Selecteer een pagina

Is het waar?

>>PDF<<

Een toespraak bedoeld om te lezen op zondag 21 november 1886, gehouden door C.H. Spurgeon op zondagavond, 12 september 1886.

“Nebukadnezar nam het woord en zei tot hen: ‘Is het waar, o Sadrach, Mesach en Abednego, dat gij mijn goden niet dient en het gouden beeld dat ik heb opgericht niet aanbidt?’” Daniël 3:14.

Geliefde vrienden die nog geen besluit hebt genomen, als u volgelingen van de Here Jezus Christus zou willen worden, zal het goed voor u zijn om de kosten te berekenen. Het was de gewoonte van onze Here om de mensen de opdracht te geven na te gaan wat Zijn dienst zou kunnen inhouden. Zijn herhaaldelijke verklaring was: “Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waardig.” Hij wist en wilde dat wij zouden weten, dat het geen kinderspel is om een soldaat van het kruis te zijn. Als wij in deze oorlogsvoering rekenen op gemak, zullen we ernstig teleurgesteld worden; we moeten vechten als we willen regeren.

Eén reden hiervan is dat de wereld, net als Nebukadnezar, van ons allen verwacht dat wij haar manieren volgen en haar regels gehoorzamen. De god van deze wereld is de duivel en hij maakt aanspraak op onvoorwaardelijke gehoorzaamheid. Zonde, in de één of andere vorm, is het beeld dat satan heeft opgericht en hij eist van ons dat we dat dienen. De tirannie van de wereld is fel en wreed en zij die haar beeld niet willen aanbidden, zullen merken dat de brandende vurige oven nog niet is afgekoeld. Als u van plan bent Christen te worden en daarom van plan bent de slavernij van de huidige, slechte wereld van u af te werpen, dan moet uw besluit worden genomen om liever alle consequenties te dragen dan dat u het afgodsbeeld van deze tijd aanbidt. De fluit van deze wereld, de harp, de doedelzak en de luit moeten tevergeefs voor u klinken. Edeler muziek moet uw oren strelen en maken dat u de bedreigingen van de wereld trotseert. De positie van de echte gelovige moet worden ingenomen en hij moet besluiten dat hij eerder God zal gehoorzamen dan mensen. Wat zich bij uw geweten aanbeveelt als goed, rein en waar, moet u zonder reserve volgen, maar wat verkeerd, vuil en vals is, moet u vastberaden opgeven. U kunt geen discipel van Christus zijn, tenzij u tot dit punt gekomen bent en daar bij blijft, want Jezus leidt alleen op wegen van gerechtigheid. Wie een trouw onderdaan van Koning Jezus is, zal niet proberen in zonde te leven en daarnaast ook in genade, want hij zal weten dat niemand twee meesters kan dienen. De liefde van de wereld en de liefde van God kunnen evenmin met elkaar gemengd worden als olie en water. Te proberen deze twee samen te smelten, betekent verwarring brengen in uw hart en in uw leven. De oproep van de profeet is verstandig – “Als de Here God is, volg Hem: maar als Baäl het is, volg hem dan.” Of de één òf de ander kunt u dienen, maar niet beide. Ieder mens die de Here Jezus Christus kent, gewassen is in Zijn bloed en deel heeft gekregen aan de Goddelijke natuur, zal begrijpen dat hij heeft afgedaan met de vriendschap van deze tegenwoordige, slechte wereld. De wereld kan eisen dat hij toegeeft aan haar bevelen, maar als een dienstknecht van de Here Jezus Christus zal hij weigeren dat te doen. Wat Sadrach Mesach en Abednego tegen Nebukadnezar zeiden, dat zullen echte gelovigen tegen de wereld zeggen: “Wij willen uw goden niet dienen en het gouden beeld dat gij hebt opgericht niet aanbidden.”

Nu, als u kunt weigeren om te zondigen, als u kunt weigeren om zelfs nog maar te onderhandelen met de ongerechtigheid, dan is het goed met u. Als u uitkomt voor waarheid en gerechtigheid, zal uw geweten uw standpunt goedkeuren en dit is op zichzelf geen kleine troost. Het zal een verheffend iets voor uw menselijke natuur zijn dat z’n sterkte op de proef gesteld is en het zal ertoe bijdragen om die krachtiger te maken. Uw resolute besluit om een rechte weg te gaan zal aangenaam zijn bij God en dit is ook een uitermate grote beloning. Ik zou liever de Here willen behagen dan het applaus winnen van alle engelen in de hemel en alle vorsten op aarde. Op die dag, wanneer de gezegende en enige Vorst kronen en palmtakken zal uitdelen aan de gelovigen, zal het het toppunt van zegen zijn om Hem te horen zeggen: “Goed gedaan, gij goede en getrouwe dienstknecht.”

Misschien dat sommigen van u zullen zeggen: “Wij willen niet buigen voor de goden van de wereld, maar we willen alleen God aanbidden: we willen Christus volgen en niemand anders.” Dat is een dapper besluit: u zult er nooit spijt van krijgen als u daaraan blijft vasthouden, helemaal tot het einde.

We zijn blij u zo te horen spreken, maar is het waar? “Is het waar?” Deze woorden zal ik onder de loep nemen en ze in brand steken. Geen vraag kan noodzakelijker zijn of meer onderzoekend dan “Is het waar?”. Het is heel goed om een belijdenis af te leggen, maar “Is het waar?”. Het is erg mooi om te beloven en geloften af te leggen, maar “Is het waar?”. Het is een dapper iets om er over te praten Nebukadnezar en zijn vurige oven te trotseren, maar “Is het waar?”. Twijfelaars betwijfelen uw verklaring met sarcastische spot, zondaars trekken het in twijfel door openlijk ongeloof en heiligen vragen ernaar met een diepe ongerustheid, opdat u oprecht mag zijn. Van alle kanten komt de vraag: “Is het waar?”. Het moet gevraagd worden, het zal gevraagd worden, het behoort gevraagd te worden en daarom vraag ik het: “Is het waar?”

