Een woord voor dit uur
>>PDF<<
Het is uiteindelijk niet iets om zich over te verbazen, dat mensen de grote, door God geopenbaarde waarheden zouden verwerpen. Deze waarheden zijn geestelijk en het vleselijke denken heeft niet het vermogen om ze te ontvangen; ze zijn heilig en zullen wel nooit onheilige harten behagen; bovendien zijn ze vernederend voor het schepsel en geven alle eer aan God; daarom leeft het trotse vlees ermee op voet van oorlog. Als de onwedergeboren wereld het evangelie met instemming ontving, zou het grote twijfel oproepen over het Goddelijke karakter van de leer, maar wanneer het onvernieuwde hart het met minachting verwerpt, dan erkent het op zijn eigen blinde manier, dat deze leer niet van een mens is, noch door een mens. Als het evangelie van de wereld was, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat het van God is, daarom verwerpt de wereld het. Zijn we niet teveel van ons stuk gebracht door het feit, dat de richting van de moderne gedachte ingaat tegen de evangelische waarheid? Was de oude gedachte niet net zo? Is die tekst niet altijd waar: “Mijn gedachten zijn niet uw gedachten en Mijn wegen zijn niet uw wegen, zegt de Here”?
Het is een feit dat het een wonder van genade is, wanneer een mens de waarheid aanvaardt in de liefde en de kracht ervan. Geen mens aanvaardt het enkel als het resultaat van rede en argument. Zoals het met Petrus was, zo is het met allen, aan wie de Here wordt bekendgemaakt: de mens is gezegend, want vlees en bloed hebben dit niet aan hem geopenbaard. Hier en daar hebben mensen het evangelie van de genade beleden als hun uitverkoren geloofsbelijdenis en toch hebben zij zich nooit het leven gerealiseerd, dat er altijd uit zou moeten ontstaan, dit zijn maar betrekkelijk weinigen; het grootste deel van de mensheid verlaat, bij het verloochenen van Jezus als het Leven, Hem ook wat betreft de Weg en de Waarheid. De prediking van het kruis is dwaasheid voor degenen die niet de kracht van God en de wijsheid van God daarin kennen. Het is geen wonder, dat mensen ongelovigen zijn; het wonder is dat er überhaupt een mens zou geloven. Waar we zelfs ook maar een greintje geloof zien, mogen we uitroepen: “Dit is de vinger Gods.” Niets is een helderder getuigenis voor de almacht van de Geest van God dan het leven, het werk en de overwinning van het geloof in welk mens dan ook, als we zien dat de mens van nature de waarheid niet kan onderscheiden en er vol haat tegen is, zelfs wanneer het in een bepaalde mate begrepen wordt. Het evangelie kan bij de mensen zelfs niet in stand worden gehouden, nog veel minder grote invloed op hen krijgen, behalve dan door een voortdurende demonstratie van de Almachtige Kracht. Slechts zij, aan wie de arm des Heren is geopenbaard, geloven Zijn woorden.
Aangezien we daarom teruggeworpen worden op de kracht van de Heilige Geest, past het ons Zijn glorievolle macht te erkennen, Hem de eer te geven die Zijn naam toekomt en te handelen in daadwerkelijk vertrouwen op Hem. Ons vertrouwen is niet op de waarheid zelf, want licht alleen kan de blinde niet laten zien. Nog veel minder mogen wij afhangen van boeiende redevoeringen, krachtige argumenten of diepzinnige geleerdheid. Dit zijn rechtmatige krachten, maar ze moeten niet worden verheven op de plaats van de Goddelijke Geest. Het kalf was er niets beter om, omdat het van goud was gemaakt; de hoogste verstandelijke krachten zullen louter afgoden zijn, als wij op hen vertrouwen. Wat betreft het proberen het Koninkrijk van de Verlosser te verspreiden door amusement, door kunsten en wetenschappen, door muziek en tot de zinnen sprekende pracht en praal: laat dit verre van ons zijn. Er moet worden voldaan aan de voorwaarden van de Heilige Geest en we zijn bang dat veel van het werk, dat op dit huidige ogenblik door de kerk gedaan wordt, niet op een voldoende verheven niveau is om door de Heilige Geest erkend te worden. Het is niet aan ons om te oordelen, maar is het niet zo? Als al de kracht om geloof te doen ontstaan van de Heilige Geest moet komen, dan moeten zij, die de waarheid zouden willen verbreiden, zorgvuldig op Zijn wijze aan het werk gaan. Als een boot moet worden voortgedreven door de wind, moet het voorzien worden van zeilen en deze moeten zo worden opgesteld, dat ze de bries opvangen; dit is een gelijkenis van hoe werk wat gedaan wordt voor de Here Jezus, zo moet worden geregeld dat er ruimte en gelegenheid overgelaten wordt voor de Heilige Geest. Is dit zo in onze diverse bedieningen, op de preekstoel, in school, in de zendingshal, etc.? Staan we de vrije actie van de Heilige Geest toe of onderdrukken we de heilige krachten die hier en daar zouden losbarsten, als ze niet werden tegengehouden?
