Selecteer een pagina

“. . . en ik voelde mij zo goed!”

>>PDF<<

Onlangs heb ik in m’n jeugdgroep een toespraak gehoord, die ik zeker nooit weer vergeten zal. Deze toespraak hield onze vriend Rolf, een jonge, sterke bankwerker van 19 jaar oud. Natuurlijk kan ik het, wat hij sprak, niet zo indrukwekkend opschrijven als hij het ons zei. Dat is jammer. Maar – proberen wil ik het in ieder geval.

Nu dan: Rolf stond op, zwaaide met z’n sterke armen, alsof hij zich met lucht vol moest pompen, en vertelde:
“Toen ik 14 jaar oud was, waren we vanwege de bomaanvallen uit Essen geëvacueerd. We woonden in Württemberg in een klein dorp, waar rijke boeren woonden.
En op een dag heb ik met m’n vrienden eieren gejat. Toen ik thuis kwam, merkte m’n moeder direct, dat er iets niet klopte. Ze zag m’n slechte geweten. En toen duurde het ook niet lang, of ze had er alles uit.
Ze heeft me toch de oren gewassen! En daarna zei ze: ‘Zo, breng nu de boer de eieren terug en bied je verontschuldigen aan!’
Met zes eieren in de zak ging ik op weg. Het was me bang te moede. Toen ik bij de boerderij aankwam, zag ik de boer naar de stal gaan. Snel liep ik naar hem toe.
‘Wat wil je?’ vroeg hij nijdig, want de boeren waren natuurlijk niet goed over de stadsjeugd te spreken. Toen vertelde ik hem alles. Maar voordat ik klaar was, had hij mij te pakken. En toen kreeg ik een pak ransel, zeg ik jullie, zoals ik nog nooit eerder had gekregen.
Ik schreeuwde in het begin steeds : ’Stop!’  Want ik had immers die zes eieren in de zak. Maar toen ik merkte, dat die toch kapot waren, liet ik het gaan. Want – begrijpen jullie dat? – ik voelde me zo goed, zo goed, omdat er alles uit was en alles goed en afgehandeld was.” –
“Begrijpen jullie dat?” vroeg Rolf nog eens aan z’n vrienden. En die knikten lachend. Ja, ze begrepen het goed, dat een beladen geweten een zware last is en dat het voor iemand goed is, als de last van hem afgenomen wordt.
En daarna begon Rolf nog eens. Hij zwaaide met z’n sterke armen. Toen werd het weer heel stil. En hij zei: “Wanneer ik me toen al zo goed voelde – wat denken jullie, hoe goed het pas werd, toen de Here Jezus me verzekerde: Je zonden zijn je vergeven! – Alles, alles goed door Hem! Dat kan men niet beschrijven.”
Toen hield hij op. Maar we zagen, hoe zijn goede, krachtige gelaat glom. En ik dacht eraan, dat deze merkwaardige jongenstoespraak zich nu als een heerlijke klank invoegt in de lof, die uit alle delen van de aarde opstijgt voor de troon van onze Verlosser. En het was alsof ik het koor van de hemelse legerscharen hoorde: “Het Lam, dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en de rijkdom en de wijsheid en de sterkte en de eer en de lof en de roem.”

Bron: Kleine Erzählungen, Wilhelm Busch  Uitgeverij Gütersloher Verlagshaus, Gütersloh, Duitsland.
© Copyright vertaling 2018 Stichting Exodusgemeente.