I. Volgeling van Christus, MAAK U GEREED VOOR DE VRAAG: “IS HET WAAR?”.

Ga er niet van uit dat u onopgemerkt kunt leven, want een fel licht omstraalt elk Christen. U zult zeker de één of ander tegenkomen, die u respecteert of voor wie u ontzag hebt en die u zal vragen: “Is het waar?”. Nebukadnezar was een belangrijk persoon voor deze drie heilige mannen: hij was hun heerszuchtige heer, hun werkgever, hun invloedrijke vriend. In zijn handen rustte hun vrijheid en hun leven. Hij was bovendien hun weldoener, want hij had hen een hoog ambt gegeven in zijn imperium. Alle hoop op verdere promotie lag bij hem en als zij voorspoed wilden hebben en vooruit wilden komen in de wereld dan moesten ze zijn glimlach verdienen. Veel jonge Christenen krijgen met deze verzoeking te maken. Veel werelds voordeel kan verkregen worden door bepaalde ongelovige mensen het naar de zin te maken, mensen, die net kleine Nebukadnezars zijn; dit is een groot gevaar. Er wordt hen gevraagd, door iemand die hun superieur, hun werkgever, hun baas is, om iets verkeerds te doen. Nu komt de test. Zullen ze het uur van de beproeving doorstaan? Ze zeggen dat ze het kunnen doorstaan, maar is het waarLaten mijn toehoorders op zo’n beproeving voorbereid zijn, want naar alle waarschijnlijkheid zal het komen. De één of andere Nebukadnezar zal u heel duidelijk de vraag stellen: “Wil jij doen zoals ik wens dat jij doet, of wil jij je God gehoorzamen?” Ik vraag u, dat u op zo’n ogenblik op de juiste wijze antwoordt zonder een keer extra na te denken. Zo bewijst u dat uw liefde voor God echt is.

Nebukadnezar sprak op een manier die geen tegenspraak duldde, alsof hij niet kon geloven dat er nog enig sterveling op aarde de arrogantie zou kunnen hebben om zijn wil te betwisten. Hij kon niet begrijpen dat iemand, die bij hem in dienst was, zijn gebod durfde te weerstaan, hij vroeg verontwaardigd: “Is het waar?” Hij wil het niet geloven! Hij moet verkeerd geïnformeerd zijn! Kan er een wezen bestaan in geheel zijn grote rijk, dat de onbeschaamdheid kan hebben om voor zichzelf te denken, of de brutaliteit om te insinueren, dat het verkeerd kan zijn te doen wat Nebukadnezar beveelt? Hij wil het niet geloven. Het is al heel wat van zijn kant om nog de vraag te stellen: “Is het waar?”. U zult mensen ontmoeten die er zo aan gewend zijn dat ze gehoorzaamd worden, dat ze het moeilijk vinden om te bedenken dat u zich niet haast om hun wensen uit te voeren. De ongelovige vader zegt tegen zijn jongen: “Jan, is het waar dat je tegen mijn wil in naar een kerk gaat? Hoe durf je te doen alsof je beter bent dan je vader en moeder?” Vaak belijden goddeloze mensen dat ze niet geloven in de bekering van hun collega’s. Is het waar Jan, dat je godsdienstig geworden bent? Wat een mooie kerel ben jij! Wel, vroeger zong je een jolig liedje, net zoals de andere mensen en nu zit je een psalm te jammeren, zoals die andere zedenprekende huichelaars. Is het waar? Wel, jij kon een glas achterover slaan en leuke spelletjes doen, net als de rest van ons en nu beweer je dat je bang bent om iets verkeerds te doen. Is het waar? Ben je echt zo’n dwaas? Je lijkt bijna bang om één stap te verzetten uit angst dat je een uitbrander krijgt. Ben je echt dezelfde kerel die vroeger kon drinken en vloeken? “Is het waar?” Ze insinueren dat je niet goed snik bent, dat je erg verstrooid bent en dat je het slachtoffer van fanatiekelingen geworden bent. Ik zie de logica van zulke veronderstellingen niet in, maar ik neem aan dat ze zo doen. Op de één of andere manier zullen ze je de vraag stellen: “Is het waar? Kun je werkelijk die mening hebben en ben je werkelijk van plan om die uit te voeren?” Geliefde broeders en zusters, ik wil graag dat u voorbereid bent op deze aanval en dat u gereed staat om zonder aarzeling te antwoorden: “Het is zeer zeker waar.”

U zult niet door het leven heen kunnen komen zonder ontdekt te worden: een kaars die aangestoken is, kan niet worden verborgen. Er is een gevoel bij sommige goede mensen, dat het verstandig zal zijn om heel erg terughoudend te zijn en om hun licht onder de korenmaat te zetten. Ze zijn van plan om de hele oorlog door zich gedekt te houden en naar voren te komen wanneer de palmtakken worden uitgedeeld. Ze hopen naar de hemel te reizen via een achterweg en de heerlijkheid vermomd binnen te sluipen. Ach, wat een ontaard gezelschap! Hoe was het nu met Sadrach, Mesach en Abednego, toen het bevel van de koning werd gegeven en zij naar voren kwamen? Zij konden zich niet bij voortduring verborgen houden. Ze waren publieke mensen, gesteld aan het hoofd van een provincie en het was noodzakelijk dat ze het goede voorbeeld zouden geven. Ze waren gesommeerd om met de overige heersers de grote ceremonie bij te wonen en hun gedragslijn tijdens deze openbare gelegenheid zou een leidraad zijn voor alle andere Joden in de rijksdelen van de Babyloniërs. Het zou niet genoeg voor hen zijn geweest om thuis te blijven en de verontschuldiging te sturen dat ze niet gezond waren, of dat er ergens anders een beroep op hen gedaan werd vanwege urgente kwesties. Anderen zouden dit kunnen doen en er niet de schuld van krijgen, maar deze leiders konden de strijd niet ontlopen. Zij moesten zich uitspreken over de kwestie tussen de levende God en het gouden afgodsbeeld. Ze moesten zich niet alleen onthouden van afgoderij, maar ze moesten ook in het openbaar protest aantekenen, of anders zouden ze ontrouw zijn geweest aan hun Here. Wees er maar zeker van, medechristenen, dat op één of ander tijdstip, in de meest rustige levens, er een ogenblik zal komen voor een openlijk besluit. Er zullen dagen komen wanneer we ons moeten uitspreken of anders zullen we verraders blijken te zijn van onze Here en van Zijn waarheid. Misschien bent u terechtgekomen temidden van godvrezende mensen en zo bent u een tijdlang rustig doorgegaan, maar kijk uit voor de stormen. Als u samenwoont met mensen uit de wereld, hebben ze u misschien nog niet gewantrouwd omdat u van nature zo gesloten bent, maar uw geheim zal ontdekt worden. U kunt niet lang vuur in de holte van uw hand houden, of een kaars aan hebben onder het bed. Godsvrucht komt, net als moord, aan het licht. U kunt niet altijd incognito naar de hemel reizen. In elk huis komt er een tijdstip dat elk persoon van het gezin een kant moet kiezen en moet bekennen bij wie hij hoort. De meest schuchtere vrouw, of het meest bescheiden kind, zal worden genoodzaakt om te zeggen: “Ik ben ook een discipel van Christus.” Wees bereid om meteen de vraag te beantwoorden: “Is het waar?”

