dat wij kinderen van God zijn. Wij zijn niet langer in vijandschap met God, maar wij hebben vrede met Hem. Onze zonden zijn vergeven door de Here Jezus Christus. God heeft een behagen in ons ter wille van Christus, Zijn geliefde Zoon. We hoeven niet langer angst te hebben; we hebben vrede met God.

Dat is de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes met betrekking tot onze geestelijke strijd en ook met betrekking tot onze mars naar huis. Houdt dat vast. Hoewel u een ellendige zondaar bent, is u toch vergeving geschonken ter wille van Christus. “In Wie wij de verge­ving van de overtredingen hebben naar de rijkdom van Zijn genade.”((Ef. 1:7b).  Hoewel ik een ellendige zondaar ben, heeft de Vader mij toch lief en ben ik op weg naar de hemel, waar ik tenslotte zeker zal aankomen.

Laat het kind van God deze hoop en deze overtuiging van zijn zekerheid vasthouden, zoals deze gegeven worden in de eenvoudige verklaring van het evangelie. Hierdoor zal hij zijn tocht naar de hemel kunnen voortzetten. In het uur van de strijd zal hij in staat zijn manhaftig stand te houden.

Dit alles, omdat men de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes heeft! Hoe belangrijk is het dan dat we helder zicht hebben op het evangelie van God, opdat wij het eenvoudig zouden ontvangen als het evangelie en het niet vermengen met ons eigen handelen of onze eigen ervaring.

Sommigen lijken te handelen, alsof ze moeten doen wat zij kunnen en wat zij dan niet kunnen, dat zal de Here doen. Het zij verre van ons om zulke gedachten te hebben. Hij, en Hij alleen, moet het allemaal voor ons doen. Door Zijn verzoenend sterven aan het kruis heeft Hij de straf gedragen, die bestemd was voor ons vanwege onze zonden, zonden die straf verdienden, niets dan straf. Hij heeft ons geleid naar deze heerlijke hoop en dit vertrouwen, dat al onze zonden vergeven zijn en dat God een welbehagen in ons heeft ter wille van Christus. Hoewel wij zondaren zijn, heeft Hij nu toch een welbehagen in ons vanwege Zijn geliefde Zoon. Hij is bereid ons in al onze strijd te helpen ter wille van Christus. Zo ervaren we die vreugde en vrede, die ons zullen helpen in het uur van de geestelijke strijd op de mars naar de hemel. Laat ons dan veel aandacht schenken aan de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes als een geestelijke bescherming voor onze voeten, zoals de Romeinse soldaten vroeger werden beschermd door hun sterke laarzen.

“Neemt bij dit alles(“bovenal” King James Version) het schild des geloofs ter hand, waarmee gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven.”

Zoals de woorden hier in onze vertaling(KJV) staan, zou iemand kunnen denken, dat deze woorden ‘above all’, ‘bovenal’, aangeven, dat het van het grootste belang is dit schild des geloofs te hebben. Nu onderwaardeer ik dit schild des geloofs helemaal niet, maar wil uitleggen dat dit ‘above all’, ‘bovenal’, hier niet betekent dat het van meer belang is dan andere delen van de wapenrusting. De betekenis is: bij dit alles d.w.z. vergeet dit niet.

We hebben reeds het belang van het geloof opgemerkt, maar dit brengt ons opnieuw bij het grote belang van het functionerende geloof. Niet alleen op dit speciale punt of op een ander speciaal punt, maar ons geloof dient te functioneren ten opzichte van de gehele geopenbaarde waarheid van God. Het geloof moet ingezet worden met betrekking tot alles wat Hij heeft gezegd over deze wereld, over de toekomende wereld en over het geloven in Zijn geliefde Zoon, Die Hij in de wereld gezonden heeft. We moeten dit nastreven met kinderlijke eenvoud en God nemen op Zijn Woord, om zo ons geloof in te zetten. Hier wordt dat genoemd “het schild des geloofs”.

Nu was het in het geval van de Romeinse soldaten enorm belangrijk om beschermd te worden door het schild. U weet allen hoe belangrijk het schild was om gevaren, zoals pijlen en zwaardslagen, af te weren. Maar het was ook erg nuttig bij het afweren van werpspiesen. Dus wordt in de geestelijke strijd dit schild des geloofs gegeven, opdat het kind van God zou kunnen standhouden tegen de brandende pijlen van de boze, de pijlen van satan.

