Selecteer een pagina

Het grote verschil tussen ‘het kennen van God’ en ‘het KENNEN van God’.

Wanneer we aan orthodoxe christenen vragen: “Ken je God?” dan zegt men: “Ja, ik geloof de hele Bijbel. Ik geloof alle dingen die God heeft gedaan. Hij is de Schepper, is Almachtig, en stuurde Zijn Zoon Jezus Christus om ons te redden.”

Dit soort kennen heeft geen eeuwigheidswaarde.
Het fundamentele punt, waar alles om gaat, ontbreekt.
Zonder dit fundamentele punt is het een menselijk consumptiechristendom.

Aan de hand van het volgende Bijbelgedeelte willen we graag proberen dit fundamentele punt uit te leggen.

De Here Jezus zei:
‘Niet een ieder, die tot Mij zegt:
“Here, Here, . . .” zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar wie doet de wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen:
“Here, Here, hebben wij niet in Uw naam geprofeteerd en in Uw naam boze geesten uitgedreven en in Uw naam vele krachten gedaan?”
En dan zal Ik hun openlijk zeggen:
“Ik heb u nooit gekend;
gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.”’

De woorden: “Je hebt een geloof in de dingen die Ik doe, maar Mijzelf ken je niet”, hebben ons vele jaren geleden diep geraakt.

Wanneer ‘kennen’ we iemand goed? Wanneer er een hechte innerlijke relatie met iemand is.
Dit kennen bedoelt de Here Jezus. Een levende relatie met de Heilige, Almachtige God.

God is zeer Heilig en Rechtvaardig.
Van nature zijn wij, mensen, zonder God. Wij zijn niet heilig, niet rechtvaardig, niet vol liefde, enz.
Er is een enorme kloof tussen God en mensen.
God, de hemelse Vader, heeft Zelf deze kloof overbrugd door Zijn Zoon Jezus Christus naar deze aarde te zenden.
Wanneer Zijn Zoon de kloof tussen God en mensen overbrugde, zou de mens in contact kunnen komen met de Almachtige Schepper van hemel en aarde.
God is altijd rechtvaardig. Op zonde volgt straf.
Het contact met God is er niet zonder dat de straf op onze zonde voltrokken is.
De Here Jezus verzoende ons met Zijn hemelse Vader door onze straf, onze schuld, op Zich te nemen.
Hij, Zelf zonder zonde, droeg de straf voor de zonde. Hij deed dat uit liefde voor de mensheid.
Ziet u dit voor u? Iemand, totaal rein en heilig, Zich vernederen  om de straf voor de ergste dingen die er zijn, te dragen?

Kan iemand, die geen berouw heeft van verkeerde daden rekenen op vergeving? Nee!
We hebben een levende Heer, die alles doorgrondt. Voor Hem is niets verborgen. Dit te weten geeft vrede en rust.
God, de hemelse Vader, ziet Zijn uitverkorenen aan in Jezus, in het offer dat Hij heeft volbracht.
Bent u met berouw tot bekering gekomen of hebt u misschien pas later de diepte van uw zondaar-zijn gezien en beleden, dan kent God de Vader u door ’t offer, dat Jezus voor u bracht en waardoor Hij u met Zijn hemelse Vader heeft verzoend.

Alleen dan zal God zeggen: “Ik ken die persoon. Mijn Zoon heeft zijn schuld, zijn straf plaatsvervangend gedragen.”

Nu willen we nog even ingaan op de charismatische christenen, die van alles deden of doen in de naam van Jezus.
Jezus maakte duidelijk dat Hij hier niets mee te maken had.
Satan is de grote imitator en hij heeft veel macht.
Hij heeft als doel de mensen een rad voor de ogen te draaien.
Er zijn velen bij wie hem dit lukt. Wat is er aantrekkelijker voor de natuurlijke mens dan bovennatuurlijke dingen!
Deze velen kregen deze gaven niet van Gods Geest. Zij pakten de gaven. God laat Zich niets afpakken.
Hij geeft gaven aan wie Hij wil. Het zijn gaven die Hij tot Zijn eer gebruikt.
Wat zegt het over ons, als we vooral gericht zijn op ‘gaven’ die te maken hebben met eer en macht. We kunnen beter smeken om de gave van wijsheid en verstand om God recht te kennen, de gave van het geloof, van trouw, liefde, zachtmoedigheid, nederigheid, dienstbaarheid , enz.

Er zijn gaven van de Heilige Geest.
Wanneer de wedergeborenen, zij die Gods Geest hebben ontvangen, deze gaven nodig hebben in de dienst van God, zullen zij deze gaven ontvangen.
Over het werk van de Heilige Geest zegt de Here Jezus het volgende:
“Als de Heilige Geest komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel;”(Johannes 16:8-11)
a) “van zonde, omdat zij in Mij niet geloven,”
Wie niet gelooft dat God de zondige mens wil redden door het grootste offer, Gods eigen Zoon, minacht God. Bekijk dit vanuit de kant van de Almachtige Schepper.
b) De Heilige Geest overtuigt ook van Gods gerechtigheid. God moet de zonde straffen, anders zou God niet rechtvaardig zijn. De geredden gaan schuil achter het offer van Jezus. Alleen Jezus is in de ogen van God, de Hemelse Vader, onze gerechtigheid.
c) De Heilige Geest overtuigt ook van Gods oordeel. Òf God ziet u aan in het offer van Jezus voor uw schuld, òf u zult uw eeuwige straf zelf dragen.

Verder willen we graag de psalmist citeren:
“HERE, onze Here,
Aanschouw ik Uw hemel, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:
Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?” (Psalm 8:4,5)

Wat een verschrikking zal het in het eindoordeel zijn voor degene, die het volgende te horen krijgt: “Ik heb u nooit gekend, gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid!
De Here Jezus zei dit!  .  .  .
Het is nog niet te laat.