Om helemaal voorbereid te zijn antwoord te geven op de vraag van tegenstanders, is het goed om te handelen met gezond verstand. Wees gereed om een reden te geven voor de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en eerbied. Wees er klaar voor om te laten zien waarom u een gelovige in God bent, waarom u de Here Jezus Christus aanbidt, waarom u vertrouwt op Zijn verzoenend offer en waarom u Hem alle dingen in uw leven laat regelen. Laat zien waarom u niet kunt doen wat anderen kunnen: wel, omdat u een kind van God bent, is uw natuur veranderd en u hebt niet de wens om datgene te doen waar u eens opgetogen over was, toen u niet wedergeboren was. Vraag de Here om, als u naar uw werk gaat, u te helpen met Bijbelse argumenten, die u op uw duimpje kent, want dat zijn de beste argumenten en zij hebben een groot gezag in zich, zodat, wanneer u de vraag wordt gesteld: “Is het waar?”, u kunt zeggen: “Ja, het is waar en hierom is het waar. Op die en die tijd openbaarde God Zichzelf aan mij in Zijn genade en Hij opende mijn blinde ogen om de dingen in een waar licht te zien. Hij vernieuwde mijn natuur toen Hij mij verloste van de last van de zonde; Hij maakte mij tot een kind van God toen ik vrede vond door Zijn Naam; vanwege dit alles kan ik mijn liefhebbende Here geen verdriet doen door in zonde te leven. Ik ben niet van mijzelf, ik ben gekocht met een prijs en daarom moet ik de wil doen van Hem, Die mij verlost heeft met Zijn eigen bloed.” Ik ben er zeker van dat Sadrach, Mesach en Abednego nooit stand hadden gehouden tegenover de heerszuchtige koning, zoals ze dat deden, als ze niet hun positie wisten en goed begrepen hoe het kwam dat alleen de Here aanbeden moet worden als God. Wanneer het verstand stabiel is, dan zal het hart waarschijnlijk ook standvastig zijn. Ken uw plicht en de argumenten ervoor en u zult waarschijnlijk des te standvastiger zijn in het uur van de verzoeking. Deze drie mannen hadden goed onderwijs gehad, waren goed getraind in de wet van de Here en daarom bleven ze standvastig, waar mensen met minder kennis en onderwijs meteen zouden toegeven.

Vervolgens, zorg ervoor dat u altijd in diepe oprechtheid handelt. Een oppervlakkige belijdenis eindigt al gauw in een volledige afval. Alleen het werk van het hart zal het vuur doorstaan. Laat nooit uw spreken uw hart voorbij lopen. Belijdt niet meer te zijn dan u werkelijk bent. Bedenk, dat al uw belijdenissen getest zullen worden en dat de vraag voor u een brandende vraag zal worden: “Is het waar?”. Let erop dat het waar is, helemaal waar en grondig waar. Helaas! Mijn vrienden, hoeveel wordt er gebeden en gezongen en geleerd en gepredikt, wat niet de werkelijke realiteit is! Hoeveel is er aan christelijke gedachte – ja, wat we dan “ervaring” noemen, wat geen realiteit is voor de persoon die erover praat, dat hij dat werkelijk gedacht en ervaren zou hebben! Hoeveel van de uiterlijke godsdienst is alleen maar verzinsel, pluis, vorm en schuim! Wat nodig is, is een betrouwbare werkelijkheid. We hebben een godsdienst nodig die ons overeind zal houden onder de zwaarste lasten en die ons geduldig zal maken onder de hevigste pijnen. We hebben een godsdienst nodig waarmee we kunnen sterven. Het is een zeer gezegend iets om elke dag de dood onder ogen te kunnen zien zoals de apostel die zei: “Ik sterf dagelijks”; door deze dagelijkse vorming zullen we leren hoe we tenslotte in heerlijkheid zullen sterven. Ga uw eigen gangen eens na en geloof niet dat uw godsdienst een stuiver waard is, tenzij het de dood, het oordeel en de eeuwige wereld kan verdragen.

God geve ons waarachtig te zijn bij ons eerste berouw en er zeer grondig in te zijn; als we beginnen, mogen we dan zo doorgaan, niet door onze godsdienst te lenen en het als tweedehands te gebruiken, maar door persoonlijke oprechtheid alle waarheid tot ons eigendom te maken. We hebben het nodig dat de openbaring van God echt een openbaring voor ons is: dat berouw, geloof, hoop, liefde, heiligheid onze eigen privébezittingen worden, onze eigen erfenis. Wanneer dan de vraag komt: “Is het waar?” zullen we meteen antwoord geven voor de levende God. “Het is waar. U, Here Die de harten doorzoekt, U weet dat ik U liefheb!”

