De gebarsten klok
>>PDF<<
Werkelijk! Het hart zou je pijn doen bij de aanblik: totaal vertwijfeld zat de jonge man voor mij op de sofa. Zoals hij z’n schouders en armen liet hangen, die treurige trek op het gezicht, die gebogen houding – alles drukte een oneindige moedeloosheid uit. Daarbij kwam dat hij “een boom van een kerel” was – groot en sterk, met een wilde, zwarte haardos. Maar zelfs de haren hingen hem nog droevig voor het gezicht.
Eindelijk vermande hij zich weer en vertelde verder: “Ja, u zou het helemaal niet geloven, wat voor een idealisme we hadden, toen we trouwden. Met verachting hebben we op al die benevelde doorsnee mensen neergekeken. We hielden immers zoveel van elkaar!…”
Een diep zuchten onderbrak z’n verhaal.
“En toen?” moedigde ik hem aan.
Hij keek me aan: “Niet zo vlug! Als ik aan de eerste tijd terugdenk, dan… o dat kan ik helemaal niet beschrijven, hoe gelukkig ik me voelde. Weet u, m’n vrouw ziet er knap uit. En ze is intelligent! Wij wilden de mensen eens laten zien, hoe een goed huwelijk eruit ziet. Ja, dat wilden we…”
Weer verzonk hij in dof gepeins. Om het scheepje weer vlot te trekken, gaf ik hem nog een keer een duw. “Wat gebeurde er toen?”
Boos gooide hij het eruit: “Wat voor zin heeft het om veel te zeggen! Eergisteren was het zover – toen heb ik m’n zelfbeheersing verloren en heb ik haar geslagen. Ze was ook zo brutaal –. Ja, ik heb haar geslagen… toen liep ze weg. Het kind nam ze mee, het was ziek – en gisteren heeft ze iemand gestuurd om mij te zeggen dat het gestorven is… Nu is alles voorbij!”
Lange stilte. Toen waagde ik het zacht te vragen: “Hebben jullie samen gebeden?” Wezenloos keek hij me met grote ogen aan. Ik ging verder: “Dus een huwelijk zonder God! Ik verbaas me nergens over. Dat kan immers toch niet anders aflopen!”
Wild keek hij me aan: “En ons idealisme?”
Ik wierp tegen: “Man! Idealisme gaat te gronde door het leven. Leven zonder God is rennen naar het ongeluk.”
En nu zal ik heel eenvoudig een paar momentopnames van de verdere geschiedenis weergeven.
De begrafenis van het kind: het was vreselijk. In het midden de kleine doodskist. Rechts stond de jonge vrouw met haar familieleden. Ze had behuilde ogen. Links stond hij, helemaal alleen en erg recalcitrant. – De twee keken elkaar niet aan…
De Bijbelstudie: in een kleine armoedig uitziende zaal legde ik de Bijbel uit. Daar zat de jonge man met hongerige ogen voor mij en keek me elk woord uit de mond, toen ik over Jezus sprak, Die de verbroken idealisten en zondaren redt. Naderhand vroeg hij me om een Bijbel. En toen begon het worstelen van een jonge man met God: “Ik laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegent!”
Weer op mijn sofa: totaal veranderd zat de jonge man voor me: “Meneer de dominee, nu heeft Jezus me gevonden. Ik weet, dat Hij door Zijn sterven ook mij verzoend heeft met God. Ik heb vrede met God! …”
Zijn ogen lichtten op. Toen ging hij verder: “Ik wilde in geen geval naar mijn vrouw terug. Maar vanmorgen las ik in mijn Bijbel, hoe Jezus zegt: Wie van z’n vrouw scheidt, pleegt echtbreuk. – Nu weet ik, dat ik ’t weer met mijn vrouw in orde moet maken. Wilt u me helpen?”
Ik beloofde het graag.
De jonge vrouw: nerveus en opgewonden kwam het eruit: “Naar mijn man terug! Nooit! Die kerel heeft me geslagen! Laat u me met rust…” Hysterisch begon ze te huilen.
Ik liet haar een poosje gaan. Toen zei ik: “Uw zenuwen hebben u volkomen te pakken. Ik zal u naar een boer op het platteland sturen om te herstellen. Ik wil u meteen zeggen: de boer is christen. En in het huis gaat het er christelijk aan toe!”
De gedachte om alles achter zich te laten en naar een stille plattelandsgemeente te gaan deed haar opleven. Blij stemde ze er mee in…
De jonge man: hij is erg gedeprimeerd. “Het wordt toch niets meer!”, klaagt hij. “Het was eens een mooie klok en ze had een fijne klank. Maar ze is nu hopeloos gebarsten.”
Ik troostte hem: “Vertrouw op Jezus en vertelt u Hem uw nood. Hij kan een hopeloos gebarsten klok zo herstellen, dat ze een betere klank krijgt.”
“Gelooft u dat werkelijk?”
“Ja.”
Een brief van de boer: “… en wat betreft die jonge vrouw – nou, daar hebt u me toch een aardige plant uit de grote stad gestuurd! Eerst vroeg ze steeds, of er geen bioscoop was. Nu is ze rustiger en luistert, wanneer we bidden en de Bijbel lezen. Maar wat zijn de mensen uit de grote stad toch verschrikkelijk nerveus!…”
Een kaart van de jonge vrouw: “… en vandaag is het Goede Vrijdag. Mijn hele leven is gestorven. Maar het moet wel zo zijn! Vandaag hoorde ik in de preek, dat Jezus voor ons is gestorven. Wanneer ik maar kon begrijpen, wat dat betekent…!”
Nog een kaart van de jonge vrouw: “… het is vandaag Pasen! Ja, werkelijk – opstanding! Jezus leeft en ik leef met Hem. Ik ben zo verschrikkelijk blij! Nu ken ik Jezus! Hoe kan ik mijn lieve gastheer en gastvrouw bedanken, dat ze me de weg naar het leven hebben laten zien. Ik ben met Jezus opgestaan in een nieuw leven– en nu zou ik graag naar huis willen, naar mijn man! Nu moet immers alles anders worden, omdat we nu ons huwelijk met Jezus willen leiden… Zegt u toch mijn man, of hij me niet zou willen ophalen. Ik verheug me erop hem weer te zien…”
Einde van deze geschiedenis? Nee! Nu begon die pas echt. Jezus had de gebarsten klok hersteld. En ze gaf een nieuw geluid.
Bron: Variationen über ein Thema, Wilhelm Busch Uitg. Gütersloher Verlagshaus, Gütersloh, Duitsland.
© Copyright vertaling 2018. Stichting Exodusgemeente.