Selecteer een pagina

Raadgevingen aan Christenen 10

>>PDF<<

HOOFDSTUK 10

De macht van de Koning

Het onderwerp van onze overdenking, geliefde christenvrienden, is: “De macht van de Koning”. Dit onderwerp is vol troost voor een ieder van ons. Al de kinderen van God zijn, als ze nog in ‘t lichaam zijn, geestelijk erg zwak in zichzelf, hoewel we alle dingen kunnen doen door Christus, Die ons kracht geeft. Door dag aan dag, uur na uur, moment na moment geloof in Hem uit te oefenen, en de hand te leggen op Zijn kracht, hebben wij macht in Christus. In onszelf zijn we erg zwak vanwege de oude verdorven natuur, die in ons overblijft. We zullen in onszelf erg zwak blijven tot aan het einde van onze weg.

Daarom is dit onderwerp vol troost, onderricht, aansporing en in een bepaalde zin ook waarschuwing. Maar in de eerste plaats is het belangrijkste punt, dat wij één zijn met de Koning.

We kunnen geen zegen krijgen van de Koning, tenzij we verzoend zijn met God door het geloof in de Here Jezus Christus. Van nature zijn we vervreemd van God; van nature zijn we “dood in onze overtredingen en zonden”; van nature zijn we bang voor God ten gevolge van een schuldig geweten. Er bestaat daarom niet zoiets als kracht putten uit God en ook is er niet de mogelijkheid kracht te putten uit God, totdat we levend gemaakt zijn, totdat we wederom geboren zijn. En hoe moeten we wederom geboren worden? Door het evangelie te geloven, door het geloof in het verzoenend sterven van de Here Jezus Christus.

Als zich het geval voordoet, dat er mensen aanwezig zijn (en misschien is dat wel zo), die nog niet verzoend zijn met God door het geloof in de Here Jezus Christus, die nog een schuldig geweten hebben, die nog geen vergeving hebben ontvangen, laat me dan zulke mensen in alle ernst smeken om zich zorgen te maken over hun ziel en niet langer ongehoorzaam te blijven aan het evangelie. Bedenk dat ons wordt bevolen het evangelie te gehoorzamen. Het is niet aan ons om te bepalen of we het wel of niet leuk vinden, ons wordt bevolen het evangelie te gehoorzamen.

Geliefden, ons wordt bevolen in de Here Jezus Christus te geloven. De grote zonde van de mens in zijn natuurlijke toestand is, dat hij het evangelie niet gelooft.

Als er hier mensen aanwezig zijn, die niet inzien dat ze zondaren zijn, laat me hen dan in alle ernst smeken de eerste drie hoofdstukken van de brief aan de Romeinen te lezen. Als ze werkelijk ernaar verlangen te ontdekken dat ze zondaren zijn, dan zal God de Heilige Geest hen door die brief zeker tonen, wat zij van nature zijn.

Zouden sommigen, die hier aanwezig zijn, inzien dat zij zondaren zijn, maar nog niet geloven in de Here Jezus Christus voor de redding van hun ziel, en er toch naar verlangen om te geloven, al zouden zij maar wat woorden kunnen uitkreunen tot God en zeggen: “Wees mij, o God, genadig en help me te geloven in de Here Jezus Christus”, dan God zal hen helpen te geloven. Het is door dit geloof in de Here Jezus, dat we wederom geboren worden. Dit is volgens het Woord: “Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren,” (1 Johannes 5:1), dat wil zeggen dat de arme, verachte, verworpen Jezus van Nazareth de beloofde Heiland, de Messias is. Miljoenen kunnen dat zeggen, terwijl alleen maar de kinderen van God het geloven.