Als dit gebeurd is, wen uzelf er aan om voor Gods aangezicht te handelen met een ernstige vastberadenheid bij elke zaak wat betreft de moraal en godsdienst. Veel erg fatsoenlijke mensen zijn niet onafhankelijk, maar zijn afhankelijk van de hulp van anderen. Ze zijn net als de huizen die onze Londense bouwmeesters zo snel uit de grond stampen: als ze elkaar niet steunden om overeind te blijven, zouden ze allemaal meteen omvallen, want geen één ervan zou alleen kunnen staan. Hoeveel is er van die joint-venture-godsdienst, waarin de huichelaars en de formalisten elkaar ontzien, waar de dingen niet helemaal zo slecht zijn als dit, maar waar er toch te weinig persoonlijke vastheid in het geloof is. Zoveel mensen hebben een “aanleun”-godsdienst. Als hun prediker of een ander leidend persoon weggenomen werd, zou hun achtermuur eruit liggen en ze zouden tegen de vlakte gaan. In sommige gevallen vormen de vrouw en de moeder of de man en de vader, of de vriend en de leraar de belangrijkste steun voor de godsdienst van het individu: hij leunt op anderen en als deze hem ontvallen, is zijn hoop ten einde. Vrienden, dit soort godsdienst is niet goed: u kunt niet uw hele leven lang deze goede mensen als uw supporters hebben; als u ze al in het leven zou kunnen hebben, zullen ze toch van u gescheiden moeten worden door de dood. Het is een veilige zaak voor elke Christen om eraan gewend te zijn voor zichzelf te beoordelen wat goed is en daaraan vast te houden, of anderen dat nu wel of niet doen. We hebben het vandaag nodig om ons gezicht als een steen te maken tegenover de zonde en de dwaling. We moeten ons in ons eigen hart voornemen wat we zullen doen en dan aan ons doel vasthouden. Gelukkig is hij die in het goede durft te kiezen met twee of drie anderen. Nog gelukkiger is hij die aan de juiste kant zal staan, zelfs als die keurige twee of drie dat zouden loslaten. Wie alleen kan staan, is werkelijk een man: ieder man Gods dient zo te zijn. Athanasius contra mundum, Athanasius tegen de wereld, is een schitterende uitspraak. Tegen de hele wereld in verkondigde Athanasius de Godheid van Christus en hij won de slag. Als u niet naar de wereld wilt gaan, zal de wereld op een dag naar u moeten komen.

Nogmaals, geliefde vrienden, wanneer uw besluit gevormd is, handel dan in het licht van de eeuwigheid. Beoordeel de situatie niet in het licht van het dreigement van de koning en de hitte van de brandende, vurige oven, maar in het licht van de eeuwige God en het eeuwige leven dat u wacht. Laten niet de fluit, de harp en de doedelzak u fascineren, maar luister naar de muziek van de verheerlijkten. De mensen fronsen hun voorhoofd over u, maar u kunt God naar u zien glimlachen en dus bent u er niet van ondersteboven. Het kan zijn dat u, als u eerlijk bent, niet rijk zult worden in uw handel, maar in het licht van de eeuwigheid zult u blij de luxe van de rijkdom opgeven om een zuiver geweten te houden. Het kan zijn dat u uit uw betrekking ontslagen wordt, tenzij u kunt knipogen naar het verkeerde en een instrument van het onrecht bent. Wees er tevreden mee uw baan te verliezen, liever dan de vrede te verliezen. Deze drie heilige mannen berekenden de kosten van de brandende, vurige oven en toch lieten ze de weegschaal doorslaan ten gunste van de trouw aan God. Broeders, heb oog voor de eindeloze toekomst. Vergeet nooit de hemel en de hel en die schitterende vergadering rondom de grote witte troon, wanneer u en ik deel zullen uitmaken van het gezelschap.

Nu ben ik er zeker van dat deze goede mannen geloofden in de onsterfelijkheid, anders zouden ze nooit het geweld van de vlammen hebben getrotseerd. De martelaren zouden, toen ze naar de brandstapel gingen, grote dwazen zijn geweest, tenzij zij geloofden dat ze voor eeuwig zouden leven en dat in het grote hiernamaals zij een Goddelijke beloning zouden ontvangen voor de martelingen die ze op het punt stonden te ondergaan. Als zij slechts hun hoop op dit leven hadden, waren ze zeker slechte economen. Door te geloven in de heerlijkheid van dat woord: “Goed gedaan, goede en getrouwe slaaf”, en door de eeuwigheid tegen de tijd, en het leven aan de rechterhand van God tegen een wrede dood af te wegen, waren de martelaren van mening dat het eeuwige een veel gewichtiger zaak was en dus gingen ze zonder vragen naar de gevangenis en naar de dood. Deze dappere mannen trotseerden de woede van een boosaardige tiran, omdat ze Hem zagen, Die onzichtbaar is en zij achting hadden voor de beloning. U moet ook zover komen dat u voor een groot gedeelte in de toekomst leeft, of anders zult u de voornaamste bron van heilige kracht missen. Als u leeft voor dit leven, zult u spoedig uw ziel verkopen voor zoveel zilverstukken, maar als u uw leven ziet in de eeuwigheid en nu het eeuwige leven leeft, zal geen steekpenning u weglokken van de wegen der gerechtigheid. Als uw oren door het vooruitzien de donder van het vonnis kunnen horen: “Ga weg van Mij, gij vervloekten”, dan zult u het niet aandurven om uzelf dit aan te doen. Als dat lieflijker geluid: “Kom, gij gezegenden”  uw oor streelt, zult u sterk zijn in uw besluit het Lam te volgen, waarheen Het ook gaat. Ja, met de eeuwigheid voor u en rondom u zal uw besluit vast staan; u zult met een onverschrokken geest de uitdaging aangaan: “Is het waar?”

Moge God ons voorvechters maken van Zijn heilige zaak! Heldhaftigheid kan alleen in ons worden bewerkt door de Heilige Geest. Als u uw hele natuur ootmoedig overgeeft aan de kracht van de Goddelijke Heiligmaker, zult u trouw zijn aan uw God, ja, tot het einde. Aan de voet van het kruis, met uw ogen op die gezegende wonden en uw hele ziel toevertrouwend aan Hem, Die leeft en dood was, zult u niet beschaamd worden in uw Here, noch bang zijn voor de gevolgen van het gehoorzamen van Hem.

