OVEREENKOMSTIG
DE
B E L O F T E.
door C.H. Spurgeon.
7.
DE BELOFTE, EEN VRIJE GAVE.
“Waardoor ons kostbare en zeer grote beloften zijn gegeven.” 2 Petrus 1:4 (KJV).
LET OP dat woord “gegeven.” Petrus zegt: “Waarbij ons zeer grote en kostbare beloften zijn gegeven.” Alles hebben wij te danken aan de gave van God. Wij leven van Goddelijke liefdadigheid. Alles wat wij hebben, hebben wij ontvangen als een cadeau. Alles wat wij zullen krijgen, moet op dezelfde manier komen. “Het loon van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven.” Wij kunnen niets verdienen, maar God kan alles geven. Verlossing moet een cadeau zijn, een gratis cadeau, een onverdiend cadeau, een spontaan cadeau van Goddelijke liefde. De belofte van redding is net zo.
“Het is zaliger te geven dan te ontvangen” en Hij Die van allen het meest hierdoor gezegend is, de eeuwig gezegende God, is blij om te geven. Het ligt evenzeer in Zijn aard om te geven als het in de aard van de zon ligt om te schijnen, of in de aard van een rivier om te stromen. Wat zijn wij gezegend om ontvangers te zijn! Dit wordt sterk benadrukt, wanneer we bedenken hoe noodzakelijk het is dat we ontvangen. Immers, de dingen die we nodig hebben zijn zodanig dat als we ze niet krijgen, we nu verloren zijn en voor altijd verloren zijn. We zijn zonder leven, zonder licht, zonder hoop en zonder vrede als we zonder God zijn. Als God ons niet geeft naar de rijkdom van Zijn genade, zijn we erger dan naakt, arm en ellendig. We zijn geheel en al verloren. Het is niet mogelijk dat we zulke rijke gaven zouden verdienen. Zelfs als we iets konden verdienen, zou dit in ons bezit komen zonder geld en zonder prijs. Een belofte van God moet wel een weldaad van genade zijn. We kunnen er geen aanspraak op maken dat God ons Zijn gunst belooft met de onschatbare zegeningen die erin besloten liggen.
Dit leert ons welke houding we moeten aannemen. Trots past niet bij mensen die afhankelijk zijn. Wie van gaven leeft, behoort nederig en dankbaar te zijn. Wij zijn bedelaars bij de deur van genade. Elke dag zitten wij bij de Schone Poort van de tempel om een aalmoes te vragen, niet van de vereerders, maar van Hem Die door engelen wordt vereerd. Zo vaak als onze Here voorbijkomt, vragen wij en geeft Hij. We zijn niet verbaasd dat we van Zijn liefde ontvangen, want Hij heeft beloofd grote genade te schenken. Hij leerde ons te zeggen: “Geef ons heden ons dagelijks brood.” Daarom schamen we ons niet en zijn we niet bang om alles van Hem te vragen. Ons leven is een leven in afhankelijkheid en wij zijn blij dat wij het zo is. Het is lieflijk om alle dingen uit de handen van onze gekruisigde Here te ontvangen. Gelukkig is de armoede die ons ertoe brengt om rijk te zijn in Christus. Wij verdienen niets en toch ontvangen wij alles, driemaal gezegend in het feit dat wij elk uur deelhebben aan de gave van God. “Ons zijn grote en zeer kostbare beloften gegeven.”
Geliefden, dit onderwijs over de belofte die louter komt als gave, zou buitengewoon bemoedigend moeten zijn voor allen die hun verloren toestand voelen en erkennen dat zij geestelijk bankroet zijn. Voor zulke mensen is het een woord ter bemoediging, dat alles ons vrij door God wordt gegeven. Waarom zou Hij hun niet geven, net als aan andere behoeftigen? Wij die blij zijn in God hebben alle dingen als een vrije gave ontvangen. Waarom zouden anderen niet hetzelfde krijgen? Men zegt: “Er is niets vrijer dan een gave”. Waarom zou mijn lezer het niet net zo krijgen als ikzelf? Voor iemand die bereid is te geven is armoede van de kant van de ontvanger een aanbeveling in plaats van een obstakel. Kom dan, u die zonder verdienste bent. Christus zal uw verdienste zijn. Kom, u die geen rechtvaardigheid hebt. Hij zal uw rechtvaardigheid zijn. Kom, u die boordevol zonde bent en de vergevende Here zal uw zonde wegnemen. Kom, u die volkomen troosteloos bent en word rijk in Jezus. Het vak van bedelen zal bij u passen en u zult er succesvol in zijn, want ik zie dat u een kwellende honger hebt en een lege portemonnee. Wie niet kan spitten, zou zich niet moeten schamen om te bedelen. Een bedelaar heeft geen voorraad nodig. “Opgelapte schoenen”, versleten en vuile lompen, dit vormt een passende outfit voor een bedelaar. Bent u geestelijk niet op deze manier gekleed? Hoe armer de ellendige, hoe meer welkom hij is bij de deur van Goddelijke liefdadigheid. Hoe minder u van uzelf hebt, hoe meer welkom u bent bij Hem Die vrijgevig is en niet verwijtend.
“Kom, gij behoeftigen, kom en wees welkom,
Prijs Gods vrije milddadigheid;
Waar geloof en waar berouw,
Elke genade gave die ons dichterbij brengt,
Kom tot Jezus Christus en koop.
Zonder geld”.
Ja, het is allemaal een gift. Dit is het evangelie, dat wij u hebben te prediken: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga maar eeuwig leven hebbe.” “En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven, en dit leven is in Zijn Zoon” ( 1 Johannes 5:11). Van Gods kant is het allemaal geven; van onze kant is het allemaal ontvangen. De belofte is al gedaan en vrij gedaan: het zal vervuld worden en vrij vervuld. God begint niet met geven en gaat dan over tot het vragen van een prijs. Er is geen commissiegeld verschuldigd bij de ontvangst van Zijn genade. Hij vraagt of ontvangt geen cent. Zijn liefde is geheel en al een cadeau. Als cadeau kunt u Zijn belofte aanvaarden. Hij zal Zichzelf niet verlagen door naar andere voorwaarden te luisteren.
Het woord dat hier in de tekst staat, is een duidelijke uitnodiging aan de armste der armen. O, hadden zij maar de moed om er gebruik van te maken! De grote klok luidt en luidt, opdat allen die aan de grote tafel van oneindige vrijgevigheid willen komen, het mogen horen en naderbij komen. God belooft gratis, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, verlossing en eeuwig leven aan allen die geloven in Zijn Zoon, Jezus Christus. Zijn belofte is vast en zeker. Hoe komt het dat mensen het niet geloven?
Lezer, wat zegt u over de belofte die zo gratis aan alle gelovigen wordt gegeven? Wilt u het geloven en erdoor leven?