Brandende pijlen

  Het worden brandende pijlen genoemd, omdat ze zo pijnlijk en verderfelijk zijn. Uit eigen ervaring weten we allen hoe buitengewoon pijnlijk deze brandende pijlen zijn. De enige manier om hen te overwinnen is door gebruik te maken van het schild des geloofs. Dikwijls komen er enorme verzoekingen op onze weg, die ons ertoe willen brengen om de liefde en de macht van onze Vader te wantrouwen. Het enige middel deze te weerstaan is geloof. De beste manier om de betekenis  van geloof wat betreft deze verzoekingen te verduidelijken, is het geven van een paar voorbeelden.

Hier is bijvoorbeeld een kind van God. Veronderstel dat hij wedergeboren is en een tijdlang manhaftig tegen de duivel en de verleiding van deze wereld gevochten heeft. Maar na verloop van misschien twee of drie jaar begint hij minder waakzaam te worden. Wat dan? Hij keert terug en begint deze huidige wereld lief te hebben en spoedig komt de verleiding. “Wel, ik ben bang dat ik niet zal overwinnen. Uiteindelijk zal ik de strijd zal verliezen.” U weet allen dat een kind van God op deze wijze verzocht kan worden en een wrak kan worden, totdat hij het schild des geloofs gebruikt om deze brandende pijl van twijfel en wantrouwen te doven. Hoe zullen we het schild des geloofs gebruiken? Met betrekking tot de kinderen van God wordt gezegd: “Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten.”(Hebr. 13:5). Dit geldt voor al de kinderen van God. Het geldt ook voor u. Wat wordt die brandende pijl vlug gedoofd, als deze tekst in kinderlijke eenvoud wordt gebruikt.

Of het kan gebruikt worden in de verzoeking, welke soms tot een kind van God komt, wanneer hij wordt verzocht om te denken, dat hij uiteindelijk verloren is. Welk antwoord heeft het Woord van God hierop? Door eenvoudig te geloven wat het Woord zegt: “Niemand kan iets roven uit de hands mijns Vaders”. (Joh. 10:29). Ik ben één van Zijn schapen en daarom kan ik niet verloren gaan. Hoe zal dit de brandende pijlen van de duivel doven en ons vreugde geven in plaats van verdriet!

Tijdelijke beproevingen

Nu een paar punten over tijdelijke zaken, waarbij het geloof ook van groot belang is. Veronderstel dat iemand z’n leven lang met hard werken zijn brood heeft verdiend. Nu is hij bijna zestig en spoedig zal hij ouder dan zestig zijn. Satan begint hem nu aan te vallen door te zeggen: “Je wordt al oud. Spoedig blijft er alleen nog maar het werkhuis, het armenhuis, voor jou over.”

Wat wordt een kind van God hier naar en ellendig van. Maar door het schild van het geloof te gebruiken zal hij in staat zijn deze pijl te doven. “Als mijn Vader voor mij gezorgd heeft toen ik jong was, zal Hij zeker voor mij blijven zorgen, wanneer ik oud ben en wanneer ik ziek ben, evenals Hij in het verleden deed. Of, zoals Hij zegt in Zijn Woord: “Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten.” Hoe vlug wordt dan deze verzoeking uitgedoofd. Ik heb veel van Gods geliefde kinderen gezien die op deze wijze werden gekweld.

Een illustratie

Ik herinner me heel duidelijk een bepaald geval, ofschoon het vele jaren geleden gebeurde. Het was dat van een bejaarde weduwe, een kind van God, dat erg consequent had geleefd. Ze had hard met haar handen gewerkt, toen ze jong was en nu in haar ouderdom begon ze te zeggen: “Ik zal naar het armenhuis moeten gaan.”

Ze had nog wat geld, dat ze gespaard had van haar vroegere inkomen en ze zei: “Wanneer dit op is, kan ik niet meer verdienen en zal ik van de bedeling moeten leven.” Ik probeerde haar te troosten. Ik herinnerde haar eraan hoe God in het verleden voor haar had gezorgd en hoe Hij beloofd had haar nooit te begeven en nooit te verlaten. Even zeker als zij een kind van God was, zo zeker zou Hij ook voor haar zorgen. Hij zou zelfs andere kinderen van Hem ertoe leiden haar te helpen.

Maar de verzoeking bleef en wat was het gevolg? Haar vreugde werd jarenlang bedorven. Ze had het heel moeilijk door deze ene gedachte. Maar zie hoe het uiteindelijk gebeurde. Eén voor één werden haar goudstukken gebruikt en tenslotte kwam de laatste. Toen er één shilling van gebruikt was, nam de Here haar tot Zich. Voor haar was er niet zoiets als een armenhuis.

Maar zie eens hoe ze haar geestelijke vreugde kwijt was geraakt en hoe haar leven en haar gemeenschap met God bedorven werden door deze ene brandende pijl. Terwijl de duivel ontmaskerd zou zijn, als het schild des geloofs gebruikt was en haar laatste jaren zouden in vrede zijn verlopen. Laten we daarom dit schild des geloofs gebruiken met de openbaring, die God behaagde van Zichzelf te geven. We zullen spoedig zien dat de vurige pijlen van de duivel worden gedoofd en we zullen vreugde hebben.

