Selecteer een pagina

Hij, Die regeert   

>>PDF<<

De Here God Almachtig regeert (Openbaring 19:6).

Een blijde dag is op komst. De stem van een grote menigte als de stem van vele wateren en als de stem van zware donderslagen, zal worden gehoord, zeggende: “Halleluja, want de Here God Almachtig regeert: laten wij blij zijn en vreugde bedrijven en Hem de eer geven, want de bruiloft des Lams is gekomen en Zijn vrouw heeft zich gereed gemaakt.” Dan zal de grote oogst binnen zijn en de ontelbare schare, verzameld uit alle volken en stammen en natiën en talen, allen bekleed met witte gewaden en wuivend met palmtakken der overwinning, zal roepen met luide stem: “De redding is van onze God, die op de troon gezeten is, en van het Lam.”
Gezegend zijn zij die geroepen zijn tot het bruiloftsfeest van het Lam! Waarlijk: en zullen zij zich niet verheugen, die de gelukkige instrumenten zijn geweest om hen te roepen? Als er verdriet in de hemel zou kunnen zijn, zal het dan niet zijn bij de gedachte dat sommigen van hen die niet geroepen zijn, geroepen hadden kunnen worden, als wij getrouwer waren geweest aan de opdracht van de Here, en wij Zijn werk op aarde hadden bevorderd door het maken van grotere kosten?
Waarom verlaten niet meer Christenen blij alles en volgen zij Christus in het redden van de verlorenen tegen elke mogelijke prijs? Komt dat niet, omdat velen van ons, als wij vooruitzien naar de komende komst van Zijn Koninkrijk, Zijn huidige recht om te heersen in het hart van de Zijnen vergeten, en niet letten op het gezegende feit dat alle macht in hemel en op aarde Hem nu is gegeven? Vandaar dat velen nooit proberen Hem te gehoorzamen met ongereserveerde toewijding en vertrouwen, maar leven en handelen, alsof zij van zichzelf waren en de vrijheid hadden zichzelf te behagen, en God zoveel of zo weinig te dienen, als zij geschikt achten, evenveel of even weinig van hun tijd, kracht en bezittingen te geven al naar gelang het voor henzelf aangenaam is.
En “g a” wordt bij velen gespeld als “blijf”; of “g i j”  als “iemand”, “niemand”, al naar gelang de situatie is!  Ondertussen sterven de niet geroepen miljoenen zonder God: Zijn bevel, dat Zijn evangelie aan elk schepsel gepredikt moet worden, wordt behandeld met minachting; en de bloedschuld ligt ergens. Weet ik zeker dat niets daarvan op mij rust?