Selecteer een pagina

Het bloed van het Lam, het zegevierende wapen           

>>PDF<<

Een toespraak gehouden op zondagochtend, 9 september 1888, door C.H. Spurgeon.

“En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam, en door het woord van hun getuigenis; en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood.” Openbaring 12:11

Waar ook het kwaad verschijnt, dient het door de kinderen van God bestreden te worden in de naam van Jezus en in de kracht van de Heilige Geest. Toen het kwaad verscheen in een engel, was er dadelijk oorlog in de hemel. Tegen het kwaad in sterfelijke mensen moet gevochten worden door alle wedergeboren mensen. Als de zonde tot ons komt in de gedaante van een engel des lichts, moeten we er toch oorlog mee voeren. Als het komt met allerlei misleidende vormen van ongerechtigheid en we inderdaad behoren tot de legerscharen van de Here, moeten we er geen enkel ogenblik mee onderhandelen, maar meteen beginnen te vechten. Het kwaad is op z’n ergst bij satan zelf: met hem vechten we. Hij is geen geringe tegenstander. De boze geesten, die onder zijn controle staan, zijn elk voor zich vreselijke vijanden, maar wanneer satan zelf persoonlijk een christen aanvalt, dan zal een ieder van ons het hard te verduren hebben.

Wanneer deze draak onze weg blokkeert, zullen we hemelse hulp nodig hebben om ons een doorgang te forceren. Een regelrechte veldslag met Apollion zal niet dikwijls voorkomen, maar wanneer het voorkomt, zult u dat op een pijnlijke wijze weten; u zult het opschrijven in uw dagboek als één van de donkerste dagen, die u ooit hebt meegemaakt en u zult eeuwig uw God prijzen, wanneer u hem overwint. Maar zelfs al zou satan tien keer sterker en slimmer zijn dan hij is, toch moeten we met hem worstelen; we kunnen geen ogenblik aarzelen of hem voorwaarden aanbieden. Het kwaad in zijn hoogste, sterkste en meest trotse vorm dient aangevallen te worden door de soldaat van het kruis en niets kan een einde aan de oorlog maken dan een volledige overwinning. Satan is de vijand, de vijand der vijanden. Dat gebed van onze Here, dat we gewoonlijk opzenden, “verlos ons van de boze”, heeft de speciale betekenis van “verlos ons van de boze persoon”, omdat hij de belangrijkste belichaming van het kwaad is. In hem wordt het boze geïntensiveerd en heeft het zijn grootste kracht gekregen. Die mens, die de vijand van God en mensen hoopt te overwinnen, heeft de macht van de Almachtige nodig. Als die vijand alle godvruchtigen zou kunnen verwoesten, dan zou hij het doen. Hoewel hij het niet kan, is toch zijn verstokte haat zo groot, dat hij degene, die hij niet kan verslinden in boosaardige lust, lastig valt.

In dit hoofdstuk wordt de duivel de “grote rode draak” genoemd. Hij is groot wat betreft bekwaamheid, intelligentie, kracht en ervaring. Of hij nu wel of niet het hoofd van alle engelen was, voordat hij viel, weet ik niet. Sommigen hebben gedacht dat hij dat was en dat hij, toen hij hoorde dat een mens zou gaan zitten op de troon van God, hij gewoon uit jaloezie in opstand kwam tegen de Allerhoogste. Ook dat is een gissing. Maar we weten wel dat hij een buitengewoon grote geest was en is vergeleken met ons. Hij is een wezen, groot in het kwaad: de vorst der duisternis, die de macht van de dood heeft. Hij laat zijn boosaardigheid ten opzichte van de heiligen zien door de broeders dag en nacht te beschuldigen voor God. In de profeten hebben we het verslag over satan, die Jozua, de dienstknecht van God, staat te beschuldigen. Satan beschuldigde ook Job, dat hij God diende uit dubbele motieven. “Hebt Gij niet een heg rondom hem geplaatst en rondom alles wat hij heeft?”

Deze altijd actieve vijand verlangt te verzoeken en te beschuldigen: hij wil ons hebben en ziften als de tarwe. Door hem de draak te noemen lijkt de Heilige Geest te verwijzen naar zijn geheimzinnige macht en karakter. Voor ons moet zo’n geest, wat betreft zijn wezen en werking, wel altijd een mysterie blijven. Satan is een mysterieuze persoon, hoewel hij niet een mythische persoon is. We kunnen nooit aan zijn bestaan twijfelen, als we een keer in conflict met hem zijn geweest. Toch is hij voor ons des te reëler, omdat hij zo mysterieus is. Als hij vlees en bloed was, zou het veel gemakkelijker zijn om met hem te strijden, maar nu is het een vreselijke taak om deze geestelijke boosaardigheid in de hoge plaatsen te bevechten. Als draak is hij vol list en woestheid. In hem wordt kracht vermengd met list en als hij zijn doel niet meteen kan bereiken door kracht, dan blijft hij op zijn tijd wachten. Hij misleidt en verleidt. In feite wordt er van hem gezegd, dat hij de hele wereld misleidt. Wat een kracht van verleiding moet er dan in hem zitten, als onder zijn invloed een derde deel van de sterren des hemels naar beneden valt en ontelbare mensen in alle tijden demonen en afgoden aanbeden hebben! Hij heeft het verstand van de mensen ondergedompeld in bedrog, zodat ze niet kunnen zien, dat zij niemand anders dan God, hun Maker, dienen te aanbidden. Hij krijgt ook het etiket van de “oude slang”. Dit herinnert ons eraan, hoe ervaren hij is in alle slechte kunst. Hij was een leugenaar vanaf de beginne en de vader der leugen. Na duizenden jaren van voortdurende praktijkervaring in misleiding is hij veel te slim voor ons. Als we denken dat we hem kunnen evenaren in list, dan zijn we trieste dwazen, want hij weet veel meer dan de meest verstandige onder de stervelingen. Als het een keer aankomt op politiek, zal hij zeker alles veroveren en al onze trucs van tafel vegen. Aan deze list paart hij een grote snelheid, zodat hij op elk moment heel snel is in het aanvallen en op ons neerduikt zoals een havik op een kuiken. Hij is niet overal aanwezig, maar het is moeilijk te zeggen waar hij niet is. Hij kan niet alomtegenwoordig zijn, maar toch slaagt hij erin door die majesteitelijke list van hem zijn legerscharen van gevallenen in te zetten als een grote generaal, die het overzicht heeft over het hele slagveld. Zo lijkt hij aanwezig te zijn op elk punt. Geen deur kan hem buiten sluiten, geen hoogte van vroomheid kan uitstijgen boven zijn bereik. Hij ontmoet ons in al onze zwakheid; hij valt ons aan vanuit elke windrichting. Hij komt ongemerkt tot ons en geeft ons wonden, die niet gemakkelijk te genezen zijn.

