Geloofszekerheid en autoriteitsgeloof – of – de apostolische geloofsbelijdenis op het fabrieksterrein.
>>PDF<<
Wanneer m’n vriend Hennes iemand de hand drukt, dan weet men, wat men heeft – zowel wat betreft de handdruk als de man in z’n geheel.
Hennes benadrukt soms met klem: “Ik ben alleen maar een eenvoudige arbeider!” Maar ik wilde wel, dat alle “intellectuelen” zo’n brede blik en zo’n innerlijke vrijheid hadden als Hennes.
“Hennes” – dat is de afkorting van Johannes. De Rheinlandse afkorting! En een echte vrolijke Rheinlander is hij ook!
We voelen elkaar heel goed aan. Met een paar andere mannen komt hij elke zondagmorgen voor de kerkdienst in m’n consistorie. Dan roepen we samen onze hemelse Vader aan, opdat Hij Zijn Woord gezag geeft in de kerkdienst.
Maar nu wordt m’n lezer reeds ongeduldig. Want hij wil immers niet Hennes leren kennen, maar het verhaal horen, dat zich toen op het fabrieksterrein van Krupp afspeelde.
“Toen”- dat was in ’t jaar 1934, toen de Germaanse religie-instellingen in Duitsland als paddestoelen uit de grond schoten. Professoren en gouwleiders, generaalsvrouwen en Hitlerjugendleiders wedijverden om hun duistere ideeën als de Arische Religie aan te prijzen. Het arme volk wachtte echter voor welke van de vele richtingen de Führer nu zou kiezen. Slechts één ding was duidelijk: het christendom had afgedaan.
Toen gebeurde het dus, dat Hennes in een werkpauze met een grote groep arbeiders op het fabrieksterrein stond. Men praatte met elkaar. En al spoedig kwam het gesprek ook op de godsdienst.
Daar was namelijk iemand, die een zeer hoge dunk van zichzelf had. Hij sprak grote woorden. En toen stortte hij zijn spot uit over Hennes, die “nog steeds” naar de kerk ging. Maar daaraan zou gauw een einde komen.
Hennes antwoordde zo goed als hij kon. De discussie werd al gauw heftig. Steeds meer arbeiders drongen zich rond hen beiden.
Toen zei Hennes: “Ik heb de indruk, dat we langs elkaar heen praten. Nu moet eerst ieder van ons beiden eens duidelijk zeggen, wat hij dan eigenlijk gelooft, zodat onze standpunten duidelijk worden. Ik zal beginnen en daarna zeg jij wat jij gelooft.”
En toen stak Hennes luid en duidelijk van wal: “Ik geloof in God, de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon….”
Het werd erg stil. In de kerk, ja, daar werd deze apostolische geloofsbelijdenis vaak uitgesproken. Maar hier! Tussen fabriekshallen op het fabrieksterrein! Te midden van ruige mannen in werkkleren!
Hennes liet niets weg: “…..vergeving der zonden, opstanding des vlezes en een eeuwig leven. Amen! – Zo, dat is mijn geloofsbelijdenis. En nu ben jij aan de beurt! Zeg ons jouw geloofsbelijdenis!”
De ander begon te hakkelen: “Hoor eens, …….. let maar eens op!…”
Maar nu was Hennes ijskoud: “Niks – let maar eens op! Je moet ons zeggen, wat jij gelooft!”
Weer begon de ander te hakkelen: “Dus – met het christendom – dat is toch – dat kan toch niet -”
Hennes was onverbiddelijk: “Jij moet niet zeggen, wat er aan het christendom verkeerd is. Dat je tegen ons bent, hebben we immers allang begrepen. Jij zou ons nu positief zeggen, wat jij dan gelooft. Vooruit, begin!”
Ademloos luisterde het volk erom heen naar de woordenstrijd. Nu kwamen er aanmoedigende stemmen: “Vooruit, Karl! Zeg het toch!” Die stond erbij met een vuurrood hoofd. Eindelijk barstte hij los: “Wat ik geloof?! Wat ik geloof?! Ja, dat is nog niet helemaal bekend! Daar werken ze in Berlijn nog aan!…”
Toen barstte men uit in gelach. En door het lawaai en gelach heen schreeuwde de stakker boos: “Maar wanneer het bekend is, dan geloof ik erin. Daar kunnen jullie van op aan!…”
Nu, daar twijfelde niemand aan…
Ik heb dikwijls gedacht, dat men het meer net zo moest doen als Hennes. Men moet de bestrijders van het evangelie naar hun eigen geloof vragen. Dan zou het vlug duidelijk worden, dat de meesten groot zijn in het negatieve. Maar wanneer het erom gaat iets positiefs naar voren te brengen, zijn ze meestal erg, erg arme mensen.
O Hennes! Ik zou jou een leerstoel voor praktische theologie willen geven.
Bron: Man muß doch darüber sprechen, Wilhelm Busch Uitgeverij Gütersloher Verlagshaus, Gütersloh, Duitsland.
© Copyright vertaling 2018 Stichting Exodusgemeente