Tot zover het eerste punt van onze toespraak – bereidt u voor om de vraag te beantwoorden: “Is het waar?”

II. Maar nu, ten tweede, ALS U NIET KUNT ZEGGEN DAT HET WAAR IS, WAT DAN? Als u op dit ogenblik, staande voor de God, Die het hart doorzoekt, niet kunt zeggen: “Het is waar”, hoe moet u dan handelen? Als u niet kunt zeggen dat u het kruis van Christus op u neemt en bereid bent Hem te volgen, wat er ook gebeurt, luister dan naar mij en hoor de waarheid.

 Belijdt helemaal niets. Praat niet over de doop of het Avondmaal, noch over het zich voegen bij een gemeente, noch over het Christen zijn, want als u dat doet, zult u tegen uw eigen ziel liegen. Als het niet waar is dat u de afgoden van de wereld opgeeft, belijdt dan niet dat het zo is. Het is onnodig dat een mens zou belijden te zijn wat hij niet is; het is de zonde van het meer doen dan nodig is, een overmaat aan slechtheid. Als u niet trouw kunt zijn aan Christus, als uw lafhartige hart uw Here afvallig is, belijdt dan niet dat u Zijn discipel bent, zo verzoek ik u dringend. Hij, die getrouwd is met de wereld, of lafhartig is, kan maar beter terugkeren naar zijn huis, want hij is niet van nut in deze oorlog.

Als u een belijdenis hebt afgelegd, die toch niet waar is, wees dan eerlijk genoeg om die op te geven, want het kan nooit goed zijn om aan bedrog vast te houden. Een valse belijdenis is een misdaad en erin volharden is een arrogante zonde. Wat u ook bent, of niet bent, wees transparant, oprecht en waarachtig. Als hier iemand is, die in zijn hart zegt: “Nee, ik kan niet lijden ter wille van de waarheid: ik zal Christus volgen voor zover het een fijne wandeling is en het niets kost, maar ik ga niet voor Hem door de modder”; wel, keer u dan meteen om, want u bent geen echte pelgrim. Als u niet vastbesloten bent om voort te gaan, zelfs al zou de weg gaan door het Moeras Moedeloosheid, dan kunt u maar beter terugkeren naar uw huis in de Stad des Verderfs, want u bent niet een man die God heeft geroepen in Zijn Koninkrijk. “Wat een raar advies”, zegt u. Ja, maar ook een verstandig advies. Luister naar mij. Als iemand van u zich voor Christus schaamt, uit angst voor mensen, en niet bereid is beledigd te worden ter wille van Christus, dan zal het beter voor u zijn om naar huis te gaan net als de lafhartige mensen bij Gideon om zo de kleine groep van de getrouwen niet langer te belemmeren.

Wilt u dan terugkeren naar uw oude wegen? Ik ben er zeker van dat u dat zult doen als u de vraag van mijn tekst niet kunt beantwoorden, maar bedenk, dat als u dat doet, u uw eigen geweten moet verloochenen. Velen van u, die niet standvastig zijn in hun besluit, weten toch wat goed is. U zult nooit dat licht uit uw ogen kunnen verdrijven dat er eenmaal in is geschenen vanuit Gods Woord. U kunt nooit zo gemakkelijk zondigen als anderen; het zal in uw geval koppigheid en hardnekkigheid zijn. Ik ben er zeker van dat velen van u er wanhopig voor moeten werken om naar de hel te gaan. U zult een wedloop met hindernissen door heggen en sloten moeten gaan om de verdoemenis te bereiken, want de Here heeft datgene in u gelegd wat u nooit in de zonde zal doen laten rusten, of u kalmte zal geven in de goddeloosheid. De Here heeft u te veel geleerd om u welgedane slaven van de onwetendheid en de ondeugd te laten zijn. U, die de machten van de toekomende wereld hebt ondervonden, bent bedorven voor deze wereld en als u zulke lafaards bent dat u niet voort wilt gaan naar de volgende, dan bent u de meest ellendige van alle mensen. Uw geweten zal u op de hielen zitten en u opjagen en u kwellen. Durft u het risico te lopen om door zo’n vijand achtervolgd te worden? Hiermee vergeleken waren de furies uit de klassieke fabel vriendelijke wezens.

Bedenk dat, wanneer u zwicht voor de vrees voor mensen, u uzelf verlaagt. Er zal een dag komen waarop de man, die zich schaamde voor Christus, zelf beschaamd zal worden: hij zal zich afvragen waar hij zijn schuldige hoofd kan verbergen. Kijk naar hem! Daar is hij! De verrader, die zijn Here verloochende! De Christus werd bespuwd en aan het kruis genageld en deze man was bang Hem te belijden. Om de glimlach van een onnozel meisje voor zich te winnen, of om te ontsnappen aan de spot van een ruwe kerel, om maar een paar stukjes zilver te verdienen, om voor heel netjes en fatsoenlijk door te gaan onder zijn medemensen, keerde hij zich af van zijn Verlosser en verkocht hij zijn Here; wat kan er nu ten goede van hem worden gezegd? Wie kan hem verontschuldigen? De engelen schuwen hem als een mens die zich schaamde voor de Here der Heerlijkheid. Hij is bekleed met schande en eeuwige minachting. Zelfs de verlorenen in de hel gaan bij hem uit de buurt, want velen van hen waren eerlijker dan hij. Zit er zo iemand als deze voor mij? Ik sommeer hem in de Naam van de levende God zich voor zijn lafhartigheid te verantwoorden. Laat hem naar voren komen en zijn misdaad belijden en ootmoedig vergeving zoeken uit de handen van de genadevolle Heiland.