Als we wederom geboren zijn, hebben we geestelijk leven en door het geloof in de Here Jezus Christus ontvangen wij vergeving van onze zonden volgens dat woord uit het tiende hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen, het drieënveertigste vers, waar over de Here Jezus geschreven staat: “Van Hem getuigen alle profeten, dat een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door Zijn naam.” Als wij wederom geboren zijn, als we geestelijk leven hebben gekregen, als de schuld van ons geweten is weggedaan, als wij door het geloof in Jezus kinderen van God geworden zijn, dan zullen we ons in de waarheid van “de macht van de Koning” verheugen. Maar als er hier één aanwezig zou zijn (ik herhaal het), die nog niet een gelovige in de Here Jezus is, laat me hem dan ernstig smeken om naar vergeving te zoeken.

Nogmaals, misschien zijn er hier een paar, die vroeger een gereinigd geweten hebben gehad, die vroeger wandelden op de weg van God, maar die Hem nu verlaten hebben. Ik hoop dat zulke mensen niet aanwezig zijn.

Maar als dit het geval is, wat moet u dan doen? Wat u eerst deed. Komen als arme, ellendige, schuldige zondaren en uw zonden aan God belijden. Daarbij moet u uw geloof stellen in de macht van het bloed van de Here Jezus Christus, waarin kracht is om u even schoon te maken van uw zonden als eerst. De zonden van het terug glijden zullen worden vergeven en worden weggenomen door de kracht van het bloed van Jezus Christus net zoals de zonden, die werden bedreven in onze vroegere natuurlijke staat. Let erop dat u opnieuw een gereinigd geweten krijgt (zoals door de genade van God ik van verreweg de meesten van u verwacht). O, hoe kostbaar is het dan te bedenken dat het in de macht van de Koning ligt om ons te helpen in onze zwakheid.

Hoe verder we komen in ons geloofsleven, hoe meer we bekend worden met onszelf en met God; hoe meer we ook de macht van satan en de verdorvenheid van binnen zien. Hoe meer we weten van de verleidingen van buiten, hoe meer we, dag na dag en uur na uur, ons ervan bewust worden, hoe zwak we van onszelf zijn. Daarom hebben we de Sterke nodig om op te leunen.

Die Sterke hebben wij in de Here Jezus. O, die kostbaarheid dat we niet met een dode Christus te maken hebben! Hoewel Hij werd gekruisigd en in het graf gelegd vanwege onze talloze overtredingen stond Hij toch op uit de doden. Hij steeg op naar de hoge en daar, aan de rechterhand van God, is Hij er voor ons, die ons vertrouwen op Hem hebben gesteld, als de Levende, de Machtige, Die er een behagen in schept om ons voortdurend te helpen temidden van al onze zwakheden en gebreken. Toen Paulus alleen  stond en alle broeders hem vanwege het gevaar in de steek hadden gelaten, was er Iemand, Die bij hem stond. Er was Iemand, Die aan zijn zijde was. Daar was de Koning in Zijn macht. Die Gezegende verlaat ons nooit en laat ons nooit in de steek. Laten we ons hierin verheugen.

Ik wil nu graag een paar opmerkingen maken (omdat we niet zoveel tijd hebben) over de diverse gedeelten van de Bijbel waar dit onderwerp van onze overdenking gevonden wordt. Het eerste is Maleachi 1:14: “Ik ben een groot Koning, zegt de Here der Heerscharen.”

Eerbied

Het is enorm belangrijk te bedenken, dat, wanneer we vrede met God hebben door het geloof in de Here Jezus Christus en we kinderen van God zijn en gemeenschap met de Vader en de Zoon hebben, wij toch ook schepsels zijn en schepsels blijven en dat het daarom ons past God te eerbiedigen. Aan de ene kant kunnen we nooit genoeg in heilige vriendschap met God wandelen. Aan de andere kant kunnen we het feit uit het oog verliezen dat we hebben te maken met de Schepper en Onderhouder van het heelal en dat Hij een groot Koning is.