Onze godsdienst is òf bovennatuurlijk, òf het is bedrog, en het moet worden verspreid door bovennatuurlijke middelen of helemaal niet. Elke vooruitgang, die door het christendom wordt gemaakt, anders dan welke duidelijk van de Heilige Geest komt, is een stap achteruit. De verlichte lezer van de kerkgeschiedenis zal niet lang hoeven kijken, voordat hij zal bemerken dat dit het geval is. De menselijke wijsheid heeft het vat van de waarheid op het pottenbakkerswiel ontsierd, of heeft het gebroken, nadat het uit de oven gekomen is. Zijn bemoeizucht is altijd onheilstichtend: het is de vijand van geloof en de tegenstander van stabiliteit. Wanneer de Here Jezus ons door God gemaakt is tot wijsheid en wanneer de Geest van de Here ons verandert in kleine kinderen, dan worden we wijs en “ontwikkeld” in de echte betekenis, maar al het andere in de dingen van God is alleen maar opgeblazenheid, welke slechts leidt tot grotere trots en ijdelheid. We zijn allemaal geneigd om “haastige spoed” te hebben, hetgeen “zelden goed” is, tenzij de ervaring ons dat heeft afgeleerd. Als wij alleen in de Geest en door de Geest werkten, zouden we misschien minder lijken te doen, maar we zouden in werkelijkheid meer doen. Laten we van nu af aan werken zoals Mozes en Aäron: laten we onszelf bewapenen met de staf van God. Als wij voortgaan louter als mens, doen we misschien het werk van mensen en oogsten het falen van mensen, maar als wij ernaar verlangen om te zien dat de waarheid van God vrucht afwerpt, moeten we alles in de naam van de Here doen, en ernaar zoeken dat er Goddelijke kracht op ons rust, opdat we werkers mogen zijn samen met God.
Een vaste bron van vertroosting in deze kwade dagen moet gevonden worden in het feit dat de Heilige Geest nog op dezelfde manier aan het werk is als altijd. Hij brengt in 10.000 gevallen dezelfde resultaten voort als in de beste perioden van de geschiedenis. Een bekering draagt vandaag al de kenmerken die 500 jaar geleden de echtheid van een bekering bewezen: er is hetzelfde berouw, dezelfde afkeer van het “ik” en angst voor toorn, gevolgd door hetzelfde geloof, dezelfde hoop en dezelfde verlossing van de heerschappij van het kwaad. Het maakt niet uit hoeveel de wijzen van deze wereld het evangelie van onze Here Jezus bespotten, nog steeds prikkelt het de onverschilligen, is het een gids voor de moedelozen, vernieuwt het de schuldigen en heiligt het de gelovigen. Dagelijks zien wijzelf dat de arm des Heren niet te kort is, zodat Hij niet zou kunnen redden. Onder de mensen die zijn opgevoed in de zieke atmosfeer van twijfelzucht, voert de Eeuwige Geest toch Zijn wil uit, zelfs hoewel de concessies van de filosofische theologie en de thema’s van de literaire cultuur hen verhard hebben gemaakt in ongeloof. De houten zwaarden van menselijke kracht worden gebroken, maar de kling van het echte Jeruzalem-zwaard snijdt nog steeds door merg en been. Het evangelie wordt niet tevergeefs verkondigd, steeds wanneer het eenvoudig uiteen wordt gezet en als het de ruimte krijgt om op zijn eigen manier te werken, niet gehinderd door menselijke hulp.