Maar toch, geliefde vrienden, hoe machtig deze helse geest zeker ook is, zijn kracht wordt verslagen, wanneer we het besluit nemen om nooit vrede met hem te hebben. We moeten nooit dromen van voorwaarden of een wapenstilstand met de boze. Te veronderstellen dat we hem met rust kunnen laten en dat dan alles OK zal zijn, is een dodelijke dwaling. We moeten vechten of omkomen. Het kwade zal ons verslaan, als wij het niet op onze beurt verslaan. Onze enige veiligheid zal liggen in een vastbesloten krachtige tegenstand tegen de zonde, welke vorm die ook aanneemt, waarmee die ook mag dreigen, wat die ook mag beloven. Alleen de Heilige Geest kan deze vijandschap tegen de zonde instandhouden.

Volgens de tekst wordt er van de heiligen gezegd: “Zij overwonnen hem.” Wij moeten nooit rusten,  totdat het ook van ons wordt gezegd: “Zij overwonnen hem.” Hij is een vijand, die het staal van uw wapen waardig is. Weigert u het conflict? Denkt u aan omkeren? U hebt geen wapenrusting op uw rug! Ophouden met vechten betekent overwonnen worden. U hebt de keuze tussen deze twee: òf de lendenen van uw verstand omgorden voor levenslang verzet,

òf altijd slaven van satan zijn. Ik bid God dat u wakker mag worden, opstaan en de strijd aanknopen met de vijand. Beslis eens en voor altijd door de genade van God, dat u gerekend zult worden tot diegenen, die de aartsvijand overwinnen.

Onze tekst geeft ons een belangrijk onderwerp ter overweging: Wat  is  het zegevierende wapen? Met welk zwaard streden zij, die de grote rode draak overwonnen? Luister! “Zij overwonnen hem door het bloed van het Lam.” En ten tweede: Hoe gebruiken wij dat wapen? Wij doen, zoals zij deden die overwonnen: “door het woord van hun getuigenis en zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood.”

I. Ten eerste, wat is dit zegevierende wapen? Zij overwonnen hem “door het bloed van het Lam.”

Het bloed van het Lam betekent in de eerste plaats, de dood van de Zoon van God. Het lijden van de Here Jezus Christus kan ook door een ander beeld naar voren worden gehaald, maar bij zijn dood aan het kruis moet het bloed genoemd worden. Onze Here was niet alleen gewond en geslagen, maar Hij werd ter dood gebracht. Het bloed van Zijn hart vloeide. Hij, van Wie wij spreken, was God over alles, geprezen voor eeuwig. Toch boog Hij zich neer om op een mysterieuze wijze ons mens-zijn aan te nemen tot een eenheid met Zijn Godheid. Hij werd in Bethlehem als baby geboren. Hij groeide op als kind. Hij werd volwassen en woonde hier temidden van ons, at en dronk, leed en was blij, sliep en werkte zoals mensen doen. Hij stierf werkelijk naar waarheid en werd begraven in het graf van Jozef van Arimathea. Die dood was het grote feit, dat werd aangeduid met de woorden “het bloed van het Lam”. Wij moeten Jezus zien als het Lam van Gods Pascha: niet alleen maar afgezonderd van de anderen, gekoppeld aan de geschiedenis van Israël en toegewijd aan de Goddelijke dienst, maar als het geslachte Lam. Bedenk dat de Christus, gezien als zijnde levend en niet als zijnde gestorven, geen reddende Christus is. Hij Zelf zegt: “Ik ben Hij, Die leeft en Ik was dood.” De modernen roepen: “Waarom wordt er niet meer over Zijn leven gepredikt en minder over Zijn dood?” Ik antwoord: “Predik over Zijn leven zoveel als u wilt, maar nooit los van Zijn dood, want het is door Zijn bloed dat wij verlost worden.” “Wij prediken Christus.” Ja, maar maak die zin eens af. “Wij prediken Christus, en Die gekruisigd“, zegt de apostel.  Ach, ja! Dat is het punt. Het is de dood van de Zoon van God; dat is het zegevierende wapen. Als Hij Zijn ziel niet had uitgestort in de dood, ja zelfs de dood aan het kruis – als Hij niet gerekend was onder de overtreders en niet de vloekdood was gestorven – dan hadden we geen wapen gehad om daarmee de vorst der duisternis te overwinnen. Onder “het bloed van het Lam” verstaan we de dood van de Zoon van God. Hoor het, o mensen! Omdat u hebt gezondigd, sterft Jezus, opdat u vrijgesproken mag worden van uw zonde. “Hij heeft in Zijn eigen lichaam onze zonden aan het hout gebracht” en Hij stierf om ons te verlossen van alle ongerechtigheid. Het punt is Zijn dood en paradoxaal genoeg is Zijn dood het levende hart van het evangelie. De dood van Christus is de dood van de zonde en de nederlaag van satan. Daarom is het het leven van onze hoop en de zekerheid van Zijn overwinning. Omdat Hij Zijn ziel uitstortte in de dood, deelt Hij de buit met machtigen.

