Raadgevingen aan Christenen 11
>>PDF<<
HOOFDSTUK 11
De kennis van Christus
“Om Hem te kennen.”( Filippenzen 3:10).
Het schijnt mij toe, geliefde christenvrienden, dat met betrekking tot het onderwerp, dat we hier voor ons hebben, “om Hem te kennen”, de Heilige Geest, Die hier door de apostel spreekt, niet speciaal verwijst naar de mate van kennis, die absoluut nodig is voor de redding van onze ziel, maar naar een hogere, meer uitgebreide, intiemere kennis van de Here Jezus Christus, zoals een vriend op intieme wijze zijn boezemvriend kent. Dat dit de betekenis is, concludeer ik uit het lezen van vers 8 in samenhang met vers 10. “Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat.”
Wat er dan volgt op het gedeelte hier voor ons, zie ik als een tussenzin, zodat de verbinding zou zijn: “Ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat, om Hem te kennen en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap aan Zijn lijden.” De bijzin of tussenzin begint met deze woorden in vers 8: “Om Zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houdt het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen, en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op grond van het geloof.”
Deze tussenzin lijkt mij te verwijzen naar wat hij reeds heeft bereikt als gelovige in de Here Jezus Christus en wat bereikt is door zeer veel lieve kinderen van God, maar waar ze niet mee tevreden dienen te zijn; zij moeten streven naar een hoger doel dan dit, opdat ze Hem mogen kennen en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap aan Zijn lijden.
De vraag komt als vanzelf naar boven, wat de apostel hier in onze tekst speciaal verlangt met de woorden “om Hem te kennen”. Dit, dat hij de Gezegende in al Zijn lieflijkheid mag kennen, in al Zijn schoonheid, zoals de heiligen uiteindelijk de Koning in Zijn schoonheid zullen zien en Hem zullen kennen in al Zijn lieflijkheid, in heel Zijn karakter; zoals elk van Zijn heiligen uiteindelijk Hem in de heerlijkheid zal kennen. Dus, terwijl de apostel nog in het lichaam, nog in zwakheid was, terwijl satan nog niet gebonden was en de apostel zelf nog niet in de heerlijkheid was, verlangde hij steeds meer om intiem de dierbare Here Jezus Christus te leren kennen in al Zijn lieflijkheid, zodat de vreugde en de zegen van de heerlijkheid in de toekomende wereld in grote mate reeds nu bij hem werkelijkheid zou worden, terwijl hij nog in het lichaam was.
Praktische resultaten van het kennen van Christus
Wat zou het resultaat zijn van deze intieme kennis van de dierbare Here, waar de apostel hier naar verwijst? Blijkbaar zou het de gelijkvormigheid aan het beeld van onze Here Jezus Christus doen toenemen volgens het woord van de apostel Johannes: “Geliefden, nu zijn we kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard wat we zijn zullen, maar wij weten dat, wanneer Hij zal verschijnen, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is”, (of Hem kennen zoals Hij is). Volmaakt de Here Jezus Christus kennen, Hem kennen in al Zijn lieflijkheid, de Koning zien in Zijn schoonheid, maakt dat ze zullen worden als Hem.
Nu, in de mate waarin wij, de kinderen van God, die nog op aarde zijn, de Here in al Zijn schoonheid, in al Zijn lieflijkheid, in heel Zijn karakter kennen, in die mate zullen we gelijkvormig worden gemaakt aan de gezindheid van de Here Jezus Christus.
En daarom is deze kennis, waarnaar hier verwezen wordt door de Heilige Geest door middel van de apostel, van zo’n enorm belang. Wij moeten niet zeggen: “Ik ken Hem voor de redding van mijn ziel. Ik zal tenslotte door Hem gered worden.” God zij geprezen, als wij de Here voldoende kennen met betrekking tot de redding van onze ziel, maar dat is niet het uiteindelijke doel met betrekking tot ons. Dat is de eer van Zijn naam en onze toegenomen gelijkvormigheid aan de gezindheid van de Here, terwijl we hier nog op aarde zijn. Om dit tot stand te brengen moet er gezocht worden naar een groei in de intieme kennis van onze dierbare Here Jezus Christus, zodat iemand niet tevreden moet zijn met de mate van kennis van Christus, waartoe Hij ons reeds heeft gebracht.
Dit is dan het eerste punt, waarop ik uw aandacht wens te vestigen, namelijk dat er met een toegenomen kennis van de Here Jezus Christus er in ons meer gelijkvormigheid aan de gezindheid van de Here Jezus Christus gevonden zal worden.
