Selecteer een pagina

Gezegende tegenspoed II 

>>PDF<<

 “De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen,
de naam des Heren zij geprezen” (Job 1:21). 

De grote aanklager, die geen gebrek heeft kunnen vinden in het karakter of het leven van Job, insinueert dat het allemaal het resultaat van egoïsme is. “Vreest Job God om niet?” Inderdaad deed hij dat niet, zoals satan heel goed wist! En ook niet iemand ervoor of erna. Er is geen dienst die zo goed betaalt als de dienst aan onze Hemelse Meester: Er wordt niemand zo koninklijk beloond. Satan kwam met een ware bewering, maar de insinuatie – dat het was ter wille van de beloning dat Job God diende, was niet waar. En om het karakter van Job aan te tonen wordt het satan vergund Job te testen.
En spoedig laat satan de boosaardigheid van zijn karakter zien door ramp na ramp te brengen over de toegewijde man. Maar God, Die de beproeving stuurde, gaf ook de benodigde genade en Job antwoordde: “De Here heeft gegeven en de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geprezen.”
Had Job het mis? Had hij niet moeten zeggen: “De Here heeft gegeven, en satan heeft weggenomen?” Nee, het was geen vergissing. Hij werd in staat gesteld de hand van God in al deze rampen te onderkennen. Satan zelf matigde zich niet aan God te vragen vergunning te krijgen om zelf Job te kwellen. Hij zegt tegen God: “Strek nu Uw hand uit en raak alles aan wat hij heeft en hij zal U in Uw aangezicht vervloeken.” En nogmaals: “Strek nu Uw hand uit en raak zijn lichaam en gebeente aan en hij zal U in Uw aangezicht vervloeken.” Satan wist dat niemand dan slechts God Job kon aanraken, en Job had helemaal gelijk in zijn erkenning, dat de Here Zelf de Dader was. Vaak zullen wij geholpen en gezegend worden als wij dit in gedachten houden – dat satan dienstknecht is en geen meester, en dat hij, en de goddeloze mensen die door hem aangespoord worden, slechts vergunning hebben datgene te doen wat God door Zijn bepaalde raad en voorkennis van te voren had bepaald dat er gedaan zou worden. Of er nu vreugde of verdriet komt, wij mogen het altijd nemen uit de hand van God.