Vervolgens verstaan we onder “het bloed van het Lam” de dood van onze Here als plaatsvervangend offer. Laten we hier heel duidelijk over zijn. Er wordt niet gezegd, dat zij de aartsvijand overwonnen door het bloed van Jezus, of door het bloed van Christus, maar  door het bloed van het Lam. Die woorden zijn met opzet gekozen, omdat wij met het beeld van een lam het beeld van een offer voor ons hebben. Het bloed van Jezus Christus, vergoten vanwege Zijn moed voor de waarheid of vanuit pure menslievendheid, of vanuit zelfverloochening, draagt geen speciale evangelieboodschap voor de mensen in zich en heeft ook geen speciale kracht. Zeker, het is een voorbeeld om martelaren voort te brengen, maar het is niet de weg tot redding van schuldige mensen. Als u de dood van de Zoon van God verkondigt, maar niet laat zien dat Hij stierf als Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen om ons zo tot God te brengen, dan hebt u niet het bloed van het Lam gepredikt. U moet bekendmaken, dat de straf, die ons de vrede aanbrengt, op Hem was en dat de Here “de ongerechtigheid van ons allen op Hem heeft doen neerkomen”, anders hebt u niet de betekenis van het bloed van het Lam verklaard. Er is geen overwinning over de zonde mogelijk zonder een plaatsvervangend offer. Onder de oude wet werd het lam door de overtreder gebracht om  zo verzoening te doen voor zijn overtreding en in zijn plaats werd het geslacht: dit was het type van Christus, Die de plek van de zondaar inneemt, de zonde van de zondaar draagt, op deze wijze lijdt in plaats van de zondaar, zo genoeg doet aan de gerechtigheid van God en het zo mogelijk voor Hem maakt om rechtvaardig te zijn en tevens de Rechtvaardiger van degene die gelooft. Ik versta dat dit het zegevierende wapen is – de dood van de Zoon van God, zoals die voorgesteld wordt als een genoegdoening voor de zonde. De zonde moet worden gestraft: deze is gestraft in de dood van Christus. Hier is de hoop van mensen.

Verder maak ik uit de uitdrukking “het bloed van het Lam” op, dat de dood van onze Here het effectieve middel was om de zonde weg te nemen. Toen Johannes de Doper eerst naar Jezus wees, zei hij: “Zie het lam Gods, Dat de zonden der wereld wegneemt.” Onze Here Jezus heeft daadwerkelijk door Zijn dood de zonde weggedragen. Geliefden, we zijn er zeker van dat Hij een acceptabele en effectieve genoegdoening heeft geofferd, toen Hij zei: “Het is volbracht.” Òf Hij heeft de zonde weggedaan, òf Hij heeft het niet gedaan. Als Hij het niet gedaan heeft, hoe zal het ooit weggedaan kunnen worden? Als Hij het wel deed, dan zijn de gelovigen vrijgesproken. Geheel los van wat wij doen of zijn nam onze glorieuze Plaatsvervanger onze zonden weg. De zondebok, die de zonde van Israël de woestijn in droeg, is hiervan een type. In het geval van al diegenen, voor wie onze Here Zichzelf offerde als een plaatsvervangend offer, ondervindt de gerechtigheid van God geen belemmering om geheel te stromen: het is in overeenstemming met de gerechtigheid, dat God de verlosten zou zegenen. Bijna 1900 (nu bijna 2000, vert) jaar geleden betaalde Jezus de vreselijke schuld van al Zijn uitverkorenen en deed een volledige verzoening voor al hun ongerechtigheden, opdat zij, die in Hem geloven,  ook werkelijk hun vreselijke last kwijt zouden zijn. Jezus wierp heel die last met Zijn doorboorde hand in de diepte der zee. Toen Jezus stierf, werd er verzoening door Hem gedaan, welke aanvaard werd door de Here God, zodat voor het Hooggerechtshof van de hemel de zonde was weggedaan van het hele lichaam, waarvan Christus het Hoofd is. In de volheid der tijd aanvaardde elke verloste individueel voor zichzelf de grote verzoening door een daad van persoonlijk geloof, maar de verzoening zelf werd lang daarvoor gedaan. Ik geloof dat het één van de scherpe sneden van het overwinnende wapen is. Wij moeten prediken dat de Zoon van God in het vlees gekomen is en voor de menselijke zonde gestorven is en dat Hij door te sterven het voor God niet alleen  mogelijk maakte om te vergeven, maar dat Hij zo de vergeving zeker stelde voor al degenen, die in Hem zijn. Hij stierf niet om de mensen zo te maken, dat ze gered konden worden, maar om hen werkelijk te redden. Hij kwam niet, opdat de zonde in de toekomst een keer terzijde gesteld zou worden, maar om die daar op dat moment terzijde te stellen door het offer van Zichzelf, want door Zijn dood heeft Hij “een einde gemaakt aan de zonde en eeuwige gerechtigheid ingebracht”. Gelovigen mogen weten, dat, toen Jezus stierf, zij verlost werden van de eisen der wet en dat, toen Hij opstond, hun rechtvaardiging werd zekergesteld. Het bloed van het Lam is een echte prijs; het is een echte vrijkoop. Het bloed van het Lam is een echte reiniging, die werkelijk de zonde wegspoelde. Dit is wat wij geloven en verklaren. In dit teken overwinnen wij. Christus gekruisigd, Christus, het offer voor de zonde. Christus, de werkelijke Verlosser van mensen, Die we overal verkondigen en zo de machten der duisternis op de vlucht drijven.

II. Ik heb u het zwaard getoond. In de tweede plaats ga ik nu spreken over de vraag: “Hoe gebruiken we die? “Zij overwonnen hem door het bloed van het Lam.”

