OVEREENKOMSTIG
DE
B E L O F T E.
door C.H. Spurgeon.
1.
DE TWEE ZADEN.
“Er staat immers geschreven dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin en één bij de vrije. Maar die van de slavin was naar het vlees verwekt, doch die van de vrije door de belofte.” Galaten 4:22, 23.
ABRAHAM had twee zonen. Ismaël en Izaäk waren zonder enige twijfel echte zonen van Abraham. Toch erfde één van hen de verbondszegen en de ander was gewoon een welvarende man van de wereld. Zie hoe dicht deze twee bij elkaar stonden! Ze werden geboren in dezelfde gemeenschap, noemden dezelfde grote patriarch “vader” en woonden in hetzelfde tentenkamp met hem. Toch was Ismaël een vreemdeling wat betreft het verbond, terwijl Izaäk de erfgenaam van de belofte was. Hoe onbelangrijk zijn bloed en geboorte!
Een nog opmerkelijker voorbeeld dan dit gebeurde kort daarna. Immers, Ezau en Jakob werden geboren uit dezelfde moeder, bij dezelfde geboorte, maar toch staat er geschreven: “Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat.” De één ontving genade en de ander ging de wereld in. Zo dicht kunnen twee bij elkaar komen en toch kunnen ze zo ver uiteen worden gedreven! Zeker, het is niet alleen zo dat er twee in één bed zullen liggen en dat de één zal worden aangenomen, en de ander zal worden achtergelaten. Maar er zullen er twee ter wereld komen op hetzelfde moment en toch zal de één zijn erfenis bij God in ontvangst nemen en de ander zal voor een hap voedsel zijn geboorterecht verkopen. We kunnen in dezelfde kerk zitten, gedoopt zijn in hetzelfde water, aan dezelfde avondmaalstafel zitten, dezelfde psalm zingen en hetzelfde gebed opzenden en toch kunnen we van twee geslachten zijn, evenzeer tegengesteld als het zaad van de vrouw en het zaad van de slang.
Paulus verklaart dat Abrahams twee zonen de typen zijn van twee geslachten van mensen, die veel op elkaar lijken, maar toch sterk verschillen. Ze zijn verschillend van oorsprong. Ze waren allebei zonen van Abraham, maar Ismaël, het kind van Hagar, was de nakomeling van Abraham onder normale omstandigheden. Hij werd geboren naar het vlees. Izaäk, de zoon van Sara, werd niet geboren door de kracht van de natuur, want zijn vader was meer dan honderd jaar oud en zijn moeder was allang op leeftijd gekomen. Hij werd door de Here aan zijn ouders gegeven en werd geboren overeenkomstig de belofte door geloof. Dit is een zwaarwegend onderscheid; het onderscheidt het ware kind van God van hem die dat alleen maar is door zijn belijdenis. De belofte ligt aan de basis van het onderscheid en de kracht die de belofte vervult, die schept en onderhoudt het verschil. Daarom is de belofte, die onze erfenis is, ook onze test en toetssteen.
Laten we de test meteen gebruiken door te kijken of we zijn bewerkt door de kracht die de belofte vervult. Laat me een paar vragen stellen: Hoe bent u bekeerd? Was het door uzelf, door de overreding van mensen, door vleselijke opwinding; of was het door de werking van de Geest van God? U belijdt wedergeboren te zijn. Waar kwam die nieuwe geboorte vandaan? Kwam het van God als gevolg van Zijn eeuwige doel en belofte, of kwam het uit uzelf? Was het uw oude natuur die probeerde het beter te doen en zichzelf opwerkte tot zijn beste vorm? Als dat zo is, bent u Ismaël. Of was het dat u, geestelijk dood en zonder enige kracht om uit uw verloren toestand te komen, werd bezocht door de Geest van God, Die Zijn Goddelijke kracht in werking stelde en het leven uit de hemel in u liet komen? Dan bent u Izaäk. Alles zal afhangen van het begin van uw geestelijke leven en de bron waaruit dat leven in eerste instantie voortkwam. Als u in het vlees begon, bent u in het vlees doorgegaan en zult u in het vlees sterven.