Een ander punt dat zo bereikt zal worden, is een grotere geestelijke macht, een grotere troost en op vele manieren een grotere kracht. Als bewijs hiervan wijs ik u op Jesaja 50:4. Jesaja spreekt, zoals u weet, hier over de Here Jezus Christus. De Gezegende Zelf zegt daar tot troost en bemoediging van de gemeente: “De Here Here heeft mij als een leerling leren spreken om met het Woord de moede te kunnen ondersteunen.”(King James Version)
Daarom is het een zeer belangrijk punt met de Here Jezus Christus als boezemvriend om te kunnen gaan, om naar Hem toe te kunnen gaan en te zeggen: “Mijn dierbare Here, spreek tot mij het Woord ter ondersteuning, wanneer we moe zijn.” Terwijl wij door dit tranendal gaan, temidden van beproeving en moeite, temidden van arbeid en verdriet, temidden van ernstige verzoekingen, temidden van strijd, groot of klein, zal steeds weer opnieuw het kind van God, dat verlangt te wandelen op de wegen van de Here, merken, dat hij geestelijk afgemat is. Ga dan naar de dierbare Here en zeg: “Mijn Here, spreek tot mij het Woord ter ondersteuning, want ik ben moe.”
Deze blijde conferentiesamenkomsten zijn niet zozeer bedoeld voor theologische discussies. Ik vraag daarom mijn broeders en zusters in Christus: Hoeveel weet u hiervan? Hebt u de gewoonte om naar de Here Jezus Christus toe te gaan en te zeggen: “Mijn Here, spreek tot uw dienstknecht het Woord ter ondersteuning, want ik ben moe”?
Ik zeg u dit als iemand die de Here Jezus vijftig jaar en acht maanden kent; steeds weer opnieuw ben ik zo tot de Here gegaan en heb ik gezegd: “Here, spreek een Woord ter ondersteuning tot uw dienstknecht, die moe is!” En wat heb ik ervaren? Steeds was het dit: ik leg hier getuigenis van af tot de eer van mijn dierbare Here. Steeds was het dit: Hij heeft tot mij het Woord gesproken ter ondersteuning, toen ik moe was.
Laten mijn geliefde broeders en zusters in Christus dit slechts proberen. Beproef de
gezegende Here Jezus op deze wijze en ze zullen zien hoezeer Hij gereed staat om tot hen het Woord ter ondersteuning te spreken, wanneer ze moe zijn. Dit zijn geen godsdienstige verhalen, maar dit is geschikt om als een schat bewaard te worden in ons hart en door ervaring te leren. Maar als u dit zo ervaart, o hoe heerlijk is het om een Vriend te hebben, Die te allen tijde en onder alle omstandigheden gereed staat om tot u het Woord ter ondersteuning te spreken, wanneer u moe bent!
O, de zegen hiervan is onbeschrijflijk. Als sommige van mijn vrienden de kostbaarheid ervan niet kennen, laat me hen dan smeken zichzelf geen rust te gunnen, totdat zij de Here Jezus Christus kennen als boezemvriend.
Maar dit is niet alles. Een ander resultaat, dat hieruit voortkomt, is dit. Door zo steeds beter de Here Jezus Christus te leren kennen, komen wij uiteindelijk in de toestand waarnaar in psalm 9: 11 verwezen wordt: “Daarom vertrouwen op U wie Uw naam kennen.” En daarom wensen wij, die Hem kennen, dat zij op Hem vertrouwen, dat zij op Zijn macht vertrouwen, dat zij op Zijn liefde vertrouwen, dat zij op Zijn wijsheid vertrouwen, dat zij te allen tijde en onder alle omstandigheden op Hem vertrouwen. Hoe gezegend zal zo’n toestand van het hart zijn!
De wereld van buiten kijkt toe en wil weten of onze godsdienst meer is dan alleen maar een verschil in geloofsovertuiging tussen hen en ons. Zij willen weten in hoeverre de dingen van God reëel voor ons zijn. Als zij ontdekken dat een man of een vrouw te allen tijde en onder alle omstandigheden vrede kan hebben, omdat zij een Boezemvriend in de hemel hebben, Die almachtig is en oneindig wijs, als zij ontdekken dat wij Iemand hebben, Die ons te allen tijde en onder alle omstandigheden liefheeft, als zij ontdekken dat wij Iemand hebben Die ons altijd zal helpen, uitredden en zegenen en dat wij op Hem kunnen vertrouwen, naar Hem kunnen opzien, Hem kunnen geloven, rustig kunnen zijn, kalm kunnen zijn en in vrede bij Hem kunnen zijn onder welke omstandigheden dan ook, en dat wij kunnen zeggen: “Hoewel Hij mij slaat, toch zal ik op Hem vertrouwen”, dan kan de wereld rondom ons toekijken en de zegen en de werkelijkheid van de dingen van God zien.
Daarom is het van zo’n enorm belang om niet tevreden te zijn met het slechts genoeg kennen van de Here Jezus Christus voor de redding van de ziel, maar om een intieme kennis van Hem te krijgen, om Hem te kennen als een Vriend, zoals iemand zijn boezemvriend kent en zo geheel op Hem te vertrouwen. Deze zegen, zo kan ik u zeggen, heb ik ervaren in al de afwisselende omstandigheden van het leven. O, beproef Hem, beproef Hem, beproef Hem! U zult ontdekken hoe goed het is om op Hem te vertrouwen. U kunt helemaal op Hem vertrouwen en Hij zal u helpen, Hij zal u nooit verlaten, u nooit in de steek laten.