Als uw belijdenis van het geloof in Jezus en de tegenstand aan de zonde niet eerlijk is, kunt u die maar beter intrekken en u stilhouden, want door een ongegrond voorwendsel zult u de zaak van God onteren en er de oorzaak van zijn dat de vijand Gods volk verwijten maakt. Als Sadrach, Mesach en Abednego voor Nebukadnezar hadden gestaan en een compromis hadden gesloten, zou het de Naam van de Here hebben onteerd. Veronderstel dat ze hadden gezegd: “O koning, we geloven in de HERE, maar we weten nauwelijks wat we in onze bijzondere omstandigheden moeten doen. We willen heel graag ’t u naar de zin maken en we vrezen ook de gedachte aan de brandende oven en daarom moeten we toegeven, al doet het ons enorm veel verdriet.” Wel, ze zouden schande hebben gebracht over de naam van Israël. O broeders, praat niet over principes om vervolgens uw principes in uw zak te steken, omdat ze niet modieus zijn, of omdat ze verlies opleveren en schande. Als u dit doet, zult u een vijand van de Koning der koningen zijn. God beval Zijn volk niet te buigen voor gesneden beelden, maar de koning van Babel beval hen dat meteen te doen of te sterven. Wie zouden ze gehoorzamen? Aan wie zouden ze de meeste eer betonen? Dat was het punt. Het zou zinloos zijn geweest om te zeggen dat ze het maar één keer zouden doen, dat ze het louter voor de vorm zouden doen en zo verder, want hadden ze hun knie gebogen voor het gesneden beeld, dan zouden ze Nebukadnezar boven de HERE hebben geplaatst. Ze zouden hebben kunnen pleiten dat het weigeren van de grote koning gelijk stond met het plegen van zelfmoord, maar ze onthielden zich van zulke slinkse redeneringen. Ze zouden hebben kunnen beredeneren dat het verstandig was hun leven te redden, omdat ze nog van zoveel nut zouden kunnen zijn voor de Israëlieten en voor de zaak van de echte godsdienst. Hoe vaak heb ik deze pleitgrond gehoord om in een dwalende kerk te blijven en om te verklaren iets te geloven wat niet wordt geloofd! Mensen doen iets slechts opdat er iets goeds uit zou voortkomen en nadat ze zich gebogen hebben in het huis van Rimmon, wassen ze hun handen en bidden: “De Here vergeve uw dienstknecht in deze zaak.” Ik ben blij dat de drie heilige jonge mannen niet zo “voorzichtig waren om te antwoorden”, anders waren ze in één of andere slinkse politiek terecht gekomen of bij een armzalig excuus voor een compromis. Wat hebben we te maken met de gevolgen? Het is aan ons om het juiste te doen en de resultaten bij de Here te laten. Iets verkeerds doen kan onder geen enkele omstandigheid goed zijn. Voor de dienstknechten van de Here is het ontrouw zijn aan hun overtuiging altijd een slechte zaak, een wortel die gal voortbrengt. Ja, deze mannen zouden juist een smet hebben geworpen op de levende God, op hun volk en op zichzelf, als ze op het ogenblik van de beproeving hadden geaarzeld. Duizenden mannen en vrouwen doen dit voortdurend. Ze moeten zich schamen! Zij pleiten op hun eigen noodzakelijkheden, hun grote gezinnen, hun baan, hun hoop om nuttig te zijn en een voorbeeld voor anderen, maar geen van deze dingen kan lafheid tegenover God verontschuldigen. Als wij, door maar een klein beetje verkeerd te doen, een heleboel goeds konden bewerken, zouden we daardoor niet te verontschuldigen zijn. Dit is de veel voorkomende manier om het geweten te bedwelmen en ik vraag u dringend hiervoor op uw hoede te zijn, want het komt hierop neer, dat u een betere rechter bent over wat u moet doen dan God dat is en dat uw oordeel boven de wet van God staat. Is dit niet zeer arrogant? Komt het ook niet bij u op, dat sommigen God zouden dienen als het dienen van de duivel niet beter zou worden betaald? En is dit niet weer opnieuw Judas Iskariot, de zoon des verderfs?

Ik wil graag dat u er ook aan denkt dat, wanneer u Christus opgeeft, als u Hem verlaat om de bevelen van de wereld te gehoorzamen, u het eeuwige leven en de eeuwige zegen opgeeft. Misschien hecht u daar vanavond maar weinig waarde aan, vanwege uw huidige onbezonnenheid, maar u zult weldra anders denken. Spoedig kunt u op een ziekbed liggen en in de eeuwigheid staren; dan zal uw oordeel over de meeste dingen een grote verandering ondergaan. Ik weet wat dat ernstige uitzicht betekent, want ik ben verscheidene keren geroepen om me in de geest aan de rand van de eeuwigheid te bevinden en ik kan u verzekeren dat het geen kinderspel is. Het plechtige punt, het oordeel, de verklaring van de bestemming, deze zijn niet gering. Het vereist al het geloof dat een mens bij elkaar kan schrapen om hem in staat te stellen kalm en verstandig vooruit te kijken, naar die grote dag wanneer de geheimen van alle harten openbaar zullen worden. Kom mijn toehoorders, kijk naar de eeuwigheid die op u wacht. Ik vraag u dringend, denk eraan dat, als u de schotel linzen neemt en uw geboorterecht verkwanselt, u uiteindelijk uzelf zult beklagen. In het uur van uw sterven kunt u geen plaats vinden voor berouw, al zoekt u het nog zo zorgvuldig met tranen. In de volgende wereld zal er geen hoop op hervorming zijn of ontsnappen aan het gevolg van de zonde. In de eeuwigheid zult u de ogen opslaan onder de felle toorn van God en geen weg tot ontsnapping zien, want u zult dan ook te zeer vastgeklonken zitten aan het kwaad om eraan te kunnen ontsnappen. Wat zult u op die dag, die zal branden als een oven, dan tot uzelf zeggen, omdat u uw Here hebt verkocht? O, geef toch niet, omwille van het gefronste voorhoofd van een man of de glimlach van een vrouw, het eeuwige leven op! Als God weg is, is alles weg. Uw Heiland verliezen betekent uzelf verliezen. O, mijn geliefden, neem liever de ruwste weg dan dat u afscheid neemt van uw beste Vriend.