Laten we dit niet uit het oog verliezen. We moeten nooit vergeten dat, terwijl we kinderen van God zijn en deel hebben aan de Heerlijkheid samen met de Here Jezus, we toch schepsels zijn en schepsels blijven. Daarom past het ons, als het ware, onze schoenen van onze voeten te doen en te bedenken dat wij op heilige grond staan. Dit zeg ik met nadruk tot een ieder van mijn broeders en zusters in Christus. Het gevaar bestaat dat wij dit uit het oog verliezen en dat we daarom de zonde licht opvatten vanwege onze eenheid met onze Here Jezus Christus.

Macht

Het tweede punt dat ons wordt voorgesteld,  is: “Waar het woord van een koning is, daar is macht.” (Prediker 8:4 (KJV)). Dit is erg vertroostend en kostbaar. Bijvoorbeeld met betrekking tot alle broeders en zusters in Christus die bezig zijn in de dienst. “Waar het Woord van de Koning is, daar is macht.” Wat moeten we daarom doen? Opdat er kracht zal zijn, moeten we bidden om het Woord van de Koning. Daarom dienen allen die belangstelling hebben voor de Heerlijkheid van God en de dienst aan de Here Jezus, ernstig te verlangen, dat voor allen die op een bepaalde wijze voor de Here en Zijn zaak werken, de Here, de Koning, het Woord zal spreken en dan zal de wereld Zijn macht ervaren. Hoewel het Woord uitgesproken wordt door sterfelijke, zondige lippen, zal, als de Koning door het instrument spreekt, het komen met macht.

Laat me met mijn hele hart allen, die de Here Jezus in oprechtheid liefhebben, smeken erop toe te zien dat zij al diegenen helpen, die op een bepaalde manier de waarheid proberen te verbreiden. Een ieder van ons kan de geliefde broeders en zusters, die op deze wijze bezig zijn, ondersteunen. Laten we ons dan met alle inspanningen, die er nu worden gedaan om de waarheid te verspreiden, dit voor ogen houden, dat de Here wordt gevraagd om een zegen en dat, als er weinig gebed is, er ook weinig resultaat zal zijn. Hoe overvloediger het gebed voor de Here wordt gebracht, hoe overvloediger de zegen, waarop we mogen rekenen. Laten we allen daarom met ernst erop toezien, dat het Woord van de Koning, hetwelk een Woord van macht is, zal komen door de instrumenten, die proberen de waarheid te verspreiden, zoals die is in Jezus.

Maar meer dan dit, we hebben machtige vijanden waartegen we moeten strijden en we hebben van onszelf geen kracht. We kunnen zeggen: “Ga achter mij, satan,” maar in onze zwakheid en hulpeloosheid hebben wij het Woord van de Koning nodig om onze natuurlijke, slechte neigingen te onderwerpen. We hebben het Woord van de Koning nodig, opdat de wereld geen macht over ons zal hebben. Hierom zal de Koning moeten worden gevraagd en gebeden. Hoe vuriger wij onszelf overgeven aan gebed, hoe meer we mogen verwachten het Woord van de Koning te horen, zodat de wereld, het vlees en de duivel eronder gehouden zullen worden tot de eer en lofprijs van God, en tot de verwarring van satan.

Het volgende punt, waar ik een paar opmerkingen over wil maken, is: “Uw Koninklijke scepter is een rechtmatige scepter” (Psalm 45:7). De Koning regeert in rechtmatigheid. Dit moeten wij ons voor ogen houden. Het is niet alleen zo in de toekomende wereld, wanneer de Here Jezus Christus teruggekeerd is, dat er in rechtmatigheid geheerst zal worden, maar ook nu heerst Hij in rechtmatigheid. Dat verliezen we in de praktijk vaak uit het oog. Ons is dat kostbare Woord gegeven: “Alle dingen werken mede ten goede voor hen die God liefhebben.” Wanneer er grote beproevingen en aanvechtingen komen, wanneer we hebben te lijden onder de wereld, wanneer ons lichaam ziek is, wanneer we van geliefden beroofd zijn en dergelijke, komt erg vaak vanwege onze oude natuur de vraag op: “Waarom gebeurt dit alles?” En als we dan niet op onze hoede zijn, zullen we geneigd zijn om slechte gedachten over God te koesteren.

