Hij wilde niet, maar hij moest
>>PDF<<
Het verhaal van een verstoorde feestavond.
“Hans, vertel me nu eens, hoe ben je eigenlijk bij ons gekomen?” Vragend keek ik de man aan, die daar groot en breedgeschouderd voor mij stond.
Hij lachte. Omslachtig klopte hij z’n pijp leeg, stopte die opnieuw en stak de pijp aan.
“Hoe het kwam, dat ik op jullie bijbelstudie kwam en op jullie mannenkring – ja, m’n beste dominee, dat is een merkwaardig verhaal. Als het goed is, loop ik een eindje mee en vertel het.”
Ik was benieuwd. Sedert een paar jaar verzamelde ik in de arbeiderswijk mannen rondom Gods Woord.. Het was zeker niet eenvoudig. Iemand had bij mijn komst een keer verklaard: “Mens, pak direct weer je koffer en smeer ‘em! Hier valt niks te doen!” Ondanks dit was ik in geloof begonnen en er kwamen er steeds meer bij.
Zo was ook op een dag deze Hans verschenen en kwam sedertdien trouw. Ja, hij was al gauw één van de ijverigsten in de kleine gemeenschap van strijders, waarbij we allen “jij” tegen elkaar zeiden. –
“Nou”, begon hij, “wat ik vroeger voor eentje was, dat is je immers wel bekend.”
Ik knikte. Ja, hij was een goddeloze kerel geweest. Bij elke echte zuippartij, was Hans erbij. “Het gezangboek van de duivel”, het kaartspel, was z’n hartstocht. En vloeken kon hij, zodat iemand er angstig en bang van werd.
“Op een avond leun ik uit het raam”, gaat hij nu met z’n verhaal verder. “Het was een mooie, warme zomeravond. Ik keek toe hoe de kinderen op straat speelden. Ik keek de vrouwen na, die het één en ander naar binnen haalden. Ik zag een paar mijnwerkers naar het café gaan en overlegde juist, of ik mee zou gaan – toen ik een groepje mannen zag lopen.
Nou, je weet, ik woon op de benedenverdieping en kon ze daarom toeroepen: “Waar willen jullie toch naar toe?”
“Naar de bijbelstudie!” zegt er één.
Ik ben sprakel…. “Wat”, roep ik. “Bijbelstudie? Bijbelstudie? Daar gaan toch alleen maar oude vrouwen en kinderen naar toe!”
“Bij ons niet!” zegt er één en kijkt me aan. “Bij ons gaan er ook mannen naar toe!”
En dan gaan ze verder. Ik lach achter hun rug. “Jullie bijbelidioten!”
Maar let nu op. Nauwelijks zijn ze weg of er komt een merkwaardige onrust over me. Die laat me de hele week niet meer los. Wanneer de bewuste dag komt, sta ik achter het raam en kijk: ja hoor, daar lopen ze weer!
En op dat ogenblik wist ik heel duidelijk: jij moet ook mee!
Ik heb mezelf uitgelachen, ik heb me bedronken, ik heb gevloekt en gespot.
Het hielp niets. Iedere keer, wanneer de bewuste dag kwam, stond ik achter het raam en keek hen na. En iedere keer trok het me als met duizend touwen, om achter hen aan te gaan.
Zo ging dat zeven weken lang. In de achtste week nam ik de muts van de spijker en ging de mijnwerkers achterna. – Tot in de zaal. Ja, en daar ging ik in de hoek zitten.
En toen kwam jij. Er werd gezongen en gebeden en iets uit de bijbel voorgelezen. En toen, – nu, dat weet je immers.”
Verbaasd legde ik de hand op Hans z’n arm: “Wat gebeurde er toen? Ik weet van niks.”
Hans kijkt me een beetje geërgerd aan: “Ja, toen begon je toch over mij te praten. De anderen zullen je wel voor de deur hebben verteld,wat voor iemand ik was en dat ik daar was.”
Nu moet ik lachen: “Nee, Hans, ik heb nooit over jou gesproken. Maar als het direct bij je ingeslagen is, dan is dat alleen weer een bewijs, dat God gelijk heeft, wanneer Hij zegt:
“Is Mijn Woord niet als een vuur en als een hamer, die rotsen stuk slaat?”
Een tijdlang lopen we zwijgend naast elkaar.
Eindelijk zegt mijn Hans:
“Merkwaardig is dat toch; hoe kun je dat verklaren?”
“O, ik kan het wel verklaren”, antwoordde ik. “De verklaring staat in het Nieuwe Testament in Lucas 15; daar zegt de Here Jezus:
‘Wie van u, die honderd schapen heeft en er één van verliest, laat niet de negenennegentig in de wildernis achter en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het vindt? En als hij het vindt, tilt hij het met blijdschap op zijn schouders, en thuisgekomen, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: “Verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was. Ik zeg u: Zo zal er ook vreugde in de hemel zijn over één zondaar, die zich bekeert.’
Hans, Jezus is jou nagelopen….!”
Bron: Kleine Erzählungen, Wilhelm Busch Uitgeverij Gütersloher Verlagshaus, Gütersloh, Duitsland.
© Copyright vertaling 2018 Stichting Exodusgemeente.