Overeenkomstig Zijn dienst
>>PDF<<
En de HERE sprak tot Mozes, zeggende: “Neem deze van hen in ontvangst . . . . . en geef ze aan de Levieten, naardat ieder voor zijn dienst behoeft” (Numeri 7:4,5).
De vorsten brachten hun offer aan de Here, en de Here aanvaardde die. Toen Hij die aanvaard had, verkoos Hij het om die aan de Levieten te geven, want zij waren op een speciale manier Zijn eigendom en gewijd aan Zijn dienst.
Maar de Here zei niet: verdeel het gelijkelijk onder de families van Levi. Er waren zes wagens en drie Levitische geslachten, maar vier wagens werden aan Merari gegeven, twee aan Gerson, maar aan de zonen van Kehat gaf Hij niets.” Op het eerste gezicht lijkt dit oneerlijk, maar het was en is nog steeds het plan van de Here om een ieder te geven overeenkomstig zijn dienst.” Het was het aandeel van Merari om de zwaarste materialen van de tabernakel te dragen; de planken, de balken en de pilaren met hun zware onderstukken van gegoten zilver – de honderd voetstukken alleen waren meer dan vijf ton aan zilver – en al die instrumenten, etc. – deze vormden de zware last van Merari. De taak van Gerson was om de gordijnen, de voorhangsels, de dekkleden en koorden etc. te dragen en voor deze dienst waren de twee wagens even voldoende als de vier voor Merari. Maar hoe zat het met Kehat? Zijn lasten waren niet licht: de ark, met zijn verzoendeksel, en de cherubijnen van goud, die het overschaduwden, de tafel en de kandelaar, het altaar en de vaten van de heiligdom, deze werden toevertrouwd aan zijn zonen. Zij waren inderdaad zwaar, maar hulp hadden zij niet, “omdat de dienst van het heiligdom, die zij hadden, was dat zij de dingen op hun schouders zouden dragen.”
Soms worden de kinderen van God verzocht om te mopperen, wanneer hun dienst zwaar lijkt en er maar weinig hulp komt opdagen: zij vergelijken misschien hun aandeel met anderen, voor wie grotere voorzieningen zijn getroffen. Maar God vergist Zich niet: overeenkomstig hun dienst verdeelt Hij de hulp, en zij die geroepen worden tot de heiligste dienst zijn diegenen die de minste assistentie kunnen krijgen. Zulke mensen krijgen het voorrecht om de heilige lasten die niet kunnen worden gedeeld, op hun eigen schouders te dragen.