De vraag is een zeer ernstige: “Is het waar?” en als het niet waar is, dan blijf ik nog steeds bij mijn advies; zeg niet dat het zo is, voeg niet bij al uw andere zonden nog een leugenachtige belijdenis, maar handel in alle eerlijkheid aangezien u voor God staat.

III. Maar nu, ten derde, laten we overdenken wat er volgt ALS HET WAAR IS. Ik hoop dat hier velen hun hand op hun hart kunnen leggen en rustig kunnen zeggen: “Ja, het is waar; we hebben besloten om niet voor de zonde te buigen, wat er ook moge komen.” Wel dan, als het waar is, dan heb ik dit tot u te zeggen: geliefde broeder, spreek dit uit wanneer het van u wordt gevraagd.  Maak uw besluit bekend. Dit zal u kracht geven en het middel zijn om anderen hierin te ondersteunen. Sadrach, Mesach en Abednego spraken zich uit in de tegenwoordigheid van de woedende koning. Misschien zouden ze een middenweg hebben kunnen kiezen om zichzelf voor de vuurproef te verbergen, maar zij waren van oordeel dat het hun plicht was om naar voren te komen en de gevolgen op zich te nemen en daar waren ze. Dit woord is bedoeld voor bepaalde Christenen, die dit huis in- en uitgaan en zich bij ons voegen in de eredienst, maar nooit openlijk zelf hebben beleden discipelen van de Here Jezus te zijn. Steeds wanneer we samenkomen om onze stervende Here te gedenken, gaan ze bij de toehoorders zitten, of anders gaan ze naar huis. Dit geeft ons veel verontrustende gedachten. Speciaal worden we verontrust door deze vraag: deze mensen hebben een geloof dat ze weigeren te belijden; zal zo’n geloof hen redden? De Schrift legt duidelijk grote nadruk op gehoorzaamheid aan de Here, het opnemen van Zijn kruis en het volgen van Hem. Zal Jezus diegenen redden, die niet naar voren komen en Zijn schande dragen? Hij vraagt van al Zijn volgelingen, dat ze Hem volgen op klaarlichte dag. Er staat geschreven: “Als u met uw mond Jezus belijdt als Here en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid; en met de mond belijdt men tot behoudenis.” Hij gebood ons dit als Zijn evangelie te prediken: “Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden.” Dit zijn geen woorden van mij, maar van de Here Jezus Zelf: let er voor uzelf op dat u ze niet geringschat. Ik durf niet een deel van Zijn evangelieopdracht weg te laten, wanneer ik het aan het prediken ben. Als u in de Here Jezus Christus gelooft, kies dan duidelijk Zijn kant. Waarom treuzelt u zo om dat te doen? Onlangs vergeleek ik iemand met een rat achter het behang, die er alleen maar ’s nachts achter vandaan komt, wanneer de kaarsen uit zijn en er nog een paar kruimels te halen vallen. Teveel Christenen proberen op die manier te leven. Mag ik hen wel Christenen noemen? Weest niet zulke miserabele schepsels, maar gedraagt u als mannen. Beeft, opdat u niet omkomt met “de lafhartigen en de ongelovigen”. Verenigt u met mij, vraag ik u, om dit lied te zingen: –

“Ik schaam mij niet om mijn Here te belijden,
O
f Zijn zaak te verdedigen;
De eer van Zijn Woord te handhaven,
 De heerlijkheid van Zijn kruis.”

Er zijn op deze plaats veel geliefde kinderen, zowel jongens als meisjes, die zich, toen ze jong waren, niet schaamden om naar voren te komen en de Here Jezus Christus te belijden. God zegene de geliefde kinderen! Ik ben heel blij met ze. Ik ben er zeker van dat de gemeente zich nooit zal behoeven te schamen dat ze hen toegelaten heeft. Zij laten tenminste geen lafhartigheid zien: zij hebben er een ernstige vreugde in om gerekend te worden bij het volk van God en ze rekenen het een eer om geassocieerd te worden met Christus en Zijn gemeente. Schaamt u ouderen, die nog steeds achteraan staan! Wat mankeert u, dat zuigelingen en baby’s dapperder zijn dan u? Bij de liefde, die u Christus toedraagt, gelast ik u: komt naar voren en belijdt Zijn Naam temidden van dit boze en verkeerde geslacht.

Is het waar? Aanvaard dan blij de beproeving die eruit voortkomt. Schrik niet terug voor de vlammen. Neem in uw geest het vaste besluit dat door Goddelijke genade, geen verlies, geen kruis, geen schande, geen lijden zal maken dat u de lafaard uithangt. Zeg, als de heilige jonge mannen: “Wij achten het niet nodig u hierop enig antwoord te geven.” Zij kropen niet voor de koning en riepen niet: “Wij smeken u, gooi ons niet in de vurige oven. Laten we met u overleggen o koning, opdat we tot een vergelijk kunnen komen. Misschien is er wel een methode waardoor we u kunnen plezieren en toch onze godsdienst kunnen houden.” Nee; ze zeiden: “Wij achten het niet nodig u hierop enig antwoord te geven. Als het zo is dat onze God, Die wij dienen, ons kan bevrijden van de brandende oven, dan zal Hij ons uit uw hand bevrijden, o koning. Maar als het niet zo is, het zij u bekend o koning, dat wij uw goden niet zullen dienen, noch het gouden beeld, dat u hebt opgericht, zullen aanbidden.” Geliefde vrienden, laten we erop voorbereid zijn te lijden ter wille van Christus. Sommigen zullen zeggen: “Wees toch niet zo onvoorzichtig.” Het is altijd verstandig om uw plicht te doen. Wij hebben tegenwoordig niet genoeg van de goede eigenschap, die de bijnaam van onvoorzichtigheid heeft. Ik zou graag weer een demonstratie van ouderwetse onvoorzichtigheid willen zien in deze koude berekenende, egoïstische dagen. O, die dagen van ijver, de dagen toen mensen hun leven niet kostbaar achtten voor zichzelf, opdat ze Christus zouden mogen winnen! De mensen gaan nu zitten en rekenen uit wat het hen zal kosten om het juiste te doen en wegen hun gedrag af als een zaak van winst en verlies en dan noemen ze zulke goddeloze berekeningen voorzichtigheid! Het is puur egoïsme. Doe het goede, al kost het uw leven. Waar zou Engeland geweest zijn als de mannen, die in vroegere eeuwen onze vrijheden veroverden, met de wereld hadden gesjacherd om de winst? Als zij hun huid hadden gered dan zouden ze hun ziel hebben verloren en de zaak van God in Engeland hebben geruïneerd. Hij heeft Christus niet lief als hij Hem niet meer liefheeft dan alle andere dingen. O, waren er maar mensen met principes, die geen verlies kenden dan alleen maar het verlies veroorzaakt door het geloof en die geen andere winst begeerden dan de heerlijkheid van God! Moge dit uw roep zijn:

