Selecteer een pagina

“Komen” en “gaan” 

>>PDF<<

“Komt tot Mij allen, die zwoegen en zwaar beladen zijn
en Ik zal u rust geven” (Mattheüs 11:28, KJV). 

Tot elke zwoegende, zwaar beladen zondaar zegt Christus: “Komt tot Mij . . . en . . .  rust”.
Maar er zijn ook veel zwoegende, zwaarbeladen gelovigen. Voor hen is deze uitnodiging ook bedoeld. Let goed op het woord van Jezus, als u zwaar beladen bent met uw dienst, en vat het niet verkeerd op. Het is niet: “Ga, ploeter verder”, zoals u misschien veronderstelt. Integendeel, het is: stop, keer om, “Kom tot Mij en rust”. Nooit stuurde Christus iemand die zwaar beladen is naar het werk; nooit, nooit stuurde Hij een hongerige, een vermoeide, een zieke of verdrietige heen met een opdracht om dienstwerk te verrichten. Voor zodanigen zegt de Bijbel slechts: “Kom, kom, kom.”
De eerste evangelist van het Nieuwe Testament (Mattheüs)  geeft de uitnodiging weer, waarover wij schrijven. De laatste evangelist (Johannes) geeft ons net zo één: “Indien iemand dorst heeft, hij kome tot Mij en drinke.” Het Nieuwe Testament sluit bijna met de woorden: “Wie dorst heeft, die kome en drinke van het water om niet.”
Hoevelen van Gods verloste volk hebben uren, of dagen, of zelfs maanden doorgebracht in verdriet en zelfverwijt om één of andere ingebeelde plicht, die zij niet de moed of de kracht hadden uit te voeren, terwijl zij de hele tijd zwaar beladen waren! Hoevelen kunnen vertellen over de reis per tram of spoor, die voor hen een tijd van intense spanning was, omdat zij vonden dat zij behoorden te spreken met hun medepassagiers over hun ziel, maar het niet konden. En hoevelen hebben iets veel ergers gedaan: Zij hebben gesproken toen zij geen boodschap van God hadden, en hebben eerder schade toegebracht dan iets goeds gedaan. Oh! hoe anders zou het geweest zijn, als zij maar eerst tot Jezus gekomen waren, rust en levend water gevonden hadden en daarna, toen de wateren van binnen opwelden, zouden er rivieren op natuurlijke wijze onweerstaanbaar hebben gestroomd en het gelukkige gezicht zou meer hebben gezegd dan de oprechte woorden tot uitdrukking zouden brengen! Niemand zou dan naar het gezicht van de spreker hebben gekeken en ervaren: “Wat een vreselijke godsdienst moet hij hebben!” Want het “Komen” is niet bedoeld om het “Gaan” uit te sluiten, maar om de weg ervoor klaar te maken.