Neem de helm des heils

In het parallelle gedeelte in 1 Thessalonicenzen 5:8 staat: “en met de helm van de hoop der zaligheid.” Zo moeten we het hier begrijpen. Het is de hoop van onze redding die onze helm moet zijn.

Al deze delen van de wapenrusting waren van groot belang voor de Romeinse soldaten: de gordel om om te binden, het pantser om de belangrijke delen te beschermen, de laarzen om de voeten te beschermen en hen in staat te stellen stevig te marcheren en het schild om slagen af te weren.

Hoewel hij al deze dingen had, ontbrak er nog één ding, de ijzeren helm. Zonder deze zou zijn hoofd, het meest kwetsbare en teerste deel van zijn lichaam, maar al te spoedig gewond raken. Daarom werd de Romeinse soldaat ook wat dit deel betreft beschermd. Zijn hoofd werd beschermd door de ijzeren helm.

Zo is het ook met het kind van God: hij heeft bescherming voor zijn geestelijk kwetsbare deel. Het is juist dit, de hoop van de redding. Zolang we op aarde zijn, zwoegen we temidden van moeilijkheden, beproevingen en verleidingen. Dikwijls lijken alle dingen tegen ons te zijn. Niet alleen de mensen van de wereld maar ook de kinderen van God  keren ons soms de rug toe en laten ons in zekere zin in de steek. Toch is er, temidden van dit alles, iets onuitsprekelijk vertroostends, dat ons hart blij maakt. Wat is dat? Het is de hoop van de redding, de vreugde van het vooruitzicht en de wetenschap, dat wij uiteindelijk in de hemel zullen zijn.

Dit houdt ons staande. De weg kan bij tijden erg donker zijn, maar het is altijd een pelgrimstocht, die elke dag korter wordt, omdat ik dichter bij huis kom. Het is dit heerlijke prachtige uitzicht op thuis, de volkomen bevrijding van zonde en van verleiding door het bloed van Christus Jezus, dat ons op zulke momenten kracht geeft.

Te weten dat wij bevrijd zullen worden van de oude slechte natuur, dat we gebracht zullen worden in een toestand, waarin voortdurend de wil van God door ons wordt uitgevoerd en de gezindheid van God in ons gevonden zal worden. En dat we bij de Here Jezus Christus zullen zijn, Die nu aan de rechterhand van God is. We zullen zijn zoals Hij. Dit zijn een aantal van de schitterende, heerlijke vooruitzichten van de toestand, waarnaar we op weg zijn.

Daarom, mijn geliefde broeders en zusters, en vooral de jongeren, wanneer verleiding, beproeving of problemen komen, wanneer alles hier tegen ons schijnt te zijn, bedenk dan dat dit niet ons thuis is. We moeten niet verwachten vreugde te beleven aan de huidige boze wereld. Denk aan het huis van de Vader en u zult ontdekken, dat er geen betere hefboom gevonden kan worden om ons boven deze wereld uit te tillen dan het nadenken over de hemel. Oh, doe dat veel!

Vijftig jaar reeds ken ik de Here. Terwijl het aantal grijze haren steeds meer toeneemt en ik steeds dichter bij huis kom, wordt het uitzicht steeds mooier. Tijdens vele jaren van zware strijd, beproeving en aanvechting heeft dit me buitengewoon verblijd: “Ik zal spoedig thuis zijn, spoedig bij mijn Here zijn.” Hecht daarom veel belang aan deze hoop, opdat, zoals de helm de Romeinse soldaat beschermde, de hoop van de redding u onderweg mag beschermen.

Nu het laatste deel van de wapenrusting:

“En het zwaard des Geestes, dat is het Woord van God.”

Alle andere delen waarover we gesproken hebben, waren om ons te beschermen tegen aanvallen: ze waren verdedigend van aard. Hier is nu iets dat we kunnen gebruiken voor de aanval, een aanvalswapen, waarmee we kunnen optrekken tegen de vijand en aanvallen kunnen doen op de machten der duisternis.

Als kinderen van God moeten we niet alleen onze zwakte kennen, maar we moeten ook weten, dat we God aan onze kant hebben. Zo moeten wij ook handelen. Wij hebben Degene, Die ons kan en wil helpen in tijd van nood. Wij dienen op onze vijanden af te gaan, zodat we brandhout uit het vuur mogen rukken tot de lofprijs en eer en heerlijkheid van God.