Wanneer een mens een zwaard krijgt, kunt u er nog niet zeker van zijn hoe hij dat zal gaan gebruiken. Een meneer heeft een erg duur zwaard gekocht met een gouden handvat en een prachtig bewerkte schede; hij hangt het op in zijn hal en laat het aan zijn vrienden zien. Zo nu en dan trekt hij het uit de schede  en zegt: “Voel eens hoe scherp de snede is!” Het kostbare bloed van Jezus is niet voor ons bedoeld om alleen maar te bewonderen en te laten zien. We moeten er niet tevreden mee zijn om er over te praten, het te prijzen en er verder niets mee te doen, maar we moeten dat gebruiken in de grote veldtocht tegen de onheiligheid en de ongerechtigheid, totdat er van ons gezegd wordt: “Zij overwonnen hem door het bloed van het Lam.” Dit kostbare bloed moet gebruikt worden om te overwinnen. Het is voor een heilige oorlogsvoering bestemd. Wij onteren het als we het niet gebruiken voor dat doel. Sommigen, vrees ik, gebruiken het kostbare bloed van Christus alleen maar als een kalmeringsmiddel voor hun geweten. Ze zeggen tegen zichzelf: “Hij deed verzoening voor de zonde; laat ik daarom mijn rust maar nemen.” Dit is wat betreft het grote offer een verschrikkelijk kwaad. Ik verzeker u, dat het bloed van Jezus van betere dingen spreekt dan dat van Abel en dat het in het vermoeide geweten vriendelijk roept “Vrede! Vrede!”, maar dat is niet alles wat het doet. Een mens, die het bloed van Jezus nergens anders voor nodig heeft dan alleen maar voor de laaghartige egoïstische reden, dat hij, nadat hem vergeving werd geschonken, zou kunnen zeggen: “Ziel, neem je rust, eet, drink en wees vrolijk, geniet van de hoop van het eeuwige geluk en doe verder niets” – zo’n mens lastert het kostbare bloed en maakt het tot iets onheiligs. We moeten het glorieuze geheimenis van het verzoenende bloed gebruiken als ons belangrijkste middel bij het overwinnen van de zonde en satan. Haar kracht heeft als doel: heiliging. Zie hoe de tekst het zegt: “Zij overwonnen hem door het bloed van het Lam.” Deze heiligen gebruikten de leer van de verzoening niet als een kussen om vermoeid op te rusten, maar als een wapen om hun zonde te onderwerpen. O, mijn broeders, voor sommigen van ons is de verzoening door het bloed onze strijdbijl en ons oorlogswapen, waarmee we overwinnen in onze worsteling om reinheid en godsvrucht, een worsteling, waarmee we al deze jaren doorgaan tot nu toe. Door het verzoenende bloed weerstaan we bederf van binnen en verleiding van buiten. Dit is het wapen, waartegen niets bestand is.

Laat me u uw strijdtoneel tonen. Onze eerste plaats van de strijd ligt in de hemelse gewesten en de tweede is hier beneden op aarde.

Ten eerste dit. U, mijn broeders en zusters, die gelooft in het bloed van Jezus, u hebt te strijden tegen satan in de hemelse gewesten. Daar moet u hem overwinnen “door het bloed van het Lam”. “Hoe?” zegt u. Ik zal dit onderwerp bij u inleiden. Ten eerste moeten we vandaag satan zo zien, dat hij reeds letterlijk en werkelijk overwonnen is door de dood van de Here Jezus. Satan is reeds een verslagen vijand. Grijp dan door het geloof de overwinning van uw Here aan als uw eigen overwinning, omdat Hij getriomfeerd heeft in uw natuur ten behoeve van u. De Here Jezus Christus ging naar Golgotha en vocht daar met de vorst der duisternis. Hij versloeg hem totaal en vernietigde zijn kracht. Hij heeft de gevangenschap gevangen genomen. Hij vermorzelde de kop van de slang. De overwinning was de overwinning van allen, die in Christus zijn. Hij vertegenwoordigde het zaad der vrouw en u, die van dat zaad bent en feitelijk en reëel in Christus bent, u hebt de duivel daar en toen overwonnen door het bloed van het Lam. Kunt u grip krijgen op deze waarheid? Weet u niet, dat u besneden werd in Zijn besnijdenis, gekruisigd aan Zijn kruis, begraven met Hem in de doop en daarom ook opgestaan met Hem in Zijn opstanding? Hij is uw Verbondshoofd en u, als ledemaat van Zijn lichaam, deed in Hem wat Hij deed. Kom, mijn ziel, u hebt de satan overwonnen door de overwinning van uw Here. Wilt u nu niet dapper genoeg zijn om met een verslagen vijand te strijden en de vijand te vertrappen, die reeds door uw Here terneer geworpen is? U hoeft niet bang te zijn, maar zeg: “Dank zij aan God, die ons de overwinning geeft door Jezus Christus, onze Here”. We hebben de zonde, de dood en de hel overwonnen in de Persoon en het werk van onze grote Here. Daarom moeten we enorm bemoedigd worden door datgene, wat reeds tot stand gebracht is namens ons. Reeds zijn we meer dan overwinnaars door Hem, Die ons heeft liefgehad. Als Jezus de vijand niet had overwonnen, zouden wij dat zeker nooit hebben gedaan, maar Zijn persoonlijke overwinning heeft de onze veilig gesteld. Door het geloof gaan wij vandaag op naar die plaats van overwinning. In de hemelse gewesten overwinnen wij, evenals overal elders. Wij verheugen ons in onze Here Jezus Christus, de Michaël van de engelen, de Verlosser der mensen, want door Hem zien wij satan uitgeworpen en al de machten van het kwaad weggeslingerd uit hun hoge machtspositie.

Op deze dag wil ik graag, dat u de satan overwint in de hemelse gewesten in een andere betekenis: u moet hem overwinnen als de aanklager. Soms hoort u in uw hart een stem, die het geheugen wakker maakt en het geweten opschrikt; een stem, die in de hemel een herinnering aan uw schuld lijkt te zijn. Luister naar die lage, krakende stem, die onheil voorspelt. Satan brengt al uw vroegere zonden voor de troon der gerechtigheid. Kunt u hem horen? Hij begint met uw fouten als kind en met uw dwaasheden als jeugdige. Het is werkelijk een zwarte herinnering. Hij laat niet één van uw slechte dingen vallen. Dingen, die u was vergeten, brengt hij weer heel slim tot leven. Hij kent uw geheime zonden, want hij had een hand in de meeste van hen. Hij kent de weerstand, die u tegen het evangelie had en de manier, waarop u uw geweten afsloot. Hij kent de zonden in het donker, de zonden in de slaapkamer, de misdaden in de binnenkamer van de fantasie. Sinds u christen bent, heeft hij uw slechtheid naar voren gehaald en op een felle en sarcastische toon gevraagd: “Is dit een kind van God? Is dit een erfgenaam van de hemel?” Hij hoopt ons te overtuigen van huichelachtigheid of van afvalligheid.