Nu de laatste reden waarom het zo belangrijk is, dat wij naar een steeds diepere kennis van de Here Jezus Christus moeten zoeken. U allen, mijn geliefde broeders en zusters in Christus, weet dat wij in gemeenschap zijn met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. We hebben deel aan de Vader en aan Zijn Zoon Jezus Christus. Dat betekent dat we deelgenoten zijn met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus.
Ziet iedereen hoe enorm belangrijk het is om onze Deelgenoot te kennen, om de rijkdommen van de Deelgenoot te kennen, om de middelen van iemands deelgenoot of partner te kennen, om de aard van de Deelgenoot te kennen, om Zijn bekwaamheid te kennen? Hoe belangrijk is het om steeds meer bekend te worden met Diegene, van Wie God in de rijkdom van Zijn genade verklaart dat wij in gemeenschap, in deelgenootschap zijn met de Vader en de Zoon? Hoe wonderbaarlijk is de neerbuigzaamheid van die Gezegende voor slechte, waardeloze, armzalige wezens zoals wij. Terwijl we nog in zwakheid pelgrim zijn en blootgesteld aan de machten der duisternis hier op aarde door dit tranendal gaan, hoe belangrijk is het dan dat ik zonder vrees naar Hem kan gaan, de goede, genadige, altijd milde Deelgenoot, de Here Jezus Christus, Die oneindig rijk en wijs is en Die mij liefheeft met een eeuwige en onveranderlijke liefde.
Hoe is de kennis van Christus te verkrijgen?
Sommigen zeggen misschien: “Dit alles is zeer kostbaar, maar hoe kan ik dit verkrijgen?” Natuurlijk moeten we in de eerste plaats onszelf hebben gevonnist. We moeten onszelf hebben veroordeeld en ons vertrouwen hebben gesteld op de Here Jezus Christus voor de redding van onze ziel. Zonder dit bestaat er niet zoiets als het verkrijgen van deze intiemere kennis van de Here Jezus Christus. Dit is absoluut noodzakelijk. Maar, zoals ik in het begin zei, lijkt het me dat hier wordt verwezen naar een hogere mate van kennis van de Here Jezus Christus, meer dan wat noodzakelijk is voor de redding van onze zielen.
Opdat wij God mogen verheerlijken en mogen leven, zoals het kinderen van God betaamt en overvloedig vrucht mogen dragen, zestigvoudig en honderdvoudig, hebben we het nodig de Here intiemer te kennen. Hebben mijn geliefde broeders en zusters in Christus er ooit aan gedacht, dat we er niet tevreden mee moeten zijn dertigvoudig vrucht te dragen of veertigvoudig, vijfenveertigvoudig of vijftigvoudig, maar dat we door moeten gaan? Als het kan moeten we zestig, vijfenzestigvoudig proberen te bereiken. En als iemand van ons dat heeft bereikt, dan moeten we zeventigvoudig, vijfenzeventigvoudig of tachtigvoudig proberen te bereiken. We mogen niet tevreden zijn met iets dat minder is dan honderdvoudig. Wanneer de Here Jezus Christus ons dit zegt, dan bedoelt Hij wat Hij zegt, namelijk, dat sommigen in een bepaalde mate vrucht dragen en anderen in een andere mate. En waarom zouden wij niet voortgaan om vrucht te dragen in een hoger en heerlijker mate, tot dat glorieuze toppunt van honderdvoudig? We moeten nooit het feit uit het oog verliezen dat de redding van onze ziel niet het uiteindelijke doel is dat God heeft, maar dat de heerlijkheid van Zijn naam nauw verbonden is met ons vrucht dragen.
Laten we niet denken, dat, omdat we nu een aantal jaren de wereld een beetje achter ons laten, we het er nu van kunnen nemen en dat we nu wat rustiger verder kunnen gaan. We moeten verder, we moeten verder, we moeten verder en we moeten ons geen ander doel stellen dan het honderdvoudig vrucht dragen.
Laten we de tekst in zijn verband nemen. Hoe kan ik deze intieme kennis van de Here Jezus Christus bereiken? In vers acht lezen we: “Ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Jezus Christus, mijn Here, dat alles te boven gaat.. .. om Hem te kennen en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap aan Zijn lijden.”
Paulus verlangt ernaar om alles aan de kant te zetten en op te geven, opdat hij Hem mocht kennen. Hij was vastbesloten dat hij Hem steeds beter zou leren kennen. Geliefde vrienden, daarom moeten de pleziertjes van deze wereld aan de kant worden gezet; de deftigheid van deze wereld moet worden neergelegd aan de voeten van Jezus; de rijkdom van deze wereld, de eer van deze wereld en alles waar de vleselijke natuur naar jaagt, moet aan de kant gelegd worden. Alles waar onze verlangens hun bevrediging in vinden, moet worden neergelegd aan de voeten van Jezus, zodat we kunnen zeggen met de apostel: “Ja, ik acht alle dingen schade, omdat de kennis van Christus Jezus dat alles te boven gaat.” We doen dat, omdat we voor de rest van ons leven maar één enkel doel hebben. Niet zes, niet vijf, niet drie, niet twee, maar één enkel doel: leven voor God.