Hebt u nooit gelezen: “Dat wat uit het vlees geboren is, is vlees”? Binnenkort zal het vlees vergaan en zult u er verderf van oogsten. Alleen “dat wat uit de Geest geboren is, is geest”. De vreugde is dat de Geest zal leven en daaruit zult u eeuwig leven oogsten. Of u nu een belijder van de godsdienst bent of niet, ik smeek u, vraag uzelf af: Heb ik de kracht van de Geest van God ervaren?
Is het leven dat in u is het resultaat van het gistingsproces van uw eigen natuurlijke verlangens? Of is het een nieuw element, ingegeven, meegedeeld, geïmplanteerd van boven? Is uw geestelijk leven een hemelse schepping? Bent u opnieuw geschapen in Christus Jezus? Bent u wedergeboren door Goddelijke kracht?
Gewone godsdienst is de natuur, verguld met een dun laagje van wat wordt gedacht genade te zijn. Zondaars hebben zichzelf opgepoetst, de ergste roest en vuiligheid eraf geborsteld en ze denken dat hun oude natuur zo goed als nieuw is. Dit opknappen en repareren van de oude mens lijkt heel wat maar het schiet tekort in wat nodig is. U mag het gezicht en de handen van Ismaël wassen zoveel u wilt, maar u kunt geen Izaäk van hem maken. U mag de natuur verbeteren en hoe meer u dat doet hoe beter voor bepaalde tijdelijke doeleinden, maar u kunt haar niet tot genade verheffen. Er is een onderscheid bij de bron zelf, tussen de stroom die ontspringt in het moeras van de gevallen mensheid en de rivier die voortkomt uit de troon van God.
Vergeet niet dat onze Here Zelf zei: “U moet opnieuw geboren worden.” Als u niet van bovenaf opnieuw geboren bent, betekent al uw kerkgang of uw kapelbezoek niets. Uw gebeden en uw tranen, uw Bijbellezingen en alles wat alleen van uzelf komt, kan alleen herleid worden naar uzelf. Water zal van nature net zo hoog stijgen als zijn bron, maar niet hoger. Dat wat begint met de menselijke natuur zal stijgen tot de menselijke natuur, maar tot de goddelijke natuur kan het niet reiken. Was uw nieuwe geboorte natuurlijk of bovennatuurlijk? Was het door de wil van de mens of door de wil van God? Veel zal afhangen van uw antwoord op die vraag.
Tussen het kind van God en de naamchristen is er een onderscheid wat betreft oorsprong van het ergste soort. Izaäk werd geboren overeenkomstig de belofte. Ismaël kwam niet voort uit de belofte maar uit de gang van de natuur. Waar de kracht van de natuur voldoende is, is er geen belofte, maar wanneer de menselijke kracht tekortschiet, komt het woord van de Here te hulp. God had gezegd dat Abraham een zoon van Sara zou krijgen. Abraham geloofde het en verheugde zich daarin en Izaäk werd geboren als het gevolg van de Goddelijke belofte door de kracht van God. Er zou geen Izaäk kunnen zijn als er geen belofte was geweest en er kan geen ware gelovige zijn los van de belofte van genade en de genade van de belofte.
Geachte lezer, laat mij hier vragen stellen over uw redding. Bent u gered door wat u hebt gedaan? Is uw godsdienst het product van uw eigen natuurlijke kracht? Voelt u zich in staat alles te doen wat de redding kan vereisen? Concludeert u dat u zich in een veilige en gelukkige toestand bevindt vanwege uw natuurlijke uitmuntendheid en morele bekwaamheid? Dan bent u zoals Ismaël en tot u zal de erfenis niet komen, want het is geen erfenis naar het vlees maar naar de belofte.