De vuile vijand meet al het zwerven van ons hart breeduit; de doodsheid van ons verlangen in het gebed, de smerige gedachten, die in ons bewustzijn kwamen, wanneer we in een dienst zaten. Helaas, wij moeten zelfs belijden, dat we twijfel hebben getolereerd wat betreft de eeuwige waarheden en verdachtmakingen over de liefde en de trouw van God. Wanneer de beschuldiger aan de gang is met zijn boosaardige actie, dan hoeft hij niet ver te zoeken om iets ter beschuldiging te vinden, of om feiten te vinden, die het ondersteunen. Brengen deze beschuldigingen u aan het wankelen? Roept u: “Mijn God, hoe kan ik U onder ogen komen, want dit alles is waar? De ongerechtigheden, die mij nu te binnen gebracht worden, kan ik niet loochenen. Ik heb Uw wet op duizend manieren overtreden; ik kan mijzelf niet rechtvaardigen.” Nu is het uw gelegenheid om te overwinnen door het bloed van het Lam. Wanneer de aanklager zijn zegje heeft gezegd, en al uw overtredingen ten laste heeft gelegd, wees dan niet beschaamd om naar voren te stappen en te zeggen: “Naast een aanklager heb ik toch ook een advocaat. O Jezus, mijn Heiland, spreek voor mij!” Wanneer Hij spreekt, waar pleit Hij dan anders op dan op Zijn eigen bloed? “Voor al deze zonden heb Ik verzoening gedaan”, zegt Hij, “al deze ongerechtigheden werden op Mij gelegd op de dag van Gods toorn en Ik heb ze weggedragen.” Broeders, het bloed van Jezus Christus, Gods geliefde Zoon, reinigt ons van alle zonden. Jezus heeft de straf gedragen, die ons toekwam. Hij heeft aan het kruis voor ons aan alle verplichtingen van de gerechtigheid van God voldaan en wij zijn voor eeuwig vrij, omdat onze Borg in onze plaats geleden heeft. Waar is de beschuldiger nu? Die stem van de draak wordt tot zwijgen gebracht door het bloed van het Lam. Niets anders kan ooit de wrede stem van de aanklager tot zwijgen brengen dan de stem van het bloed, dat spreekt van de oneindige God, Die het offer, waarin Hij Zelf voorzag, ten behoeve van ons aanvaard heeft. De gerechtigheid verklaart nu, dat de zondaar vrijuit zal gaan, omdat de aanvaarde Plaatsvervanger zijn zonde in Zijn eigen lichaam aan het hout heeft gebracht. Kom, broeder of zuster, de volgende keer, dat u te maken krijgt met satan als de aanklager in de hemelse gewesten, zorg er dan voor dat u uzelf verdedigt met geen ander wapen dan de verzoening. Al de troost uit de innerlijke gevoelens of uit de uiterlijke werken schiet tekort, maar de bloedende wonden van Jezus zullen op het volledige en winnende argument pleiten en zo aan alles beantwoorden. “Wie zal uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het, Die rechtvaardigt. Wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, Die ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons pleit.” Wie dan zal het kind van God beschuldigen? Elke beschuldiger zal overwonnen worden door het onoverwinnelijke argument van het bloed van het Lam.

En verder: de gelovige zal de vijand moeten overwinnen in de hemelse gewesten om zo tot God te kunnen gaan. Het kan gebeuren, dat, wanneer we helemaal van plan zijn om contact met God te hebben, de tegenstander ons hindert. Ons hart en ons vlees roepen het uit tot God, de levende God, maar om de één of andere reden zijn we niet in staat om tot de troon te naderen. Het hart is zwaar, de zonde gaat tekeer, de zorg verontrust en het insinueren van satan is flink bezig. De weg naar God lijkt afgesloten en de vijand lijkt de overwinning te hebben. U ervaart, dat u heel dicht bij de wereld bent, heel dicht bij het vlees en heel dicht bij de duivel, maar u hebt verdriet om uw enorme afstand tot God. U bent als een kind, die niet de deur van zijn vader kan bereiken, omdat een zwarte hond hem toeblaft vanaf de deur. Hoe is nu die toegang? Als de smerige vijand niet aan de kant gaat, hoe kunnen we ons dan een doorgang forceren? Met welk wapen kunnen we de tegenstander verdrijven om zo tot God te komen? Staat er niet geschreven, dat we dichterbij gebracht worden door het bloed? Is er niet een nieuwe en levende weg voor ons ingewijd? Hebben wij niet vrijmoedigheid om het Heilige der Heilige binnen te gaan door het bloed van Jezus? We zijn zeker van Gods liefde, wanneer we zien, dat Christus voor ons stierf; we zijn zeker van Gods gunst, wanneer we zien, hoe de verzoening onze overtredingen ver bij ons vandaan heeft gedaan. We bespeuren onze vrijheid om tot de Vader te gaan en daarom kan elk van ons zeggen:

“Ik zal tot U naderen
Ik zal de weg door de obstakels heen naar U toe forceren
Naar U om kracht, naar U om troost, vlucht ik!”

Pleitend op de genoegdoening, gedaan door het bloed van het Lam, mogen we tot God naderen. Zie, de boze geest gaat aan de kant voor ons. Voor de heilige naam van Jezus vlucht hij. Dit zal al zijn godslasterlijke suggesties en vuile insinuaties beter verdrijven dan iets, dat u kunt bedenken. De hellehond kent de vreselijke naam, die hem terneer doet liggen; we moeten hem confronteren met het gezag en vooral met de verzoening van het Lam van God. Hij zal des te meer woest worden en tekeer gaan, wanneer we Mozes naar hem sturen, want hij ontleent zijn kracht aan onze overtredingen van de wet. We kunnen hem niet stil krijgen, tenzij we de grote Here tot hem brengen, Die de wet heeft gehouden en heeft geëerd.

