“Kom en zie”
>>PDF<<
“Kom en zie” – Johannes 1:39, 46
De Here Jezus zei het ’t eerst. Hij zei het tegen de twee discipelen van Johannes die hoorden dat Hij het Lam van God was. Zij wisten erg weinig van Hem, maar ze volgden Hem. Misschien zouden ze het zelfs niet hebben gewaagd om te praten, maar “Jezus keerde Zich om en zag hen volgen”. Hij sprak tot hen. Toen vroegen ze Hem waar Hij woonde en Hij zei: “Kom en zie!”
Vervolgens zei Filippus het. Hij had Christus gevonden en meteen vertelde hij zijn vriend Nathanaël over Hem en zei: “Kom en zie!”
Wordt het vanavond niet tot jou gezegd? O, kom en zie Jezus! Kom en kniel voor Hem neer, zie op naar Zijn heerlijk en lieflijk gezicht en zie wat voor een liefdevolle en dierbare Redder Hij is! Kom en zie hoe vriendelijk en goed Hij is! Kom en zie hoe zeer Hij bereid is om jou te ontvangen, jou in Zijn armen te nemen en jou te zegenen. Kom en zie wat Hij voor jou heeft gedaan; zie hoe Hij jou liefhad en Zich voor jou heeft overgegeven; hoe Hij leefde en leed en bloedde en stierf voor jou! Kom en zie wat voor gaven Hij voor jou heeft, vergeving en vrede, Zijn Geest en Zijn genade, Zijn vreugde en Zijn liefde! Kom en zie waar Hij woont – zie dat Hij bereid is binnen te komen en bij jou te wonen, jouw hartje tot Zijn eigen woonplaats te maken. O, als ik jou maar kon overtuigen om “te komen en te zien”! niets anders ziet er zo heerlijk en mooi uit. Wil je niet komen?
Wanneer je bent gekomen, wanneer je net als Filippus kunt zeggen: “We hebben Hem gevonden!” en net als Paulus: “Wij zien Jezus”, wil je dan niet tot iemand anders zeggen: “Kom en zie”? Je zult wensen dat ieder ander tot Hem komt en je hebt Zijn opdracht om te proberen hen te brengen: “Laat hem die hoort zeggen: “Kom!”” Zul jij niet zeggen “Kom” tegen één of ander vriendje of vriendinnetje, broer of zus, of tegen iemand voor wie Hij jou het verlangen geeft om het tegen te zeggen? Je kunt geen lieflijker uitnodiging geven dan “Kom en zie” de Heiland.
“Als je alleen zou weten
Wat Hij voor mij is,
Dan zul je zeker ook van Hem houden.
Je zou “komen en zien”.
Kom en je zult merken dat het waar is,
Je zult gelukkig zijn!
Jezus zegt, en zegt tegen jou,
Kom! O kom tot Mij!”