Maar “de scepter van Zijn Koninkrijk is een rechtmatige scepter.” “Hij regeert in rechtmatigheid.” “Alle dingen werken mede ten goede voor hen die God liefhebben.” Of het nu vreugde of verdriet is, alles draagt bij tot ons echte welzijn. We zijn tevreden in het diepst van onze ziel, hoe God ook met ons handelt. Het is alles tot de eer van God en voor ons echte welzijn. Het is alles om ons steeds meer gelijkvormig te maken aan de gezindheid van God en aan de Here Jezus Christus.

Daarom moeten we tevreden zijn met Gods handelen met ons, ook in de donkerste uren. We moeten de hand kussen die ons slaat.

O, hoe kunnen we God verheerlijken onder deze omstandigheden en aan een goddeloze wereld de realiteit van de dingen van God laten zien! We kunnen hen laten zien dat we niet alleen maar op het punt van geloofsovertuiging van hen verschillen, maar dat wij werkelijk kinderen van God zijn, dat we een Vader en een Vriend in de hemel  hebben. Wij belijden niet alleen maar het Woord van God te geloven, maar we doen het ook echt. We geloven dat “alle dingen medewerken ten goede voor hen die God liefhebben.” Hoe zou het ook anders kunnen dan dat alle dingen medewerken ten goede voor hen die God liefhebben, omdat God Zelf het kostbaarste gegeven heeft dat Hij had te geven in Zijn eniggeboren Zoon? Hij  heeft ons beloofd ons alle dingen verder uit genade te schenken. Daarom past het de kinderen van God om stil te zijn, om rustig te zijn, om te weten dat God in alles met hen handelt en dat ” alle dingen medewerken ten goede voor hen die God liefhebben.”

Of we het wel of niet inzien, Zijn handelen met ons is werkelijk goed voor ons. Wij moeten hierop vertrouwen en tevreden zijn met de verklaring, dat de scepter van de Koning een rechtmatige scepter is, en dat Hij alles doet in rechtmatigheid. Alles wat Hij doet is goed, zoals Hij zelf goed is.

De volgende tekst is: “Een Koning, op de rechterstoel gezeten, weet reeds met Zijn ogen al het boze te schiften.” (Spreuken 20:8). Dat satan onder onze voeten vertreden zal worden, is een heerlijk vooruitzicht voor ons. Wanneer hij door de macht van de Koning vertreden zal zijn onder onze voeten, wanneer wij door de macht van de Koning helemaal verlost zullen zijn van alles wat tegen de gezindheid van God ingaat, zullen wij, wanneer de wil van God ons wordt geopenbaard, onmiddellijk in onze ziel daarop reageren door Zijn wil uit te voeren. Die tijd is nog niet gekomen; toch leven wij in vreugdevolle verwachting en zien uit naar die dag. Hoe meer we geloof oefenen met betrekking tot de toekomende dingen, de werkelijkheid van die hemelse dag, de grote dag van de Here Jezus Christus, hoe meer we de vreugde van de hemel nu reeds in onze ziel zullen binnenhalen.. Hoe meer geestelijke macht we nu zullen hebben, des te groter onze verwachtingen voor die dag zullen zijn.

Hoewel we niet het ambt van apostel kunnen hebben, kunnen we niet zeggen in welke mate we, terwijl we nog in het lichaam zijn, al de natuurlijke slechte neigingen in ons zullen overwinnen. Hoe meer we geloof stellen in de macht van de Here Jezus, hoe meer we in de praktijk de macht van de Here Jezus Christus gebruiken. Als we onze veelvuldige mislukkingen en tekortkomingen belijden, dan mogen we hulp verwachten om datgene te overwinnen dat tegen de gezindheid van God ingaat. Met dit onderwerp hangt ook dit vreugdevolle vooruitzicht samen: de kleine kudde is nu nog met deze wereld gemengd.