We moeten verder de vijand overwinnen in gebed. Helaas! We kunnen niet altijd bidden zoals we wilden. Ervaart u nooit, wanneer u in gebed bent, alsof iets uw spreken smoort – en wat erger is, uw hart doods maakt? In plaats van vleugels te hebben als een adelaar om tot de hemel op te stijgen, kortwiekt een geheim kwaad uw vleugels en u kunt niet omhoog komen. U zegt bij uzelf: “Ik heb geen geloof en ik kan niet verwachten bij God te slagen zonder geloof. Ik lijk geen liefde te hebben, of als ik iets heb, dan is mijn hart in slaap. Ik kan mijzelf er niet toe brengen te pleiten bij God. O, dat ik uit mijn binnenkamer zou kunnen komen en zou kunnen zeggen: Vici! Vici! Ik heb overwonnen! Maar helaas, in plaats daarvan kreun ik tevergeefs en ik kom er niet bevrijd vandaan. Ik ben half dood, koud en gestold. Ik kan niet hopen dat ik overwonnen heb bij God in gebed.” Steeds wanneer u in deze toestand bent, vlucht dan tot het bloed van het Lam als uw belangrijkste geneesmiddel. Wanneer u pleit op dit meesterargument, dan zult u uzelf opwekken en u zult overwinnen bij God. Bij het pleiten hierop zult u rust en de zoete zekerheid van succes bij de genadetroon ervaren. Probeer de methode meteen. Dit is de manier, waarop u deze pleitgrond moet gebruiken. Zeg: “Mijn God, ik ben helemaal onwaardig en ik belijd het, maar toch verzoek ik U, hoor naar mij om de eer van Uw geliefde Zoon, om Zijn strijdend en bloedig zweet, om Zijn kruis en lijden, om Zijn kostbare dood en begrafenis verzoek ik U: hoor mij! O, Here, laat het bloed van Uw Eniggeborene bij U overwinning hebben! Kunt U Zijn kreunen, Zijn tranen, Zijn dood terzijde leggen, wanneer die spreken ten behoeve van mij?” Als u zo bij God op deze gronden tot pleiten komt, dan moet u en zult u overwinnen. Jezus moet worden gehoord in de hemel. De stem van Zijn bloed is bij God veelzeggend. Als u pleit op het verzoenende offer, dan moet u overwinnen door het bloed van het Lam.

Zo heb ik gesproken over het overwinnen in de hemelse gewesten, maar ik zal u ook moeten laten zien hoe u moet strijden tegen de boze in de lagere gewesten, ja, hier op aarde. U moet eerst overwinnen in de hemelse gewesten bij de troon en wanneer u zo overwinnend bent geweest bij God in gebed, dan zult u genade hebben om uit te gaan tot de dienst en de boze te verslaan onder uw medemensen. Hoe dikwijls heb ik persoonlijk ervaren, dat de strijd eerst hierboven gestreden moet worden!  We moeten overwinnen om te kunnen dienen. In de laatste tijd zou ik het vele, vele malen niet hebben gewaagd om op deze preekstoel te komen, als het niet was geweest vanwege de macht bij de genadetroon. Degene, die de last van de Here kennen, worden dikwijls terneer gebogen en zouden niet in staat zijn geweest om verder te gaan dan slechts doordat ze in stilte gestreden hadden met hun vijand en de overwinning hadden behaald. Ik ben terneer gebogen geweest voor de Here en in Zijn aanwezigheid heb ik gepleit op het kostbare bloed als de reden om hulp te verkrijgen en de hulp werd gegeven. Het geloof, dat er eenmaal zeker van is, dat Jezus de zijne is, voorziet zichzelf uit de schatkamer van God van al datgene wat ze nodig heeft. Satan wil het  hem ontzeggen, maar in de kracht van het bloed neemt het geloof bezit van de zegeningen van het verbond. U zegt tot uzelf: “Ik ben zwak, maar in de Here, mijn God, daar is kracht: ik neem het. Ik ben hard en koud. Maar er is tederheid en warmte: ik eigen het mij toe. Het behaagde de Vader, dat in Jezus al de volheid zou wonen en op grond van Zijn kostbare bloed neem ik uit die volheid datgene, wat ik nodig heb en dan, met de zo verkregen hulp, treed ik de vijand tegemoet en overwin hem.” Satan wil graag verhinderen dat we onze voorraad van genade krijgen, waarmee we hem overwinnen, maar met het merkteken van het bloed op onze voeten kunnen we overal naar toe en met het merkteken van het bloed op onze hand, mogen we alles nemen. Wanneer we in vertrouwen de toegang hebben, mogen we in vrijheid al datgene nemen, wat we nodig hebben. Zo worden we door het verzoenende offer voorzien in alle behoeften en bewapend tegen alle aanvallen. Dit is de bron van de bevoorrading en het schild van de veiligheid. Dit is inderdaad het kanaal, waardoor we de kracht ontvangen voor de overwinning.

We overwinnen de grote vijand door onze hand te leggen op de algenoegzaamheid van God, wanneer we werkelijk de macht van het kostbare bloed ervaren. En zo, in de overwinning in de hemelse gewesten, gaan we naar de preekstoel of naar de klas van de zondagsschool, sterk gemaakt in de Here en in de kracht van Zijn macht. Na satan overwonnen te hebben bij de troon der genade, zien we hem als een bliksem uit de hemel vallen, zelfs voor ons, zwakke instrumenten. Wij spreken en God spreekt met ons; wij verlangen naar zielen en Gods ruime hart verlangt met ons. Wij sporen mensen aan om te komen en de Here pleit ook bij hen om te komen, zodat ze niet  langer weerstand bieden. Een geestelijke kracht van een heilig soort rust op ons om de geestelijke kracht van een slecht soort te overwinnen. Deze wordt uitgeoefend door satan, de wereld en het vlees. De Here verstrooit de macht van de vijand en verbreekt de betovering, die de mensen gevangen houdt. Door het bloed van het Lam worden we de situatie meester en de zwakste onder ons is in staat grote wonderen te bewerken. Uitgaande tot de dienst van God in de kracht van onze overwinning in de hemel, verkregen door het pleiten op het bloed van het Lam, marcheren we al overwinnende en om te overwinnen. Geen macht van de vijand is in staat ons tegen te houden.