Tot onze grote vreugde merken we, dat de Heilige Geest nog steeds als vroeger getuigenis aflegt van dezelfde waarheden. Bij het luisteren naar de ervaringen van pas wedergeborenen komen we nooit een hart tegen, dat onder de indruk was en geleid werd tot berouw door een nieuwe uitvinding, maar altijd door de oude waarheid. Zij die overtuigd zijn van zonde, spreken erover in eenvoudige, ongekunstelde taal en in bewoordingen zoals hun vaders voor hen dat gewoon waren. Het geloof in de Here Jezus richt zich nog steeds op het verzoenende bloed en het plaatsvervangende offer, net zoals honderd jaar geleden. Als John Newton een volgende Cardiphonia (verzameling brieven, Vert.) zou moeten schrijven, zou hij merken dat genadevolle harten zich voeden met dezelfde waarheden als in zijn eigen tijd en hun spreken over zielennood of vreugde zou precies hetzelfde zijn. We merken dat mensen het nog steeds moeilijk hebben met de predestinatie en de uitverkiezing, hoewel deze ouderwetse waarheden toch al sinds lange tijd genegeerd worden door het merendeel van de universitaire docenten. Deze leerstukken hebben in voorbijgegane eeuwen het zogenaamd veilige hol van velen beroerd en hen uit henzelf naar Jezus gedreven, en ondanks al de hoon die over deze leerstukken uitgestort werd, sporen ze nog steeds hen aan, die nadenken. We komen verontruste gewetens tegen, die onmiddellijk stabiele vrede vinden na gehoord te hebben over het grote offer voor de zonde, en dat ondanks dat deze essentiële evangeliewaarheid op zoveel plaatsen in een bespottelijk daglicht wordt gesteld en belachelijk wordt gemaakt. Het is een feit, dat de Heilige Geest Zijn opvattingen over de dingen niet heeft veranderd, ook heeft Hij niet Zijn zegel gezet op de moderne gedachte, noch die van de leer van het kruis afgehaald. Van dag tot dag zien we “de tekenen volgen” , welke de Goddelijke bevestiging zijn van de geopenbaarde waarheid. Zondaren worden gered, de wanhopigen worden bevrijd, heiligen worden gevoed en heldenmoed wordt opgewekt door de prediking van dat ene evangelie, dat Jezus onderwees en Paulus verkondigde.
Zolang dit het geval is, wat betekent dan dit aandringen op de moderne gedachte? Kan er vooruitgang zijn bij een openbaring, die volledig is? Is er iets beters dan Jezus Christus, Die gisteren, heden en voor eeuwig Dezelfde is? Zijn er betrouwbaardere woorden van belijdenis dan welke gegeven werden aan de profeten en apostelen, of dan welke God ons heeft gegeven door Zijn eigen Zoon? Zie wat voor nood en dood er volgen op het opgeven van het eenvoudige onderwijs van de Schrift! Zie hoe de ernstige bediening van de verzoening wordt erkend door Gods Geest! Niemand, die de oude wijn gedronken heeft, verlangt meteen de nieuwe, want hij zegt: “De oude is beter.”
Laten we in volharding ons beheersen en niet vertrouwen op talent, geleerdheid en invloed voor de voortgang van het Evangelie, maar op de Heilige Geest alleen. Hij kan uitstekende leiders opwekken, als er behoefte is aan nieuwe Paulussen. Hij kan geleerde pennen vinden, als er nieuwe Augustinussen nodig zijn. Hij faalt nooit, pauzeert zelfs nooit, vanwege gebrek aan instrumenten. De hoedanigheid van de tijd is geen belemmering voor Zijn werking. Hij heeft duizenden filosofieën zien opkomen en ondergaan, maar Zijn licht blijft schijnen voor eeuwig en in dat licht zullen de volkeren nog wandelen, zich verheugend in de waarheid. Wel, de banier is opgericht en laat niemand zijn hand noch zijn hoofd laten hangen.
C. H. S.