Nu zijn we nog niet afgezonderd van allen die de Here haten. Maar dat zal wel het geval zijn op die dag wanneer de hele hemelse familie verenigd zal worden en afgezonderd zal worden van degenen die de Here Jezus Christus niet liefhebben. Zijn er sommigen onder ons aanwezig die dan afgezonderd zullen worden van ons? Zullen we allen elkaar weer ontmoeten, zoals we nu onder dit ene dak samenkomen? Slechts zij zullen samenkomen met het volk van God, die vertrouwen op het verzoenend sterven van de Here Jezus Christus. Slechts zij zullen daar in de heerlijkheid gevonden worden, die werden wedergeboren door het geloof in de Here Jezus Christus, voordat ze uit deze wereld werden genomen.

O, wees hierin toch serieus! Als er nog sommigen aanwezig zijn, die niet in de Here Jezus Christus geloven, laten ze dan bedenken, dat de macht van de Koning ervoor zal zorgen, dat geen enkele verontreinigde het Nieuwe Jeruzalem binnenkomt.

O, die scheiding, die vreselijke scheiding die zal plaatsvinden. Het kan zijn tussen ouders en kinderen, tussen broers en zussen, tussen echtgenoten!

O, let er toch op dat geen één op die dag afgezonderd zal worden van het volk van God! We kunnen alleen maar weer op één plaats samenkomen, als wij allen geloven in de Here Jezus Christus. Alleen dan kunnen wij het Woord van de Koning horen: “Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft het Koninkrijk dat u is bereid vanaf de grondlegging der wereld.”

De zekerheid van de overwinning van Christus

Een paar woorden over het laatste gedeelte: “Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al Zijn vijanden onder Zijn voeten gelegd heeft.” (1 Corinthiërs 15:25). Hij moet heersen! O, de troost van dit woord, Hij moet heersen! Wie zal weerstand bieden aan de Koning der Koningen, de Here der Heren, de Almachtige God, de Schepper van het heelal, de Onderhouder van het heelal? Wie zal Hem tegenhouden? Wie zal Hem ervan weerhouden om te heersen? O, de vreugde die we hierin hebben: Jezus moet heersen!

En het is vooral vertroostend in deze dagen, nu we het ongeloof en het pausdom zien en het verspreiden van allerlei soorten van bijgeloof en dwaling. Hoe vertroostend is het te weten dat de waarheid zal overwinnen! Jezus zal tenslotte overwinnen. “Hij moet heersen.” Elke knie moet zich voor Hem buigen, elke tong moet belijden dat Hij Here is, tot de eer van de Vader. Wat een schitterend en heerlijk vooruitzicht, dat dit zo zal zijn en dat zelfs degenen, die nu godslasterlijk over de Here Jezus Christus spreken, de macht van de Koning  ervaren zullen. Zij zullen zien, dat de Koning macht heeft. Hij zal  tenslotte overwinnen.

Op dit ogenblik zijn wij, die verenigd zijn met de Koning en die bij de kleine kudde horen, zeer zwak en hulpeloos van onszelf. Maar toch zullen wij, hoewel wij zwak en hulpeloos van onszelf zijn, door Jezus, onze Here, op heerlijke wijze overwinnen, omdat wij verenigd zijn met de Koning, Die zal heersen, de Koning, Die elke vijand zal overwinnen.

Dat is het schitterende en heerlijke vooruitzicht voor ons! Ik ben een arme zondaar en helemaal niets van mijzelf. Laten we tot onszelf zeggen: “Maar mijn Here Jezus zal mij helpen, mijn Here Jezus zal de overwinning voor mij behalen.” Laat mij alleen maar mij vastklemmen aan Hem, laat me slechts zien op Hem, laat me elke dag mijn vertrouwen stellen op Zijn macht en alles zal goed zijn aan het einde.

Wij zullen de overwinning over satan hebben, over de boze geesten en over alles, dat zich verzet tegen onze gezegende Here.