Het wordt tijd, dat ik u nu laat zien, hoe dezelfde strijd wordt gevoerd op aarde. Temidden van de mensen in deze lagere regionen van strijd overwinnen de heiligen door het bloed van het Lam en door hun getuigenis van dat bloed. Elke gelovige moet getuigen van het verzoenend offer en zijn kracht om te redden. Hij moet deze leer vertellen; hij moet het benadrukken met vurig geloof hierin en hij moet het ondersteunen en bewijzen door zijn ervaring, dat het effect heeft. U kunt niet allemaal vanaf de preekstoel spreken, maar u kunt allen spreken over Jezus, als de gelegenheid u wordt gegeven. Onze belangrijkste taak is getuigenis af te leggen van het bloed in de kracht van de Heilige Geest. Op dit punt kunnen we allemaal getuigen. U kunt niet allerlei diepe leerstukken of speciale punten aan de orde stellen, maar u kunt aan al degenen rondom u vertellen, dat ” er leven is in een blik op de Gekruisigde”. U kunt getuigenis afleggen van de kracht van het bloed van Jezus in uw eigen ziel. Als u dit doet, zult u de mensen op velerlei manieren overwinnen. Ten eerste zult u hen uit hun apathie halen. Deze tijd is onverschilliger voor de echte godsdienst dan bijna welke andere tijd ook. Het staat open genoeg voor de dwaling, maar voor het oude geloof sluit het de oren. Toch heb ik mensen gezien, die werden gepakt door de waarheid van de plaatsvervanging, terwijl ze naar niets anders wilden luisteren. Als er een toespraak is, die mensen kan pakken, dan is dat het verhaal van de Goddelijke liefde, vleesgeworden in de persoon van Jezus, bloedend en stervend voor schuldige mensen. Vertel dat verhaal, wanneer de aandacht verflauwt. Het heeft iets fascinerends. Het wonderbaarlijke verhaal van de Zoon van God, Die Zijn vijanden liefhad en voor hen stierf – dit zal hun aandacht boeien. De geschiedenis van de Heilige, Die stond op de plek van zondaren en als gevolg daarvan tot schande werd gemaakt en na de strijd ter dood werd gebracht – dit zal hen raken. Het zicht op de bloedende Heiland overwint hardheid en zorgeloosheid.

Het leerstuk van het bloed van het Lam voorkomt of vernietigt ook dwaling. Ik denk niet dat we door te redeneren de dwaling kunnen tegenwerken. We kunnen het op welsprekende wijze dogmatisch verwerpen, maar de mensen zullen er toch aan vast blijven houden. Maar dan het leerstuk van het kostbare bloed. Wanneer dat eenmaal in het hart komt, dan verdrijft dat de dwaling en plaatst daar de troon van de waarheid. U kunt zich niet vast blijven houden aan een verzoenend offer en dan nog behagen hebben in moderne ketterijen. Zij, die de inspiratie loochenen, willen zeker ook dat plaatsvervangende offer kwijt, omdat ze anders niet in hun dwaling verder kunnen gaan. Laten we doorgaan met het verkondigen van het leerstuk van het grote offer en dit zal de adders van de ketterij doden. Laten we het kruis opheffen. ‘t Maakt niet uit wat de andere mensen zeggen. Misschien hebben we al teveel op hen gelet. Laat de honden blaffen; dat is naar hun aard. Ga door met het prediken van een gekruisigde Christus. God verhoede dat ik zou roemen in iets anders dan in het kruis van de Here Jezus Christus.

We overwinnen mensen ook op de volgende wijze: door hun opstandige hart zacht te maken. Mensen blijven zich verzetten ten opzichte van de wet van God en zij weerstaan de wraak van God, maar de liefde van God in Christus Jezus ontwapent hen. De Heilige Geest brengt mensen tot overgave door de verzachtende invloed van het kruis. Een bloedende Heiland laat de mensen hun wapens van de  opstand neerwerpen. “Als Hij mij zo liefheeft,” zeggen ze, “dan kan ik niets anders doen dan Hem ook liefhebben.” We overwinnen de hardnekkigheid van de mensen door het bloed, dat voor velen vergoten is tot vergeving van zonden.

Hoe wondervol is het, dat ditzelfde bloed van het Lam de wanhoop overwint. Hebt u ooit een mens gezien, die werd opgesloten in een ijzeren kooi? Het is mijn pijnlijke taak geweest om met verscheidene van zulke gevangenen te spreken. Ik heb de gevangene zien schudden aan de ijzeren tralies, maar hij kon ze niet kapot krijgen of ze losbreken. Hij heeft ons gesmeekt hem op de één of andere manier vrij te maken, maar we waren machteloos. Ere zij aan God, het bloed van het Lam is een universeel oplosmiddel. Het heeft de ijzeren staven  van de wanhoop laten verdwijnen, totdat het arme gevangen geweten in staat was te ontsnappen. Hoe mooi is het voor de neerslachtige om te zingen:

“Ik geloof, ik zal geloven
Dat Jezus voor mij stierf”

Door dat te geloven vluchten alle twijfel, angst en wanhoop weg en de man krijgt rust.