Als u echter zegt: “Mijn hoop berust alleen op de belofte van God. Hij heeft die belofte geopenbaard in de persoon van Zijn Zoon Jezus voor elke zondaar die in Hem gelooft; en ik geloof waarlijk in Hem. Daarom vertrouw ik en geloof ik dat de Here Zijn belofte zal vervullen en mij zal zegenen. Ik zoek naar de hemelse zegen, niet als resultaat van mijn eigen inspanningen, maar als de gave van Gods vrije gunst. Mijn hoop is alleen gevestigd op de vrije en onverdiende liefde van God voor schuldige mensen, waardoor Hij Zijn Zoon Jezus Christus heeft gegeven om de zonde weg te nemen en eeuwige gerechtigheid te brengen voor hen die het niet verdienen,” dan is dit een ander soort taal dan die van de Ismaëlieten, die zeggen: “Wij hebben Abraham tot onze vader.” U hebt nu leren spreken zoals Izaäk spreekt. Het verschil lijkt misschien klein voor de onverschilligen, maar het is juist groot. Hagar, de slavin, is een heel ander persoon dan Sara, de vorstin. Voor de één is er geen verbondsbelofte, voor de ander is de zegen voor altijd. Redding door werken is één ding; redding door genade is iets anders. Redding door menselijke kracht is ver bij de redding door Goddelijke macht vandaan en redding door ons eigen besluit is het tegenovergestelde van redding door de belofte van God.
Stel uzelf deze vraag en kijk bij welke familie u hoort. Bent u van Ismaël of van Izaäk?
Als u vindt dat u bent zoals Izaäk, geboren volgens de belofte, onthoud dan dat uw naam “Lachen” is, want dat is de vertaling van de Hebreeuwse naam Izaäk. Zorg ervoor dat u zich verheugt met een onuitsprekelijke en glorievolle vreugde. Uw nieuwe geboorte is iets wonderbaarlijks. Als zowel Abraham als Sara lachten bij de gedachte aan Izaäk, mag u dat zeker doen met betrekking tot uzelf. Er zijn momenten dat ik, als ik alleen zit en denk aan de genade van God voor mij, de meest onwaardige van al zijn schepselen, dan op het punt sta om tegelijk te lachen en te huilen van vreugde dat de Here ooit met liefde en gunst op mij heeft neergezien. Ja, en elk kind van God moet in zijn ziel de werking hebben gevoeld van die Izaäk-natuur, die zijn mond vult met lachen, omdat de Here grote dingen voor hem heeft gedaan.
Let goed op het verschil tussen de twee zaden vanaf hun allereerste begin.
Ismaël komt voort uit de mens en door de mens. Izaäk komt door Gods belofte. Ismaël is het kind van Abrahams vlees. Izaäk is ook Abrahams kind, maar dan komt de kracht van God erbij en uit de zwakheid van zijn ouders wordt duidelijk dat hij van de Here is, een geschenk overeenkomstig de belofte. Waar geloof is zeker de daad van de mens die gelooft; waar berouw is de daad van de mens die berouw heeft. Toch kunnen zowel geloof als berouw met ontwijfelbare juistheid worden beschreven als het werk van God, net zoals Izaäk de zoon is van Abraham en Sara en hij toch nog meer het geschenk van God is. De Here, onze God, Die ons gebiedt te geloven, stelt ons ook in staat te geloven. Alles wat wij welbehaaglijk in Gods ogen doen, bewerkt de Here in ons; ja, zelfs de wil om het te doen is Zijn werk. Geen enkele godsdienst is een cent waard die niet wezenlijk ontspringt in het eigen hart van de mens en toch moet het zonder twijfel het werk zijn van de Heilige Geest Die in hem woont.
Mijn vriend, als wat u in u hebt natuurlijk is en alleen maar natuurlijk, zal het u niet redden! Het innerlijke werk moet bovennatuurlijk zijn; het moet van God komen, anders zal het de zegen van het verbond missen. Een leven door genade zal het uwe zijn, zoals Izaäk werkelijk het kind van Abraham was, maar nog meer zal het van God zijn, want “De redding is van de Here.” Wij moeten van bovenaf geboren worden. Wat al onze religieuze gevoelens en daden betreft, moeten wij kunnen zeggen: “Here, Gij hebt al onze werken in ons verricht.”