Geliefde medechristenen, het is de wil van de Here dat we niet alleen onszelf verdedigen, maar ook dat we resoluut proberen zielen te winnen, zondaren te redden uit de strikken van de duivel en hen tot de Here Jezus Christus te brengen. Om deze doeleinden te bereiken is er niets beters dan het wapen, dat gebruikt werd door onze Heiland Zelf, toen Hij verzocht werd. Hij gebruikte het Woord van God: “Er staat geschreven.”(Mattheüs 4).

En opdat wij in staat zouden zijn het voor een goed doel te gebruiken, moeten wij het bestuderen. Zoals ik vorige week opmerkte, moeten wij het regelmatig en met gebed, met overdenking, met eenvoudig geloof en met toepassing op onszelf bestuderen. Laten we niet gaan redeneren, maar laten we in kinderlijke eenvoud God nemen op Zijn Woord. Wanneer de gelegenheid zich voordoet, gebruik het dan tegen de duivel. Hij zal dan niet kunnen standhouden.

Dit Woord, het Woord van God, moet ook gebruikt worden om zielen te winnen voor Christus. Niet alleen met betrekking tot hen, maar ook met betrekking tot onze medediscipelen mogen we het gebruiken, opdat we hun handen versterken en hun hart bemoedigen in de strijd tegen de machten der duisternis. We kunnen nooit te veel gebruik maken van het Woord van God. Het moet in onze handen zijn als een scherp zwaard “dat doordringt, zo diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest.”(Hebr. 4:12). Het is het geestelijke zwaard voor de geestelijke strijd.

Bidden en waken

Tenslotte, “En bid daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het Woord geschonken worde, om vrijmoedig het geheimenis van het evangelie bekend te maken.”

Het is niet nodig stil te staan bij dit laatste gedeelte, omdat ik er reeds dikwijls over gesproken heb. Ik wil het echter noemen omdat, hoewel alle andere punten heel erg belangrijk zijn, zij toch niet succesvol zullen zijn, als ze niet samengaan met gebed. Met aanhoudend en gelovig gebed. Want als we op al de andere dingen letten en heel de wapenrusting die God ons heeft gegeven, aandeden en niet baden, dan zouden we ontdekken hoe zwak en hulpeloos we zijn.

Waarom is dit zo? Hoewel we kinderen van God zijn, zijn we van onszelf zwak. God wil dat wij onze hulpeloosheid erkennen voor Hem. Laten we daarom, als er tijd en gelegenheid voor is, ons wijden aan gebed. Het is heel belangrijk om vaste tijden te hebben voor gebed en het niet aan bepaalde gevoelens over te laten. Als we het aan het gevoel overlaten, zult u ontdekken dat we steeds minder geneigd zijn om te bidden. Spoedig zullen we helemaal zonder gebed zijn. Met andere woorden, een ellendige zondaar zonder hulp in de strijd. Houd bepaalde tijden apart voor het stille gebed in de binnenkamer, wanneer we onze ziel uitstorten voor God.

Laten we in verband hiermee als hoofd van het gezin regelmatig gezinsgebeden hebben, zodat God erkend zal worden in het gezin. Als kinderen van God moeten we ook proberen samen te komen in het gebed met andere kinderen van God, zoals bidstonden. Wij moeten meer en meer gelegenheden van gemeenschap in gebed zoeken, bijvoorbeeld de dagelijkse bidstond in deze hal waar we dag in dag uit onze behoeften uitspreiden voor Hem en Zijn zegen zoeken voor onze gezamenlijke inspanningen voor de Here.

Nu mijn geliefde medegelovigen, let op deze dingen die we overwogen hebben. Doe de hele wapenrusting van God aan, vergezeld van gebed. Ik ben er zeker van dat u gelukkige, heilige en bruikbare christenen zult zijn. Dat is wat ik zou willen wensen met betrekking tot al mijn geliefde broeders en zusters in Christus. U kunt geen gelukkig christen zijn, tenzij u probeert te handelen in overeenstemming met de gezindheid van God. Maar als u zo handelt, zult u heilige kinderen zijn, die in Zijn wegen wandelen en met Hem wandelen; nuttige kinderen, omdat u levende getuigen voor God zult zijn.

Dat niet alleen, maar laten we ook proberen om vruchtbaar te zijn en dertig-, veertig-, vijftigvoudig vrucht te dragen of misschien zestigvoudig. Als we dat bereikt hebben, wees dan niet tevreden, maar probeer vijfenzestig- of zeventigvoudig vrucht te dragen. Misschien, en ik zie geen reden waarom het niet zou kunnen, misschien wordt het honderdvoudig.

Moge God ons helpen zo te leven, dat wij lof, eer en heerlijkheid aan Zijn naam brengen in ons verdere leven!