Er is inderdaad niets, geliefde vrienden, dat niet overwonnen zal worden door het bloed van het Lam, want zie hoe het de ondeugd overwint en elke vorm van zonde. De wereld is smerig van het  kwaad, zoals een stal, die lange tijd vol gezeten heeft met vieze beesten. Wie kan die reinigen? Wat anders dan deze onvergelijkbare stroom? Satan maakt dat de zonde plezierig lijkt, maar het kruis openbaart de bitterheid ervan. Als Jezus stierf vanwege de zonde, dan beginnen de mensen te zien, dat de zonde iets moorddadigs is. Zelfs toen de zonde alleen maar de Heiland werd toegerekend, maakte het, dat Hij zijn ziel uitstortte in de dood. Het moet dan wel een afschuwelijk kwaad zijn voor degenen, die er werkelijk persoonlijk schuldig aan zijn. Als Gods roede Christus grote druppels bloed deed zweten, wat zal Zijn strijdbijl dan doen, wanneer Hij het doodsvonnis uitvoert op de onboetvaardige mensen! Ja, we hebben de dodelijke zoetheid en het verwoestende plezier van de zonde overwonnen door het bloed van het Lam.

Dit bloed overwint ook de natuurlijke traagheid van mensen wat betreft de gehoorzaamheid; het stimuleert hen tot heiligheid. Als iets een mens heilig kan maken dan is dat een vast geloof in het verzoenend offer. Wanneer een mens weet, dat Jezus voor hem stierf, dan ervaart hij, dat hij niet van zichzelf is, maar gekocht is met een prijs en daarom moet hij leven voor Degene, Die voor hem stierf en weer opstond. In de verzoening zie ik een beweegreden, die even groot is als het grootste heldendom. Ja, een beweegreden, dat zal stimuleren tot volmaakte heiligheid. Wat voor mensen dienen we te zijn voor wie zo’n offer is gebracht! Nu worden we aangemoedigd tot een intense ijver en toewijding. Zie, geliefde broeders, hoe dat bloed van het Lam te gebruiken is bij ons strijden hier  op aarde met het kwaad onder de mensen.

Maar nu moet ik dit afsluiten. Het is niet slechts door het getuigen, dat we deze krachtige waarheid gebruiken. We moeten dat getuigenis ondersteunen met onze ijver en energie. We hebben een geconcentreerde, toegewijde energie nodig, want er staat geschreven: “Zij hebben hun leven niet liefgehad tot de dood.” We zullen satan niet overwinnen, als we nette heren zijn, gesteld op gemak en eer. Zolang als christenen nog zo nodig van de wereld moeten genieten, zal de duivel weinig last van hen hebben. Zij, die de wereld vroeger overwonnen, waren nederige mannen en vrouwen, die over het algemeen arm waren en altijd geminacht werden, maar zij schaamden zich nooit voor Christus. Zij leefden om van Zijn liefde te spreken en zij stierven liever bij tienduizenden dan op te houden te getuigen van het bloed van het Lam. Zij overwonnen door hun heldendom; hun intense toewijding aan de zaak stelde de overwinning veilig. Hun leven telde in het geheel niet voor hen vergeleken met de eer van hun Here.

Broeders, als wij grote overwinningen willen behalen, moeten we grotere moed hebben. Sommigen van u durven nauwelijks te spreken over het bloed van Christus dan alleen maar in het meest gelovige gezelschap en dan ook nog maar nauwelijks. U trekt zich wel heel erg terug. U hebt uzelf te zeer lief dan om in de problemen te raken door uw godsdienst. U kunt zeker niet behoren tot die edele groep, die hun leven niet liefhadden tot in de dood! Velen durven vandaag de dag de oude leer niet vast te houden, omdat ze dan als nauw en bekrompen worden beschouwd. Dit zou toch wel te bitter voor hen zijn. Ze noemen ons oude dwazen. Waarschijnlijk zijn we dat ook, maar we schamen ons er niet voor om dwaas te zijn ter wille van Christus en ter wille van de waarheid.  We geloven in het bloed van het Lam ondanks alle wetenschappelijke ontdekkingen. We zullen nooit het leerstuk van het verzoenend offer opgeven om de moderne beschaving te behagen. Het beetje reputatie, dat we nog hebben, is ons even dierbaar als voor iemand anders zijn goede naam, maar we zullen blij verder gaan in deze strijd voor de kernwaarheid van de openbaring. Het zal mooi zijn om vergeten te worden en uit het zicht verdwenen te zijn, of om belasterd te worden, als het oude geloof in het plaatsvervangend offer maar levend gehouden kan worden. Dit hebben we besloten te doen: we zullen trouw blijven aan onze overtuiging met betrekking tot het offer van onze Here Jezus, want als we dit opgeven, wat blijft er dan nog over? God zal niets door ons doen, als we het kruis ontrouw zijn. Hij gebruikt de mensen, die hun eigen reputatie op het spel zetten, wanneer ze worden geroepen om de waarheid te verdedigen. O, wees toch witheet! O, vlam toch van ijver voor Jezus! O, mijn broeders, houd vast aan het oude geloof en zeg: “Het respect van mensen kan ik gemakkelijk opgeven, maar de waarheid van God, die kan ik nooit opgeven!” Dit is de dag voor de mannen om kerel te zijn, want helaas zijn de meesten zachte weekdieren. Nu hebben we ruggengraat nodig en hersens bovendien. De waarheid te geloven met betrekking tot het Lam van God en dit waarlijk te geloven, dat is het essentiële van een overwinnend leven. O, dat er meer moed mocht zijn, meer vastheid, zelfverloochening en bereidheid om tot niets gemaakt te worden voor Christus! God geve ons om getrouwe getuigen te zijn van het bloed van het Lam temidden van deze goddeloze wereld!

En wat u betreft, u, die niet gered bent, geeft dit onderwerp u niet een hint? Uw hoop ligt in het bloed van het Lam. Het verzoenende offer, dat onze roem is, dat is uw redding. Vertrouw op Hem, Die God heeft voorgesteld als een genoegdoening voor de zonde. Begin hiermee en u wordt gered. Al het goed en het heilige, dat met de redding samenhangt, zal er op volgen, maar nu vanmorgen vraag ik u de hier besproken redding door het bloed van het Lam te aanvaarden. “Wie in Hem gelooft, heeft eeuwig leven.”