“Door vloed of vlammen, als Jezus leidt,
zal ik volgen waar Hij gaat.”
 

            U kunt een heleboel verliezen voor Christus, maar u zult nooit iets verliezen door Christus. U kunt in deze tijd iets verliezen, maar u zult winnen voor de eeuwigheid: het verlies is van voorbijgaande aard, maar de winst is eeuwig. U zult een winnaar zijn door Christus, zelfs als u naar de hemel moet gaan langs de weg van vervolging, armoede en laster. De weg maakt niet uit: het einde zal alles goed maken. De schatten van Egypte waren maar afval vergeleken met de rijkdom van de eindeloze zegen.

Als het waar is dat u bereid bent zo Christus te volgen, reken dan op verlossing. Nebukadnezar kan u in het vuur gooien, maar hij kan u daar niet houden, noch kan hij maken dat het vuur u doet branden. De vijand werpt u in de gevangenis, maar het vuur zal uw banden losmaken en u zult in vrijheid wandelen temidden van de gloeiende kolen. U zult winnen als gevolg van uw verlies, u zult opstaan als gevolg van uw terneergeslagenheid. Veel mensen, die welvarend zijn, hebben hun huidige positie te danken aan het feit dat zij getrouw waren toen ze nog maar een geringe baan hadden. Ze waren eerlijk en op dat ogenblik waren ze onaangenaam voor hun werkgevers en aan het eind werden ze door hen gewaardeerd. Toen Adam Clarke als leerjongen werkte en zijn meester hem liet zien hoe hij een lap stof moest uitrekken wanneer die een beetje te kort was, kon Adam het niet over zijn hart verkrijgen om dat te doen. Zo’n dwaze jongen moest naar huis gestuurd worden naar zijn moeder; en zijn godvrezende moeder was blij dat haar jongen zo’n dwaas was, dat hij zich niet verlaagde tot die oneerlijke truc. U weet wat hij later werd. Hij zou zijn weg in het leven hebben kunnen missen als hij in zijn jeugd niet trouw was geweest aan zijn principes. Uw eerste verlies kan een levenslange winst zijn. Geliefde jonge vriend, u kunt misschien uw baan verliezen, maar de Here zal de vloek in een zegen veranderen. Als allen slap met u mee zouden gaan, dan zou u in karakter achteruitgaan. Door een kleine verkeerde daad te doen, zou u leren het steeds meer te doen en zo zou u uw integriteit verliezen en daarmee alle hoop om ooit nog een keer weer uit die tredmolen te komen. Doe het goede ter wille van Christus, zonder aan de gevolgen te denken en de gevolgen zullen heel goed zijn. Als u voor Gods zaak zorg draagt, zal God voor u zorgen. Wees er zeker van dat oprechtheid uw behoud zal zijn en niet uw vernietiging. Het zal uw hoogste wijsheid zijn alle dingen los te laten, opdat u uw integriteit kunt vasthouden en de Naam van de Here kunt eren.

Tot slot – en dit is een overweging die niet vergeten mag worden – als u opkomt voor Jezus en voor het rechtmatige, het ware, het reine, het gematigde en het goede, dan zult u niet alleen verlost worden, maar u zult ook veel goeds bewerken. Deze Nebukadnezar had zeer weinig goeds in zich; toch werd hij gedwongen de kracht van deze drie vastbesloten en heilige mannen te erkennen. Ze werden in de vurige oven geworpen en ze kwamen eruit. Wat zei Nebukadnezar toen? Daarnet was het nog: “Het beeld dat ik heb opgericht”, en nu verklaart hij dat geen mens een woord zal zeggen tegen de God van Israël, op straffe van in stukken te worden gehakt. Er is geen mogelijkheid om invloed te hebben over grote mannen, of over kleine mannen van deze tijd, dan alleen door standvastig te zijn in uw principes en vastbesloten in wat u doet. Als u een duimbreed toegeeft, wordt u verslagen, maar als u niet zult toegeven – nee, geen haarbreedte – dan zal men u respecteren. De man, die zijn principes kan verbergen en zijn geloof kan geheimhouden en een klein beetje verkeerd kan doen, is een niemand. Hij is een vliesje in de pap: hij geeft er geen smaak aan. Maar hij die doet wat hij gelooft dat goed is en daar niet vanaf te brengen is – dat is de man. U kunt de wereld niet schudden als u toelaat dat de wereld u schudt, maar wanneer de wereld merkt dat u pit in u hebt, zal ze u met rust laten. Nebukadnezar werd ertoe gedwongen de invloed van dezen mannen te ervaren, en zo voelen ook de meest goddeloze en de meest trotse mensen de kracht van de eerlijken, de dapperen en de goeden. Laten we God hierom bidden dat Hij ons een nieuw hart en een vaste geest geeft. Laten we ons daartoe vastklemmen aan het gezegende kruis van Christus en onszelf overgeven aan de macht van het bloed en het water dat uit Zijn gewonde zij stroomde. Zo zal ons leven vol kracht zijn: als het niet beroemd is in de ogen van mensen, zal het aangenaam zijn in de ogen van God.